Hoofdstuk 20

2 0 0
                                    

De zondag in Roemenië is voor veel mensen nog steeds de heilige dag zoals deze oorspronkelijk bedoeld is. Een dag voor het kerkbezoek, voor familiebezoek, voor gezamenlijke activiteiten met het gezin. Dit alles echter geldt niet voor het gezin van Monica. Ooit waren ze actief lid van de orthodoxe kerk, maar alles veranderde toen Monica haar vader in de gevangenis belandde. Monica haar moeder raakte verbitterd, de kerk liet hen vallen op het moment dat ze haar het meest nodig hadden. Sindsdien zijn ze nooit meer in de kerk geweest. Sindsdien is de zondag een dag voor uitslapen en achterstallig huiswerk.

Florian is er niet. Of misschien ook wel, maar dan ligt hij ergens te slapen op een plek anders dan zijn bed - tegenwoordig vaak een tuinstoel die net naast het hek staat zodat hij de stoel ook kan gebruiken om over het hek heen te klimmen. Monica had hem al een aantal ochtenden daar aangetroffen, diep verzonken in een enge, coma-achtige slaap.

Op zijn kamer is hij in elk geval niet, concludeert Monica als ze vanaf de badkamer terugloopt naar haar kamer. Hoe laat het is weet ze niet, maar het zal rond elf uur in de ochtend zijn. Haar moeder is ongeveer een halfuur geleden opgestaan en heeft thee gezet, ruikt Monica. Ze trekt een warme trui aan en haalt haar telefoon van de lader. Het is inderdaad kwart over elf.

'Heb jij Florian al gesignaleerd?' vraagt ze aan haar moeder, die twee geroosterde boterhammen op een bord legt.

'Ja.' zegt ze neutraal. 'Hij ligt weer in de stoel.'

'Het heeft vannacht gehoosd!' roept Monica uit. 'Straks is hij weer onderkoeld.'

'Dan hoop ik dat hij er net zo ziek van wordt als de vorige keer.' schampt haar moeder. 'Misschien leert hij er iets van.'

'Er is echt geen land met hem te bezeilen.' zucht Monica. 'Ik hoop echt dat we hem thuis kunnen houden als Mihail zich ermee bemoeit.'

'Wat mij betreft mag hij nog wel uit, maar niet zo. Niet met al die drugs en niet elke dag.' zucht ze. 'Al zou hij gewoon uitgaan, beetje drinken, in het weekend, helemaal prima.'

'Hij is te ver doorgeschoten.' Monica pakt een mok en schenkt er thee in. 'En dat gaat niet lang meer goed, denk ik.'

'Ik weet wel zeker van niet.'

Aan de ontbijttafel zit Monica op haar telefoon te scrollen terwijl haar moeder de krant leest. Na een kwartier stilte legt Monica haar telefoon op de tafel en staat ze op om haar bord weg te zetten. Ze staat op het punt om de trap op te lopen als haar telefoon begint te trillen.

'Je wordt gebeld.' meldt haar moeder.

'Wie in hemelsnaam-?' Monica loopt snel naar de tafel. Het is Mihail.

'Wie?' vraagt haar moeder. 'Als het Ionela is, ben ik er niet.'

'Mihail.' reageert Monica. Verbaasd pakt ze de telefoon op.

'Wat bel jij op vreemde tijdstippen.' is haar openingszin.

'Jij ook een frisse, goede morgen!' lacht hij. 'Lekker uitgerust?'

'Uhm- jawel, lekker geslapen enzo. Waarom bel je?'

'Ben jij klaar voor actie?' vraagt hij suggestief. Zijn stem heeft een speelse ondertoon, maar Monica weet direct waar het over gaat. Ze leunt tegen de armleuning van de bank.

'Heeft Timotei nieuws?' vraagt ze serieus.

'Timotei heeft inderdaad alle informatie achterhaald die nodig is. We weten waar hij is, hoe groot zijn groep is, zijn positie.'

'Oh mijn god.' reageert Monica ongelovig. 'Wanneer komt er weer een plan-sessie?'

'Wat ons, Vali en Timotei betreft vanmiddag. De vraag is alleen of jij kunt komen.'

PicassoWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu