{France en Angleterre}

169 24 9
                                    

Lucy

Bijna zijn we terug thuis. We hebben voortdurend gelachen en gepraat tijdens de reis. Zijn wond is verzorgd en hij is levendiger als ooit tevoren.
"Luce, daar is het!" Roept hij luid.
"Eindelijk!" Roep ik blij terug. Snel galopperen we naar huis waar ik verscheidene groeten krijg van de Merry Men. Ik stop bij ons oude huisje en haast mij naar binnen.
"Mama?" Roep ik luid door het huisje. Er komt geen reactie. Ik sprint de trap op en ren naar mijn moeder haar kamer. Daar zit de dokter. Hij staat net op.
"Euhm, ik vrees dat he moeder de nacht niet zal halen." Zegt hij stilletjes tegen mij.
"Nee, dat kan niet! Moeder!" Fluister roep ik terwijl ik tegen mijn tranen vecht. Ik ga naast haar bed zitten en neem het medicijn.
"Lucy," zegt ze met een hese stem.
"Mama..." antwoord ik.
"Het medicijn gaat mij niet meer redden, maar je moet mij iets beloven." Zegt ze stil
"Het gaat je wel redden, beloof dat je blijft leven!" Dwing ik haar uit wanhoop. Ze vangt een traan op.
"Lucy, stop met wenen, ween nooit meer. Wees sterk, wees mijn dapere meid. Beloof dat je jezelf blijft." Hoest ze uit.
"Dat beloof ik moeder." Zeg ik terwijl ik haar hand tegen mijn gezicht duw.
"Mijn meisje, je gaat groots worden. Maar vergeet nooit wie je bent. Jij bent er om degene te beschermen die zichzelf niet kunnen beschermen."
"Ik zal ze blijven beschermen." Zeg ik fluisterend.
"Ween nooit meer, je mag huilen, maar zonder tranen." Zegt ze ineens dwingend. Ik knik naar haar.
"Ik houw van jouw, Jade!" Zegt ze fluisterent. Mijn tweede naam was altijd haar favoriete geweest.
"Ik ook van jouw moeder." Zeg ik stilletjes.
"Mijn kleine Jade, Jade was altijd al mijn lievelingskleur." Brengt ze uit tijdens hoest buien. "Vergeet nooit dat ik van je hou, Dag Jade!" Zegt ze en daarna blaast ze haar laatste adem uit.
"Neen, Mama!" Roep ik luid. Ik zak over haar bed. Huilend wieg ik mezelf aan haar bed in slaap. Huilend zonder tranen. Langzaam slokt de zwarte leegte mij op.

~~~

De kist zakt weg in de grond. Ik kijk de kist na. De begrafenis was sober maar perfect voor haar. Ik leg mijn hand nog even op haar foto. Boven mij vliegt een adelaar langs, haar lievelingsdier. Daarna verlaat ik als laatste het kerkhof. Ik strompel naar mijn huisje en neem mijn boog. Dan schiet er mij iets te binnen. Louis is nog altijd die zieke nep prins. Ik haast mij naar Jack waar ik met iets totaal onverwachts ontvangen wordt. Mijn ogen zijn groot van verbazing. Prins Jan en zijn tirannie staan voor Jacks deur. Jack staat ineens achter mij.
"Wat is dit?" Fluistert hij.
"Ik heb werkelijk geen idee." Antwoord ik, ook in een fluister toon.
"Jade toch, zomaar weglopen zonder afscheid. Wie denk je wel dat je bent?!" Schreeuwt hij.
"Dat zei ik toch, ik ben Jade." Antwoord ik rustig.
"Sir Guy, grijp haar." Zegt Jan tegen zijn trouwe kameraad.
"Jack, bescherm Louis." Roep ik verschrikt.
"Jij kan toch ook vechten." Fluistert hij.
"Ja, maar dat weten ze niet en dat wil ik ook zo houden." Zeg ik nog snel. Daarna begin ik te lopen. Regelrecht het bos in, zoekend naar een oude vriend.

Jack

Lucy loopt weg met Sir Guy achter zich aan. Ik neem mijn zwaard vast. Prins Jan lacht.
"Ik word morgen koning, en overmorgen gaat Engeland ten val. Dat zweer ik je, Florel." Zegt hij tegen de jongen die mijn plaats in nam. Ik bespied hun bewegingen. "Natuurlijk mijn koning." Antwoord deze al lachend.
"Ik vertrek nu naar Londen, het ga je goed." Zegt Jan met een grijns.
U ook meneer." Antwoord Florel. Hij maakt een buiging en Jan verdwijnt. Florel loopt naar binnen.
"Halt!" Roep ik. Hij verstijft en draait zich om.
"Jack, ontsnapt?" Vraagt hij met een grijns.
"Ach, doe niet flauw." Antwoord ik. Hij valt woedend aan.
Nooit uit woede aanvallen. Herinner ik mij opeens. Behendig ontwijk ik zijn slag, dit kan nog eens leuk worden.

Roi Phillip De France

"Notre Roi." Zegt iemand tegen mij. Ik draai mij om.
"Oui, Qu'est-ce que c'est?" Vraag ik.
"Nous pouvons attaquer le jour après demain. Demain, Jan sera Roi." Antwoord de soldaat.
"Ah, finalement. Soyez prêt pour ma battaile." Zeg ik. Ik keer mijn rug naar hen toe en kijk naar de kust. "A le jour après demain, Angleterre est la notre." Zeg ik tegen mezelf. Daarna lach ik gemeen.

Bonjour.
Weten jullie wie die oude vriend van Lucy is? Als je het raad volg ik je, lees ik al je boeken en krijg je promotie dus, kom maar op.
De eerste drie winnen xxx
Toedels

Daughter of HoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu