,{Lucy?}

208 27 4
                                    

Jack (real Jack)

Ik hoor de krakerige deur van de kerkers open gaan.
"Laat me los schoft!" Roept een meisje. Sir Guy loopt langs met een meisje met bruine haren. Hij heeft haar bij haar middel gegrepen en over zijn schouder gegooid. Ze trapt hevig met haar benen. Dan kijkt ze op. Ze kijkt vragend naar de deur waar de dienstmeid staat. Ik bestudeer haar gezicht. Wacht eens even, is dat Luce, als in Lucy?" Ze wordt een deur binnen gegooid. Een kerker deur.
"Jade, ik zal Jan overhalen, dan kan jij met mij trouwen."
"Nooit van mijn leven, over mijn dood lijk!" Roept ze als antwoord. Woedend stormt Sir Guy de kerkers uit en stampt naar boven. Jade? Dus toch geen Luce. Luce, mijn bijnaam voor mijn beste vriendin waar ik diepere gevoelens voor heb gekregen. En nu is er een stomme plaatsvervanger bij haar. Ik ga zitten op de grond. Dan hoor ik gerinkel van wapens. Ze hebben haar niet gecontroleerd!

Ik ga rechtstaan aan de tralies. Ik zie iemand een speltje in het slot steken en het slot draait open. Jade komt uit de gevangenis, de wapens zitten nog rond haar. De dienster komt ineens de kerkers binnen.
"Oh gelukkig, ik had de sleutels niet gevonden. Ik had u anders nooit kunnen bevrijden. Deze kant op!" Roept de dienster. De dienster komt deze kant uit, Jade volgt haar. Dan staat Jade plots stil.
"Pap?" Vraagt ze vol verdriet. Ik herinner dat er langs mij een man zat. Hij heeft nooit opgegeven en nu krijgt hij al 3 dagen geen eten meer.
"Lucy, ben jij dat?" Vraagt de man. Lucy, dus toch!
"Pap, mama is dodelijk ziek. Alleen jij kent het medicijn!"
"Lucy, dat medicijn vind je alleen in, in... in de kruiden kamer van de geneesheer van de koning. Het medicijn heet Chozuur. Je moet het gaan halen!"
"Jij komt mee!"
"Je kan deze cel niet opendoen. Maak eerst die langs mij open en dan deze." Lucy komt mijn kant opgewandeld nadat ze geknikt had.
"Lucy?" Vraag ik.
"Jack... wat doe jij hier? Thuis let je toch op Prins Louis?"
"Luce, ik zit hier al 4 dagen."
Haar ogen worden groot. Ze probeert met een trillende hand de tralies open te maken en het lukt ook nog. Alleen ziet zij zo wit als sneeuw.
"Lucy, we moeten door!" Zegt de dienster. Juist als ze dat gezegd had horen we voetstappen de trap afkomen.
"Loop Lucy, snel!" Roept Meneer Hood, Robin Hood.
"Papa, nee! Ik laat je niet achter!" Snikt ze.
"Lucy, ga nu. Ik red me wel!" Zegt gaar vader bemoedigend.
Snikkend knikt ze en loopt ze weg. Ik ren achter haar aan en als laatste de dienster. We doen de dienst ingang dicht. En daarna horen we de kerker deur open gaan.
"Waar is ze ?!?"
Horen we Sir Guy roepen. Haastig lopen we door de gangen. Als we uit het kasteel zijn verlaat de dienstmeid ons nadat ze gezegd had waar we terecht konden. In het dorpje komen we aan een oud huis van stro. Dat is het huisje van de dienstmeid haar vader, daar mochten we blijven. We kloppen op de deur. Hartelijk worden we binnengehaald en gegroet. Er wordt een avond maal aangeboden en met plezier neem ik dat aan. Alleen Lucy weigert, ze excuseert zich en loopt dan naar haar bed in haar kamer. We horen als laatste nog een deur zeer hard dicht slaan. Ik wil haar achterna gaan maar een hand houd mij tegen.
"Ze moet het verwerken Jack, laat haar maar even..." zegt de man. Ik knik en ga weer zitten. Daarna stort ik mezelf vollop op het feestmaal.

Lucy

Ik zit op bed, te denken. Hoe komt het dat Jack al 4 dagen hier is en toch ook in ons dorpje? Ik schrik op, prins Louis I is niet meer veilig. Ik spurt naar de kleerkast op mijn kamer en maak hem open. Snel doe ik een bruine stoffen broek aan en een wit bloesje. Rond mijn pols, over mijn familiewapen hang ik een paar zwarte bandjes. Mijn haar is donkerbruin. Om niet herkent te worden verf ik het zwart. (Ja, haar verf bestaat al.) In mijn haar hang ik nog een zwart koortje met veren en rode en witte parels. Snel spring ik in mijn donkerbruine botten. Omdat mijn haren nogal in de war zitten, span ik een rode doek over mijn hoofd. Ik vind in de kast ook nog een zwarte lange jas. Ik doe de jas aan en trek de coupon over mijn hoofd. Ik hoor een klop op de deur.
"Luce, ben je daar?" Vraagt Jack.
"Kom maar binnen." Zeg ik als antwoord. Hij kijkt verwondert naar mijn kleren.
"Wow, Luce, wat ga je doen?"
"Prins Louis beschermen. Er is een valse Jack bij jouw thuis, en prins Louis logeert daar."
"Ik kom mee, wacht 2 minuten."
Hij sprint de kamer uit. Langs mij hoor ik gestomel. Even later verschijnt hij weer aan de deur. Samen wandelen we de trappen af. We komen in de keuken, de man tegen.
"Meneer, bedankt dat we hier mochten blijven maar we moeten door." Zeg ik beleefd.
"Oke, ga maar. En geen dank. Kom me wel nog eens opzoeken."
We knikken bijden. Daarna lopen we de deur uit en staan we in één van de straten van Londen.
"Waar naartoe?" Vraagt Jack aan mij.
Ik wijs met mijn vinger naar het noorden en zeg: "Die kant op, maar eerst even mijn paard gaan halen."
Samen gaan we snel naar de stallen. Daar krijg ik mijn paard en vreemd genoeg krijgt Jack ook een paard. We steigeren op en vertrekken naar het noorden.
"Hoe komt het dat jij een paard krijgt?"
"Hij verwart mij waarschijnlijk met iemand anders."

Daughter of HoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu