{Disturbing A Partie Part One}

156 24 6
                                    

OMG 2K!!! bedankt lieverds!!! Hier is een beloning, een extra lang stukkie!!! Enjoy!!!!
________________________________________________________________________
Lucy

"Het witte paard is al jaren een groot teken op een berg. Toen de oude koning van Frankrijk aanviel en Jan weer eens bezig was met iets anders kwam daar een groot leger samen. Mijn vader leidde, samen met de dorpshoofden van de andere dorpen, het leger. Ze versloegen het leger van de oude koning en jaagde hem weg. Omdat het volk toen mijn vader begon te volgen besloot Jan om mijn vader vogelvrij te maken. En vandaar kennen jullie het verhaal van The Hood wel." Leg ik uit. Florel kijkt verwondert terwijl Jack eerder bedenkelijk kijkt.
"En nu gaat dat leger weer samenkomen. Één, omdat we niet willen dat Jan aan de troon komt. Twee, omdat we nog niet zolang geleden een bericht onderschepten. Het luidde dat de Franse koning, zoon van de oude koning, wraak wil op Engeland. Dus ze zullen over een paar daagjes wel aanvallen." Zeg ik luchtig. Ineens komt Jan binnen gelopen.
"Lucy! De mannen staan klaar, de koning zijn kroning begint over 24 uur. Het is tijd om te vertrekken." Zegt hij snel.
"Jan, we zijn klaar." Zeg ik zelfverzekerd. Ik kijk naar Jack en gooi hem een kortzwaard toe. Dan kijk ik naar Florel. Ik kijk bedenkelijk, dan heb ik een idee. Ik ga de wapenkamer in en duik ik de doos vol met bijlen. Ik neem er een strijdbijl uit met een dubbel blad. Het hout is sierlijk afgewerkt. Ik laat het rond zoeven en besluit dat het goed is. Dan trek ik hem uiteen. Ik grijns dit is perfect. Ik zet hem terug in elkaar en gooi hem naar Florel.
"Ik weet niet wat je specialiteit is maar ik vind dit wel bij je passen." Zeg ik met een grijns. Dan lopen we alle drie naar buiten. Ik fluit op mijn vingers en Beysan verschijnt in mijn zicht. Ik aai hem.
"Klaar om een feestje te verstoren?" Vraag ik geamuseerd als ik hem zie spelen. Ik leg mijn voorhoofd even tegen dat van hem en gaan er dan op zitten.
"Op naar het witte paard!" Roep ik enthousiast. Jack kijkt me aan alsof ik raar ben. Ik grijns naar hem. Dan stormen we de grot uit en beginnen de paarden te galopperen. Ik ga met Beysan vooruit en speur de omgeving af. Boven op de top van een heuvel blijf ik staan, ik kijk over de vlakten en dan naar de Merry Men. Kleine Jan komt langs mij staan.
"Hoodie, kalm weertje he?" Vraagt hij. Ik glimlach.
"Wat is er Jan?" Vraag ik.
"Kunnen jij en Beysan wat achter ons lopen, ik heb het gevoel dat we gevolgd worden." Vraagt hij. Ik knik. "Zo een gevoel had ik ook al." Beken ik. Als de groep ons ingehaald heeft lopen ik en Beysan erachter, wel uit het zicht van het pad. Dan hoor ik stemmen.
"De sukkels, ze weten niet dat ze ons leiden naar hun verstopplek." Zegt een hebberige stem.
"Juus, wees nu eens stil, wil je dat ze ons horen?" Vraagt een maar al te bekende stem boos. Ik word witheet van woede.
"Neen meneer." Zegt het mannetje weer.
"Waarom volgen we ze eigenlijk?" Vraagt en holle stem.
"Dat heb ik al duizend keer verteld." Zegt de bekende stem. Ik kan ze nu zien. Er is een klein mannetje met felrood piekhaar en een lange snor bij, een lange reus die nogal stevig gebouwd is en Sir Guy van Nottingham. Ik walg alleen van die naam al. Langzaam neem ik een pijl uit mijn koker. Gespannen leg ik hem op de boog. Ik trek de pijl aan en haal diep adem. Dan laat ik de draad los. De pijl schiet richting Sir Guy. Dan galmt er een schreeuw door het bos, het was raak. Ik zie dat het trio gestopt is. Ik heb de sheriff vol in zijn zij geraakt. Stiekem sluipen we voorbij het trio en stoppen we een paar meters voor hun.
"Beysan, brul!" Fluister ik zachtjes in het oor van de leeuw. Meteen klinkt er een luide brul door het woud. Het trio kijkt verschrikt op. De grote en de kleine beginnen te lopen, terug naar waar ze vandaan kwamen.
"Lafaards! Dan ga ik wel alleen!" Roept Sir Guy hen achterna. Met een hand op zijn zij, maakt hij verder. Ik spring van Beysan af. Samen lopen we het pad op.
"Guy, Guy, Guy... ons nog steeds aan het volgen?" Vraag ik spottend. De man zijn ogen worden groot als hij mij en de leeuw ziet.
"J...Jade?" Vraagt hij. Ik draai met mijn ogen, wat een sukkel is hij.
"Beysan! Ga eens naar hem toe." Zeg ik vriendelijk tegen de leeuw. De sheriff zijn ogen worden groot. Meteen schiet hij weg van ons. Echt snel was het niet, maar ja. Beysan brult nog een keer vrolijk en ik aai hem in zijn manen.
"Brave leeuw." Zeg ik. Dan klim ik weer op zijn rug en we sprinten weg. Meteen halen we de groep in.
"Jan? Je gevoel was juist, ik heb de achtervolgers weg gejaagd." Zeg ik als ik Jan ingehaald heb.
"Goed zo kleintje." Zegt Jan vrolijk. Dan kijkt hij even naar Beysan.
"Ik kan nog steeds niet geloven dat je een leeuw berijdt." Zegt hij ongelovig. Ik grijns.
"Tja, jij zou toch te zwaar zijn." Zeg ik snel. Voordat Kleine Jan fatsoenlijk gehoord heeft wat ik zei, zijn Beysan en ik doorgelopen. Het witte paard verschijnt in mijn blikveld. Ik haal diep adem, een heel leger kampeert op deze berg. Je ziet alleen maar tenten. Ik stap van Beysan af en vertel hem dat hij mag jagen. Langzaam wandelen we door de tenten naar we grootste tent. De tien landheren zitten al aan een grote tafel.
"Gegroet oude vrienden." Zegt de oudste man vriendelijk. Hij heeft witte haren en een fel witte snor. Ook heeft hij veel rimpels, dat is normaal want hij is al zeventig jaren oud en dat is heel oud.
"Hallo Lord Becket! Lang geleden!" Antwoordt Jan al lachend.
"Een eeuwigheid, jij bent zeker nog altijd even jong?" Vraagt Lord Becket geamuseerd.
"Je hebt gezelschap mee!" Zegt een andere man nieuwsgierig. De man is rond de veertig en heeft zwarte haren, zijn ogen staan donker.
"Ja, Graaf Bucks, dit zijn Jack en Florel." Antwoordt Jan. Ik kuch zachtjes. Jan blijkt het niet te merken.
"Graaf Buckingham voor jou, Kleine Jan. En wie is het meisje?" Vraagt de graaf, er is een toontje arrogantie in zijn stem te vinden.
"Oh dat? Dat is Lucy, Lucy Hood. Of Pevensie of Loxley of hoe je haar wilt noemen. Wij noemen haar gewoon Hoodie." Zegt Broeder Tuck. Ik stuur een dodelijk blik naar hem maar lach dan naar de Lords.
"Waar is Robin?" Vraagt weer iemand anders. Volgens mij is het Lord Orion. Hij heeft rosse haren en groene ogen, hij is rond de vijftig gok ik.
"Orion, dat weet niemand." Begint Broeder Tuck.
"Ik wel!" Onderbreek ik.
"Toen ik laatst in Londen was, ontdekte ik dat hij in de kerkers van het kasteel zit." Verklaar ik als ik vragende blikken krijg.
"Hij is niks veranderd." Zegt lord Becket geamuseerd.
"Ja..." Mompel ik zachtjes.
"Wel, ik stel voor dat jullie leger zich groepeerd in het veld voor de aanlegplaats van het Franse leger, ondertussen onderbreken wij een kroning." Zegt Jan, ik hoor aan zijn toon dat hij er zin in heeft. 'De sukkel.' Denk ik. De Lords gaan akkoord en al snel begint iedereen te pakken. Ik wandel de tent uit en ga boven het witte paard zitten. Ik kijk over de bossen naar Engeland. Jack en Florel komen bij mij zitten.
"Morgen gaan we vechten, dan is het oorlog... in de voorbije jaren is het bijna alleen maar oorlog geweest, de voorbij en eeuwen zelfs. Zal de wereld ooit vrede kennen?" Vraag ik aan hun.
"Weet je Lucy? Ik heb zo een flauw vermoeden dat het alleen maar slechter gaat gaan. Ruzie over nieuwe landen, werelden misschien, nieuwe ontdekkingen, gereedschappen, culturen. Volgens mij zal de wereld het jaar 2100 niet eens halen." Zegt Jack droog. Ik grinnik.
"Alsof dat gaat gebeuren, dan vinden ze zeker één of ander communicatie middel uit waarmee je anderen kan bellen ook al zijn ze aan de andere kant van de wereld. In je dromen Jack!" Grinnikt Florel. Ik begin ook te lachen.
"Kom jongens, ik zie dat de Merry Men willen vertrekken. We mogen niet te laat zijn op dat feestje hé?" Zeg ik. Dan lopen we de berg af. Eenmaal terug in het bos fluit klaar Beysan.
"Tijd om te vertrekken!" Hoor ik Kleine Jan roepen. Ik klim snel op Beysan en dan vertrekt de hele groep op pad naar Londen. We reizen door gedurende de hele avond en nacht. Ik ben in slaap gevallen op Beysans rug, want ik merk zodra ik wakker ben dat het al ochtend is. Ik hoor Beysan zachtjes grommen. Ik stap af en hij loopt weg. Laat hem maar gaan jagen. Ik merk dat de groep al stevig door wandelt. En inderdaad, even later zie ik ze niet meer. Als het ongeveer middag is zie ik Beysan op mij af komen lopen. Meteen spring ik op zijn rug en hollen we achter de Merry Men aan.
Als we aan de rand van het bos aankomen zie ik de Merry Men staan. Londen ligt met al zijn pracht voor ons, we hebben snel gereden, maar goed dat we de binnenwegen door Engeland kennen. Broeder Tuck komt naar mij toe.
"Hoodie, ben je er ook geraakt? We gaan de paarden in het klooster zetten, de leeuw mag ook mee. De zusters weten ervan." Zegt hij. Ik knik en klim van Beysan af. Zachtjes sluipen we door de wegen, Jan maakt één of ander gebaar dat aanduidt dat de kust veilig is. Van schaduw naar schaduw verplaatsen we ons door de stad, tot we bij het klooster zijn. Daar maak ik een licht sein en de poort gaat zachtjes open. Meteen gaat de hele groep naar binnen. De paarden worden in de stallen gezet en de leeuw in het privé bos, daar kan hij nog jagen. Rond het bos staan muren, dus hij kan niet weg. Ik volg een non naar haar kamer.
"Lucy, jij bent de dochter van Lady Marian. Zij was een gerespecteerde vrouw bij ons nonnen. Ze vertrouwde ons door en door. Ze gaf ons haar ketting, zodat jij die ooit terug zou krijgen. De non steekt mijn haar in een elegante op en steekt er diamantjes in. Dan opent ze een houten doosje. In het doosje zit de ketting met de witte lelie. Ik krijg tranen in mijn ogen.
"Drankje, mevrouw." Zeg ik dankbaar. De non knikt. Dan loop ik het vertrek uit. Als ik voor de andere sta, zie ik dat broeder Tuck al weg is.
"Oké? Wie is er klaar om een kroning te gaan verpesten?" Vraag ik speels en vastberaden. De mannen grijnzen breed naar mij.

___

Ik kijk rond mij, er is heel veel volk. De Merry Men staan verspreid over de hele zaal. Ik kruis mijn vingers en doe even een schietgebedje.
"Nu maar hopen dat het werkt." Mompel ik tegen mezelf. Dan wordt het ineens muisstil, trompetgeschal klinkt door de hele zaal. De vlaggen wapperen mee met de wind.
"Beste genodigden, mag ik u presenteren? De vandaag worden gekroonde man? Prins Jan!" Roept iemand. Meteen begint er een zacht applaus te ontstaan als Jan het podium opstapt.

Haha, ik heb jullie! Wie van jullie dacht dat ze het plan al gingen uitvoeren?? Eerlijk zijn hé! Zeg me wat je ervan vindt!

Zeg ook maar wat jullie denken dat in het volgend hoofdstuk gaat gebeuren! Wie het juist raad krijgt een prijs!!!! Succes!!! Ik ben zeer benieuwt.

Daughter of HoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu