Hs 8 Diana

182 10 0
                                    

Hs 8 Diana

Ik glimlach, vandaag was echt geweldig. Ik hou echt van Harry. Hij is perfect.

Ik gaap, het is erg warm in mijn tent dus ik vlucht zo snel mogelijk naar buiten. Ik schrik me kapot als zelfs de tent van m'n ouders nog dicht is. Ik kruip in mijn tent en pak snel een setje kleren. In het gebouwtje bij de douches kleed ik me om, waarna ik weer terug loop. Het is nog rustig op de camping. Alleen de ouders met echt kleine kindjes zijn al wakker. Hoe laat zou het zijn? Bij mijn campingplaats aangekomen ga ik in het zonnetje zitten. Ik ben gewoon eerder wakker dan mijn ouders, ik lijk wel ziek.

'Diana?' Hoor ik een vragende stem. 'Ben jij al wakker? Is alles goed?' ik kijk op en zie mijn ouders de tent uit komen.
'Ja hoor, ik stikte alleen van de hitte in mijn tent.' 'Ow dat is vervelend.' Zegt mijn vader droog. 'Zou jij brood willen halen, bij het bakkertje in het dorpje verderop?' Ik knik. Ik neem het geld van mijn vader aan en loop naar het bakkertje. Als ik de hoek omga zie ik Gemma lopen. Ik trek een sprintje zodat ik naast haar loop.

'Heey!' zeg ik vrolijk. Ze grinnikt. 'Er is er een vrolijk.' 'Jep!' We lopen een stukje stil verder.
'Zullen we vanmiddag naar het strand gaan met Hazza? Overal staat dat het superlekker weer word.' Stelt Gemma voor. 'Misschien kunnen jouw ouders dan iets gaan doen met mijn moeder.' Ik knik. 'Lijkt me een leuk idee, maar ik moet het wel even aan mijn ouders vragen. Dit wordt de zoveelste dag dat ik niet met ze meega. Misschien vinden ze wel dat ik mee moet.'

Ik laat de zak met broodjes en croissantjes op tafel vallen. 'Mag ik vanmiddag weer naar het strand?' vraag ik aan mijn ouders. Voor ze iets er tegenin kunnen brengen zeg ik. 'Jullie kunnen dan wat gaan doen met de moeder van Harry en Gemma.' Mijn vader zucht en ze kijken elkaar aan. Dan knikken ze. Wow hebben ze telepathie. Ze hadden niet eens iets gezegd.

'Ik heb een plaatje gevonden!' roep ik vrolijk en begin te springen. Harry rent naar me toe. Ik grinnik, Gemma komt er sloffend achteraan lopen. Het is echt heel erg warm, dus het is heel erg druk op het strand. Ik leg mijn handdoek goed neer en ga er op liggen. Harry komt aan de ene kant naast me liggen en Gemma aan de andere kant.
'Wie heeft er zonnebrandcrème nodig?' vraag ik. 'Ik!' roept Harry met een grijns. Gemma knikt. Ik spray eerst wat op mijn lichaam en geef de fles dan door aan Gemma. Harry kijkt me met een beteuterde blik aan.
'Harry? Kan je mijn rug insmeren?' vraag ik lief aan hem. Hij glimlacht en knikt. 'Geef de fles dan maar.' Ik voel Harry's warme handen over mijn rug glijden. Ik zucht even.

Langzamerhand loopt het strand steeds meer leeg. De lucht begint er steeds dreigender uit te zien. 'Gaan wij ook?' vraag ik een beetje bang. 'Wil je niet meer?' Harry slaat een arm om me heen. 'Wel hoor, misschien kunnen we nu voetballen. Er is bijna niemand meer.'
'Oke wat zijn de teams?' vraagt Gemma. 'Meisjes tegen de jongen?' vraag ik, met nadruk op de enkelvoud. Gemma juicht instemmend. Het begint harder te waaien, een rilling loopt over mijn rug. Ik trek m'n shirtje over m'n bikini aan. Ik pak de bal uit mijn tas en ga overeind staan. 'Nou kom op dan Gemm!' roep ik vrolijk. Ik schop de bal naar haar.

We blijven een beetje overschieten, want de goals die we hadden gemaakt waaien toch steeds weg. Ik voel een druppel op mijn arm komen. Al snel worden het meer. 'Het begint te regenen! Moeten we niet terug naar de camping?' roep ik. 'We kunnen ook ergens schuilen?' roept Harry terug. Ik ren naar onze spullen. En pak snel alles in. Het regent nu heel erg hard. Er is niemand, buiten ons, nog op het strand. De golven worden steeds hoger. Ik begin bang te worden. Straks komen we vast te zitten door het stormweer. Gemma en Harry pakken ook hun spullen in. We rennen weg. Ik probeer tegen de wind in te rennen maar het lukt heel moeilijk.
'Ga maar vast Gemm!' roept Harry naar haar. Harry rent naar me toe. 'Ik neem wel wat spullen over.' Hij pakt mijn tas, waardoor ik alleen nog maar mijn handdoek heb. Ik kan Gemma al bijna niet meer zien. Het stort heel erg, waardoor je niet veel verder dan een paar meter kan kijken. Ik zorg dat ik Harry in het oog houd. Hij rent ongeveer twee meter voor me. Ik probeer harder te rennen. Opeens voel ik een enorme pijn door me heen, wat komt vanuit mijn voet. Ik schreeuw de longen uit mijn lijf. Ik zie vlekken in mijn zicht komen. Voor ik er iets aan kan doen val ik op de grond en wordt mijn beeld zwart.

Ik zit in de woonkamer. De tv staat aan. Mijn ouders zitten als zombies ernaar te kijken. Mijn blik schiet naar het beeld als ik een naam hoor, niet zomaar een naam. De naam van Harry Styles.
'De beroemde Harry Styles aangehouden voor de moord op de 16-jarige Diana. Na drie jaar is de dader eindelijk gevonden. Wat gaat er nu gebeuren met de boyband? Later meer.'

Ik schrik. Ben ik dood? En heeft Harry me vermoord? Nee, dat zou hij nooit doen. Misschien was het een ongeluk. Ben ik überhaupt wel dood? Waarom zit ik hier in de woonkamer met mijn zombie-ouders. Misschien is er echt wat gebeurd? Zoveel vragen, maar op geen enkele weet ik het antwoord. Ik probeer me te bewegen, als ik naar beneden kijk zie ik dat ik opeens op een stoel zit vastgebonden. Ik kijk om me heen. Ik ben niet meer in mijn woonkamer. Mijn ouders zijn verdwenen. Het enige wat ik zie is een deur. Ik hoor stemmen, maar ik kan ze niet onderscheiden. De deurklink gaat omlaag. Ik zie Gemma en Harry binnenkomen. Er is alleen iets anders aan ze. Ze hebben rode ogen. Ik probeer me te bewegen, maar ik zit klem vast. Ik knijp mijn ogen dicht.

'Diana?' ik open mijn ogen moeizaam. Ik zie Liam staan. Ik ren op hem af en geef hem een knuffel. Hij knuffelt me niet terug en probeert me van zich af te duwen. Ik laat verschrikt los. 'Snap je nou echt niet waarom ik ben weggegaan? Door jou natuurlijk, dat onze ouders je nog niet hebben verlaten.' Er springen tranen in mijn ogen. Al snel is mijn blikveld vertroebeld door de tranen.

Als ik mijn ogen uitwrijf zie ik Amber staan. Alleen is ze ouder, veel ouder, maar je ziet wel dat het amber is. Ze leest een boek in een ouderwetse luie stoel, ernaast staat nog een stoel. Ik sta naar haar te kijken, maar er gebeurd niets. Zou ze me niet hebben opgemerkt. Opeens kijkt ze op. Ze glimlacht naar me. 'Hallo schat.' Hoor ik een stem achter me. Ik draai me om en zie een oude Finn binnenkomen. Wat gebeurd hier allemaal. De Finn loopt naar de stoel naast Amber's stoel, voor hij gaat zitten geeft hij haar een kus op haar voorhoofd. Ik ren de kamer uit.

Alles is weer zwart. Maar dit keer blijft het zwart. Ik hoor muziek. Het is een liedje wat ik niet ken, ik herken ook niet wie het zingt. Het is mooi.
'Dag Diana, tot de volgende keer.' Ik herken de stem, maar ik heb geen idee waarvan. Dan hoor ik niks meer. 

Diana H.S.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu