Offline hoofdstuk 6

3 0 0
                                        


6.

De late dienst van Luuk verloopt rustig. Omdat hij vanavond gaat gamen rijdt hij solo vandaag. Luuk is bij een melding van een burenruzie geweest. Na wat sussen en bemiddeling konden de buren elkaar weer met rust laten en kon Luuk weer verder. Terug op het bureau moest voor deze melding wel de nodige administratie gedaan worden. Dit was niet de eerste keer dat ze ruzie hadden, ziet Luuk op zijn scherm. Er is al vaker gedreigd om de een in elkaar te slaan of te zorgen dat de ander een nachtje in de cel kon afkoelen. Wat zijn mensen toch vriendelijk tegen elkaar, denkt Luuk. Bij de bestaande aantekeningen maakt hij een melding van het voorval van vandaag.
Even later gaat hij op zoek naar wat eten. Hij is vergeten avondeten mee te nemen en twijfelt nog of hij brood uit de kast zal pakken of een pizza gaat halen. In het kleine keukentje beneden, naast de personeelsruimte, opent Luuk het kastje naast de koelkast. Er ligt nog brood. Af en toe neemt een collega een brood mee, waar iedereen van mag pakken. Het komt vaak, misschien wel te vaak, voor dat iemand geen lunch of avondeten mee heeft. Soms ook bewust, omdat ze dan iets willen halen onderweg. Maar dat lukt niet altijd. Als je te veel meldingen hebt, schiet eten er ook regelmatig bij in en een boterham smeren is snel gedaan.
In de koelkast vindt Luuk nog een pak met plakjes kaas en een pot jam. Prima, denkt hij. Daar red ik het wel mee vandaag. Hij zet zijn portofoon zacht, hij hoeft vandaag geen meldingen meer te rijden. Met zijn gesmeerde brood gaat hij aan tafel zitten. Op zijn telefoon ziet hij dat er een nieuw bericht binnen is gekomen. Saar: Hoi schat. Heb je een fijne dag? Lourens speelt vandaag bij Melissa. Ik ga met Samuel lekker koekjes bakken. Werk ze! Xx.
Luuk appt haar even terug: Hi lieverd. Hier niet veel bijzonders. Wat boze buren, meer niet. Nu even eten en dan gamen. Veel plezier met Samuel. Tot vanavond.
Tijdens het opeten van zijn brood scrolt Luuk nog even langs zijn sociale media. Vooral op Instagram is hij erg actief. Persoonlijk niet zozeer, maar als digitaal wijkagent moet hij toch zichtbaar actief blijven.

In een hoekje van de grote kantoorruimte, op de eerste verdieping van het politiebureau, staan provisorisch twee wanden. Aan de buitenkant zie je niet meer dan grijze doeken en dunne stalen buizen die de wanden overeind houden. Maar als je er omheen loopt, kom je in een soort geheime ruimte, met een grote televisie tegen de muur en een super relaxte gamestoel die ze mochten lenen van een spellenbedrijf waar ze mee samenwerken. Ook de gameconsole die hier voor het gamen klaar staat hebben ze van dit bedrijf gekregen. Aan de binnenkant van de doeken staat herhalend het logo van de politie, gecombineerd met het logo van het spellenbedrijf afgebeeld. Dit is het domein van Luuk. Dit heeft hij opgezet, met een paar collega's. Dit is waar hij verantwoordelijk is en dit is waar hij ontzettend trots op is.

Een paar maanden geleden kwam het idee ter sprake tijdens een wijkagentenoverleg: waarom zoeken we de verbinding met de jeugd niet op de plekken waar de jeugd het meest te vinden is? Jongeren die niet buiten zijn, zitten binnen. Ze zitten op sociale media of ze gamen. Wat nou als wij hier ook te vinden zijn? Sociale media horen al in het takenpakket van de digitaal wijkagent en het past ook steeds meer bij de taken van de overige wijkagenten. Maar gamen gebeurde nog niet binnen de politie.
Op dit idee werd wisselend gereageerd. Sommige wijkagenten, voornamelijk de wat oudere, waren niet voor dit plan. Een agent hoort op straat. Een agent hoort het goede voorbeeld te geven. Twee nieuwe wijkagenten vonden het wel een heel goed idee. Zij begrepen wel dat de manier van contact leggen met jeugd kan veranderen met de tijd. Natuurlijk hoort de politie op straat te lopen, maar als ze alleen op straat lopen missen ze een hoop jongeren die juist niet buiten komen. En mogelijk zijn dit juist de jongens en meiden die hun hulp het hardst nodig hebben.
Dit was de start van iets wat Luuk niet had kunnen vermoeden. Ze kregen toestemming van hun chef om dit idee in hun vrije tijd uit te werken, onder de naam van de politie. Een tijdje lang zat hij thuis te gamen, voetbalspellen en schietspellen. Nogal tegenstrijdig voor een agent, maar hier zijn wel de meeste jongeren te vinden. Daarbij hoort dit ook bij opgroeien: leren dat een spel geen werkelijkheid is.

Inmiddels is het een paar maanden later en heeft het project van Luuk nog grotere vormen aangenomen. Dankzij de samenwerking met een invloedrijk bedrijf, gespecialiseerd in gamen, wordt er nu vanuit verschillende gemeentes elke avond in diensttijd gespeeld en gepraat met de jeugd.
Vandaag staat het gamen op de planning van Luuk. Bij het binnenlopen van zijn eigen kleine hoekje voelt hij nog steeds een golf van trots door zich heen stromen. Heel vet om zoveel bezig te zijn met iets wat je zelf van de basis af aan op hebt gezet.
Hij zet de gameconsole aan en installeert zich in de stoel. Het is dat zo'n stoel zo duur is, en dat zijn vrouw hem wat aan doet als hij ermee thuis zou komen, maar zo een zou Luuk zelf ook wel willen hebben.
Het spel is opgestart en hij wacht op een uitnodiging van een van zijn volgers. Het eerste verzoek komt al binnen een paar seconden binnen: 55.Thy.55. Luuk accepteert het verzoek en zet zijn koptelefoon op.
Het opwarmrondje van het spel start en Luuk hoort het gekraak van een microfoon die aan gaat.
'Hoi Thy. Leuk dat je meespeelt,' start Luuk het gesprek.
'Uh, hoi.' De stem aan de andere kant van het spel klinkt twijfelend.
'Vind je het spannend?'
'Nou, een beetje gek wel.
'Heet je Thy? En heb je wel eens eerder met ons gespeeld?' probeert Luuk de andere speler gerust te stellen.
'Ik heet Thijmen. Ik heb nog nooit meegespeeld maar ik heb wel jullie livestream gekeken afgelopen dinsdag.'
'Ah, leuk dat je met me komt gamen Thijmen. Zullen we de rest eens laten zien wat we kunnen?'
Thijmen moet lachen en lijkt te ontspannen. 'Goed plan!'
Het spel begint. Thijmen en Luuk zijn samen een team tegen de rest van de spelers in het spel.
Thijmen is een stille jongen. Vaak wordt Luuk aan een soort kruisverhoor onderworpen door kinderen die alles willen weten over zijn werk, en dan vooral de stoere verhalen. Hier is hij altijd voorzichtig mee. Bij de politie werken betekent niet dat je de hele dag met je pistool loopt te zwaaien en zware criminelen vangt, al vinden sommige jongens dat wel een teleurstelling. Thijmen zegt weinig. Af en toe reageert hij op wat er in het spel gebeurt, verder hoort Luuk hem niet.
'Zeg, Thijmen. Hoe was je dag vandaag? Was je op school?'
'hmm, ja.'
'In welke klas zit je?'
'In de derde,' antwoordt Thijmen.
'En vind je het leuk op school?'
Thijmen lijkt even na te denken, hij geeft niet meteen antwoord. 'Het gaat wel.' Het standaardantwoord van een puber, denkt Luuk. 

Offline, gamen gaat je reddenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu