Hoofdstuk 17.

166 9 6
                                    

Sofie was nog nooit zo snel de hal van het Maes kantoor in gesprint. Zelfs niet in die drie maanden dat ze hier gewerkt had en regelmatig maar net op tijd was geweest. Die tijden leken alweer zo lang geleden terwijl het amper een jaar was. De tijd ging snel als je het leuk had maar de tijd ging ook verdomd snel als je het druk had.

Natuurlijk wachtte de lift haar niet op en moest ze eerst op het knopje drukken om hem naar beneden te halen en geduldig wachten tot dat die arriveerde. De lift kwam op de begane grond aan waarna Sofie instapte om naar de bovenste verdieping te gaan.

In haar gedachten ging ze na waarom haar vader haar wilde spreken. Als het iets ernstigs was, had hij niet zelf kunnen bellen maar misschien was hij er wel achter gekomen dat hij ernstig ziek was. Op de bovenste verdieping wachtte haar vader zijn assistente haar op die gelijk naar de houten deur wenkte.

'Je kunt naar binnen hoor, je wordt verwacht.'

Sofie knikte en liep onzeker naar de deur. Ze slaakte een zucht en draaide de klink naar beneden.

De kamer was schoon en leger dan normaal. Op het bureau slingerde een stapel papieren rond en naast het bureau stond haar vader zijn tas. De bureau stoel was omgedraaid naar het raam zodat ze haar vader er niet in kon zien zitten. Maar in gedachten zag ze hoe hij met een rimpel tussen zijn wenkbrauwen zat na te denken over een belangrijke kwestie terwijl hij het panorama uitzicht van Amsterdam voor zich had.

Sofie liep dichter naar het bureau toe. 'Pap?' zei ze zachtjes waarop de bureau stoel draaide.

Tot haar verassing verscheen niet de grijze coupe van haar vader maar de blonde lokken van Perr. Haar hart maakte een sprongetje en begon vervolgens sneller te slaan in haar borstkast. Zijn lippen vormden een scheve grijns en zijn ogen glommen terwijl die haar samenzweerderig aankeken.

'Perr?' riep ze verbaasd uit. Het waren de enige woorden die ze over haar lippen kreeg gevolgd door een klein zuchtje.

'Engel' glimlachte hij.

'Wat doe jij nou hier? Waar is mijn vader?'

'Die is even naar beneden om Nathan te halen.'

Sofie trok een wenkbrauw op en keek hem wantrouwend aan waarbij haar oog viel op zijn outfit.

'Waarom heb je dat aan?' Haar vinger priemde naar het shirt met het gouden logo, die ze zelf twee maanden geleden had helpen ontwerpen en die twee weken geleden was uitgebracht.

'Vind je hem me niet mooi staan?' vroeg Perr grijnzend waarbij hij het shirtje glad streek en daarbij extra aandacht bestede aan het logo'tje van "Goud".

Het stond hem geweldig. Veel beter dan alle personen die ze tot nu toe in die kleren had gezien.

'Jawel' stotterde Sofie. 'Maar... nou ja volgens mij mag jij geen andere sportmerken dragen dan Maes.'

Onverschillig haalde Perr zijn schouders op. 'Daar komt binnenkort misschien wel verandering in. Maar daar hebben we het straks nog wel over' zei hij achteloos.

Sofie schudde haar hoofd. 'Je weet dat je in het hoofdkantoor staat van Maes Sport met een T-shirt aan van Goud?'

'Uhuh' humde hij instemmend en keek over zijn schouder door het raam waar de stad Amsterdam was afgebeeld.

'Het is mooi hier hé' zei Perr wenkend naar buiten.

'Ja' zei Sofie enkel. Ze kon het nog steeds amper gelogen dat Perr hier na acht maanden weer voor haar stond en dan uitgerekend in het kantoorpand van haar vader. Het sport shirt van haar eigen merk zat Perr als gegoten. Als ze hier een foto van zou krijgen, zou ze zeker weten dat de verkoopcijfers nog verder zouden stijgen volgende week.

GoudWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu