Hoofdstuk 4

2 0 0
                                    

'Wacht nou heel even totdat Sara er ook is.', roept Monica naar Sorina, die zich naar voren probeert te werken in de rij voor de keuken.

'Waar is Sara dan?' Sorina stapt uit de rij en draait zich om. 'Die is altijd op tijd.'

'Haar bus is vertraagd, dus ze heeft de overstap gemist.' Monica stapt opzij zodat wat jongere scholieren kunnen passeren.

Sorina zucht en kijkt hoe laat het is op haar telefoon. 'Maar hoe laat komt ze dan?'

'Ik denk over tien minuten.'

'Ja, zo lang ga ik niet wachten.' Sorina rolt met haar ogen. 'Dan kan ik niet meer roken.'

'Dan rook je toch niet?' Monica haalt haar schouders op.

'Natuurlijk wel, dat zijn de enige momenten in de dag dat ik Milan zie.'

'Hij komt normaal toch wel langs tussen de lessen door?' Monica praat iets minder hard nu Sorina naast haar staat.

'Nee, niet altijd.' Sorina gaat weer in de rij staan. 'Hij heeft soms wat zaken te regelen in de stad.'

'Zaken regelen?' Monica kijkt bedenkelijk. 'Dat kan meerdere betekenissen hebben.'

'Jij wil gewoon horen dat hij in de drugs zit.', reageert Sorina enigszins fel. 'Je weet niet wat hij doet.'

'Jij wel dan?' Monica zoekt naar contant geld, omdat de rij sneller opschiet dan ze dacht.

'Ik weet het ook niet precies, maar hij zit niet in de drugs.'

Monica knikt, maar niet van harte. 'Als jij dat zegt...'

Als ze even later aan een tafel in de aula zitten te wachten op Sara, kijkt Sorina Monica aan.

'Waarom vertrouw je hem niet?'

'Ik vertrouw hem gewoon niet.' zucht Monica. 'Ik heb vaker dingen over hem gehoord en ik wil niet dat hij iets verkeerd met je doet.'

'Dus roddels van anderen geloof je wel, maar mij niet?' Sorina zegt het op een harde toon, alsof hun hele vriendschap op het spel staat als Monica met 'nee' zou antwoorden.

'Ik geloof die roddels niet, maar ze geven me wel een naar onderbuikgevoel.' Het is een veilige reactie.

Sorina neemt een hapje van het eten. 'Maar het is nergens voor nodig, ik weet wat ik doe.'

'Maar omdat ik je beste vriendin ben, houd ik er wel twijfels bij, dat zeg ik eerlijk.'

'Monic, het is niet nodig.' Sorina legt haar ellebogen op tafel. 'Ik weet wat ik doe, ik ken mezelf en hij doet niks vreemds.'

'Sara.' Monica wijst naar de ingang van de aula. Sorina draait zich om en zwaait.

'Heee, meiden.' Sara gaat naast Sorina zitten. 'Daar ben ik dan.'

'Wat was er aan de hand op de straat, dat de bus zo laat was?' vraagt Monica.

'Er was een paard ontsnapt en de kar was omver, over de weg gevallen.' Sara zucht. 'Dus dat duurde even. Je kunt in Feleacu ook niet omrijden.'

'Heerlijk ook, dat alles na de stadsgrens zo primitief is.' Sorina lacht. Zij is de enige van de meiden die niet opgegroeid in de minder welvarende wijken, door de baan van haar vader.

'Vriendin, als ik een vader had gehad, dan had ik ook niet in Feleacu gezeten.' bromt Sara.

'Dat herken ik.' reageert Monica.

'Jij woont tenminste nog in de stad.' zegt Sara tegen haar. 'Mijn moeder kan dat al niet betalen.'

'Mijn moeder alleen omdat de staat geld moet betalen voor mij en Florian.' Monica haalt haar schouders op. Daarna is het even stil, waarschijnlijk omdat Sara net een hap eten in haar mond doet.

PicassoWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu