Hoofdstuk 2

418 9 0
                                    

Een dag later zitten Wolfs en Eva weer op het bureau. Het gesprek met Kevin heeft niet veel opgeleverd. Hij ontkent natuurlijk alles en zegt bij zijn vrienden te zijn geweest op het moment van de verkrachting. Wolfs en Eva hebben vandaag de vrienden van Kevin opgebeld en die bevestigen inderdaad dat hij bij hen was. Zuchtend hangt Eva de telefoon op, nadat ze de laatste vriend heeft gebeld. 'Ze houden hem gewoon de hand boven het hoofd' zegt ze gefrustreerd. Wolfs kijkt haar aan 'hoe zeker was Isa ervan dat het die Kevin was?' Eva's blik schiet richting haar partner. 'Heel zeker, ze kent hem van school... Denk jij dat hij het niet was?' De laatste vraag komt ongelovig haar mond uit. Wolfs haalt zijn schouders op 'ik weet het niet, het zou toch kunnen dat hij er op lijkt? Die vrienden geven hem allemaal een alibi'. Eva schudt haar hoofd 'niet te geloven' zucht ze alleen maar. Wolfs negeert deze laatste uitspraak en staat op. 'Kom je mee?' vraagt hij alleen. Eva kijkt hem vragend aan. 'Ik wil toch nog even langs Isa' Eva gelooft haar oren niet. 'Ga je nou twijfelen aan haar?' vraagt ze met frustratie in haar stem. Wolfs schudt glimlachend zijn hoofd. 'Ik twijfel niet, maar we kunnen toch even horen of ze nog meer kan vertellen vandaag? Dan kunnen we meteen kijken hoe het met haar gaat'. Eva staat ook op. Hoewel ze er niets voor voelt om Isa opnieuw te ondervragen, is ze wel benieuwd hoe het met het meisje gaat.

Nadat ze de hele weg zwijgend naast elkaar in de auto te hebben gezeten, stappen Wolfs en Eva uit bij het huis van Isa. Ze lopen naar de voordeur en bellen aan. Niet veel later zien ze de deur een klein stukje open gaan. Door de kier heen, herkent Eva het gezicht van het meisje. 'Hoi Isa, we willen graag weten hoe het met je gaat. Mogen we even binnenkomen?' Isa opent de deur een stukje verder. Voordat ze hen binnen laat, werpt ze een blik op de trap. 'Kunnen jullie wel zachtjes doen? Mijn moeder slaapt. Ze voelde zich niet zo goed'. Eva knikt en duwt de deur een stukje verder open. Ze gelooft niet dat de moeder van Isa ziek is, maar besluit er niets over te zeggen. Achter de tiener aan lopen ze de huiskamer in. Isa gebaart hen op de bank te gaan zitten. 'Willen jullie iets drinken?' vraagt ze vriendelijk. Wolfs en Eva schudden hun hoofd en Isa neemt plaats op de stoel tegenover hen. Eva kijkt haar vriendelijk aan. 'Hoe gaat het nu met je Isa?' Het meisje haalt haar schouders op. Ze geeft geen antwoord op de vraag, maar stelt wel zelf een andere vraag. 'Hebben jullie Kevin opgepakt?' haar stem klinkt zacht. Eva schudt haar hoofd. 'Nog niet. We hebben wel met hem gepraat, maar hij zegt dat hij bij vrienden was' Eva ziet dat Isa tranen in haar ogen krijgt. 'En zijn vrienden zeggen ook dat hij daar was'. De eerste traan glijdt uit Isa's ooghoek over haar wang. 'En jullie geloven hen natuurlijk' fluistert ze haperend. Eva staat op en hurkt zich voor Isa op de grond. Voorzichtig streelt ze de traan van Isa's wang. 'We geloven hen niet. Daarom zijn we hier. We willen je nog wat vragen stellen. We hopen dat we hem dan wel op kunnen pakken.' Isa knikt en Eva staat op om in de keuken een glas water voor het meisje te pakken en gaat daarna weer op de bank zitten.

'Isa' begint Eva zodra ze weer zit. 'Je zei dat Kevin je verkracht heeft bij je school toch? Achter het fietsenhok' Isa knikt. 'Was daar verder nog iemand? Iemand die gezien kan hebben wat er gebeurd is?' Isa denkt even na, maar schudt dan haar hoofd. 'Het was al laat' zegt ze uiteindelijk 'de lessen waren al lang afgelopen'. Wolfs neemt even het woord over van zijn collega. 'Waarom was je nog zo laat op school Isa?' Het meisje laat haar blik van Eva naar Wolfs glijden. 'Soms blijf ik wat langer op school. Om mijn huiswerk al te maken. Thuis kan ik me niet altijd concentreren' zegt het meisje zacht. Wolfs knikt dat hij het begrijpt. 'En Kevin was ook nog op school?' vraagt hij vervolgens. Isa haalt haar schouders op 'ik weet het niet. Ik heb hem niet gezien. Pas toen ik mijn fiets ging pakken zag ik hem. Hij stond achter het fietsenhok een joint te roken en toen trok me naar zich toe'. Haar ogen vullen zich opnieuw met tranen. 'Ik had gewoon meteen naar huis moeten gaan' zegt Isa zacht. Eva loopt opnieuw naar haar toe en slaat een arm om Isa's schouders. 'Hé' zegt ze streng. 'Dit is niet jouw schuld oké? Jij kan hier niets aan doen. Kevin had zijn handen thuis moeten houden'. Isa knikt voorzichtig. 'Wat gaat er nu gebeuren?' vraagt Isa met een angstige stem. Eva kijkt haar even diep in haar ogen. 'Na het weekend gaan we eens een kijkje nemen bij jou op school. Wellicht dat er toch nog iemand is die Kevin daar rond heeft zien lopen. Een conciërge misschien. We blijven net zo lang zoeken tot Kevin er niet meer onderuit kan komen'. Isa zucht enigszins opgelucht.

Wolfs en Eva lopen naar de deur en Isa laat hen uit. Zodra Eva naar buiten stapt, draait ze zich weer om naar Isa. 'Je hebt mijn nummer hè?' geeft ze nog een keer aan. 'Als er iets is, kun je me altijd bellen. Dag en nacht'. Isa knikt dankbaar. 'Echt doen hoor' drukt Eva haar nogmaals op het hart. Isa knikt en hoort boven gestommel. 'Ga nu maar' zegt ze snel. 'Mijn moeder vindt het niet prettig als er mensen binnenkomen wanneer ze slaapt'. Eva knikt en neemt snel afscheid van Isa. Vervolgens draait ze zich om en loopt richting de auto. Wolfs loopt achter haar aan en legt een hand op haar schouder. Ze draait zich naar hem toe. 'Je doet het goed met dat meisje' zegt hij glimlachend. Eva snuift even 'pff, zieke moeder... Echt niet' reageert ze gefrustreerd. Wolfs trekt haar in een knuffel. 'Meer dan dit kunnen we niet doen Eef'. Ze knikt en maakt zich los uit de omhelzing. Beide stappen weer in de auto en rijden terug naar het bureau.

Nadat ze op het bureau hun papierwerk bijgewerkt hebben, vertrekken Wolfs en Eva naar huis. in de keuken van de Ponti, staat Wolfs een maaltijd voor hen te koken. Eva heeft zich op een van de keukenstoelen laten vallen en zit met haar gedachten bij Isa. Alles in haar schreeuwt dat ze veel meer voor Isa moet doen dan ze nu doet, maar ze weet dat ze op het moment niets kan. Ze schrikt op uit haar gedachten, wanneer Wolfs een bord pasta voor haar neerzet. 'Dank je Wolfs' zegt ze terwijl ze haar eerste hap neemt. Wolfs glimlach haar toe. Hij merkt aan Eva dat haar hoofd bij Isa zit. 'Zullen we zo even langs de Maas wandelen?' vraag hij Eva. Ze kijkt hem verbaast aan, zoiets stelt hij zelden voor. 'Even onze hoofden leeg maken terwijl we langs het water lopen' gaat Wolfs verder. Eva knikt 'dat lijkt me fijn'. Niet veel later lopen ze samen langs de Maas. Beide zwijgend en in hun eigen gedachten. Na een tijdje nemen ze plaats op een bankje. Ze kijken uit over het water. Wolfs slaat een arm om Eva heen en zij laat haar hoofd op zijn schouder rusten. Een hele tijd blijven ze zo zitten. Nog steeds zeggen ze geen woord tegen elkaar, maar de nabijheid van de ander doet beide goed.

Verbonden voor het levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu