#7 verdwaalt

364 21 4
                                    

"meid, je moet er niet teveel over gaan nadenken. die Dave is gewoon een gore klootzak, oké." het is ongeveer twaalf uur s'nachts en ik zit te skypen met Femke. ik heb haar het hele verhaal vertelt en zit nu in tranen. Femke probeert me een beetje op te vrolijken. "ja dat weet ik ook wel," zeg ik, "maar wat moet ik nou doen. ik wil Nikki geen pijn doen." Femke zucht: ja dat weet ik ook wel. maar zou het niet veel meer pijn doen als ze erachter komt wie hij echt is?" ik sla mijn ogen neer; "ik weet het niet.. ik weet het echt niet." "nou weet je schat, denk er maar over na. je weet mijn mening, dus ik hoop voor je dat het goed komt. en nu gaan we het over iets anders hebben, want je hoort blij te zijn en niet droevig."

pfff, wat is dit vermoeiend zeg. het is zaterdagochtend en ik ben in het bos, joggend natuurlijk. voor mijn gevoel ren ik al twee uur, maar waarschijnlijk is het iets van een kwartier. maar ik geef niet op. hoe veel pijn het ook doet, als ik er wat kilo's van af wil dan moet ik volhouden. het pad splits verderop in tweeën. ik besluit naar rechts te gaan en niet naar links, wat ik altijd doe. Misschien helpt het als ik onbekend terrein ga 'verkennen. Ik hoop maar dat ik niet verdwaal ofzo.

Shit, waar ben ik nu weer beland. Ik stoo langzaam met joggen. Ik ben in een gedeelte dat ik niet ken en het is hier nog vrij donker. Mischien moet ik maar eens omdraaien en.. "AAAH" Met een plof ik ik neer. "Fack!!" schreeuw ik. Ik zit in een soort diepe kuil die overduidelijk door mensen is gemaakt. Mischien zijn ze nog in de buurt. "Help," schreeuw ik, "help, ik zit hier. Kan iemand me alsjeblieft helpen!?" nog geen tien seconden later hoor ik voetstappen in mijn richting komen. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes door het felle licht uit een zaklamp. "Hé Jack, kom eens hierheen," hoor ik een stem zeggen. Een jongen zo te merken. "Ga is opzij meissie." vlug druk ik me tegen de wand en en ik hoor een plof. De persoon is naast me geland. "Kan je die lichtbundel even uit mijn face halen," vraag ik een beetje geïriteert. "Sorry hoor meissie," en hij laat de zaklamp naar beneden schijnen. Nog meer voetstappen. "Jack, we zijn hier hoor," roept de jongen. Er schijnt nog meer licht. "Ah hier ben je dus. Is dit de buit!?" ik kan zijn gezicht niet goed zien, maar wel dat de jongen grijnst. "Ja, dit is de 'buit'. Kan je even het touw pakken om ons er uit te trekken." De jongen grijnst nog breden; "sorry ik moet naar huis. Het eten wacht." hij knipt de zaklamp uit en loopt weg. "Wah.." de jongen kijkt me verontschuldigent aan. "Verdomme Jack, haal ons hier uit. Dit is niet het moment om wraak te nemen!!" Ik had hier om gelachen als ik niet in het zelfde schuitje zat als de jongen.

Een beetje ongemakkelijk kijken we elkaar aan. "Hoi," zegt hij dan, "ik ben Jayden, maar iedereen noemt me Jay." ik schud zijn uitgestoken hand; "hey, mijn naam is Britt. Gaat het er altijd zo aan toe hier?" hij lacht; Nou kijk het zit zo. Vanochtend had ik hem een soort van laten struikelen. Daardoor viel hij in de vijver voor de ogen van al ze vrienden. Nou ja hij heeft geen vrienden maar goed. Al zijn vrienden lachten hem uit omdat hij in natte kleren naar huis moest fietsen." "O en nu wilde hij wraak zeker." hij lacht; "precies. Door mij in dit verdomde hol te laten stikken. Dat ik overgens zelf gemaakt heb." "waarom hebben jullie eigenlijk zo'n kuil gegraven?" "we deden een onderzoek voor school. Het was een val voor dieren die we later weer vrij lieten. Wie had ooit gedsacht dat er een mooi meissie in zou vallen." Ik bloos, hoewel ik weet dat ik niet knap ben. "Nou ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik ga proberen hier uit te komen. Wil je dit even vast houden." zonder op antwoord te wachten drukt hij de zaklamp in mijn handen. "Kan je even bijschijnen?" Ik richt het licht op hem. Halleluja, wat is die gozer knap. Zijn blonde haar staat mooi bij die blauwe ogen van hem. Zijn gezicht heeft een hoekige vorm, maar dat staat past gewoon bij hem. Hij is niet al te bruin, maar ook weer niet zo licht. Zijn armen zijn gespiert. Alles bij elkaar maakt hem gewoon perfect. Zijn stem brengt me uit mijn dagdroom; "kan je me even een zetje geven?"

Even later staan we allebei weer op de grond. Hij klopt zijn broek af -die lichtbruin is en hem veel beter staat dan Dave- en kijkt me aan. "Kom, dan breng ik je naar huis."

selfharmWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu