Offline hoofdstuk 9

4 0 0
                                    


9.

De rest van de week verloopt rustig voor Luuk. Hij heeft vooral late diensten en nachtdiensten. Helaas betekent dit dat hij zijn gezin, en vooral zijn kinderen, niet zoveel ziet deze week. Een late dienst duurt tot elf uur 's avonds en begint om half twee. Dus als Samuel en Lourens uit school komen, is hun vader al weg.

Als Luuk na een nachtdienst rond zeven uur 's ochtends thuiskomt, staat Saar net op om de jongens aan te kleden en klaar te maken voor school. Vaak helpt Luuk nog even met het klaarmaken van de broodtrommels van de jongens: fruit en water voor tussendoor, brood en melk voor de lunch. Soms stopt hij er nog een koekje bij voor na de lunch. Eigenlijk mag dit niet van de juf, maar Luuk doet het stiekem toch af en toe.
Daarna gaat Luuk naar bed. Eerst zet hij nog even de televisie op hun slaapkamer aan om het nieuws te kijken. Even afschakelen van de drukte van de nacht. En dan slaapt hij tot halverwege de middag. Het voordeel is dat hij de hele middag samen met de kinderen is, het nadeel is dat Luuk weet dat Saar niet zo goed slaapt als hij niet thuis is. Daar denkt hij wel eens over na maar hij probeert het ook weer los te laten. Er is niet veel wat hij eraan kan veranderen. Nachtdiensten horen er ook bij. Gelukkig klaagt Saar weinig over de onregelmatigheid van zijn beroep. Ze moet vaak klaar staan om het gezin draaiende te houden als Luuk weg is, of opvang te regelen als zij zelf moet werken. Het vraagt wel wat geregel maar inmiddels hebben ze er een goede routine in zitten en lijkt het haast vanzelf te gaan.

Alleen vrijdagavond was anders. Waar Luuk normaal fluitend naar zijn werk gaat en zowat fluitend weer thuis komt, was vrijdag een andere dag. Luuk had late dienst en hij begon met een briefing. Volgens de Opco (operationeel coördinator, zeg maar een soort baasje van de dag) waren er geen bijzonderheden voor die dag. De briefing was kort en meteen erna liep Chris op Luuk af. 'Yo, samen op de auto vandaag?'
Dat wordt leuk. 'Gezellig, doen we.'
Chris is een leuke collega. Luuk kan goed met hem lachen en dat kan veel verschil maken in het politiewerk. Chris is een stuk ouder dan Luuk is, ergens achter in de veertig. Zeker weten kan Luuk het niet omdat Chris bij elke verjaardag vraagt of hij hem komt feliciteren met zijn dertigste verjaardag.
Het mooie is dat, ondanks de vrolijkheid en alle grapjes, Luuk precies weet wat hij aan hem heeft. Als er één collega is waar hij zich veilig bij voelt, dan is het Chris wel.

Er is niet veel te doen deze dienst. Luuk en Chris rijden surveillance. Ze gaan ook bij een aantal adresjes langs waar ze eerder zijn geweest, gewoon om te checken hoe het daar nu gaat en of ze nog iets kunnen betekenen voor deze mensen.
Tegen zes uur stelt Chris voor om patat te halen als avondeten. 'Of heeft je vrouw gezonde boterhammetjes voor je gesmeerd?' grapt hij. Hij is zelf gescheiden en dit zorgt regelmatig voor pesterijen over en weer. Luuk grapt over zijn vrijgezellenleven en de vreselijke dates die hij heeft en Chris plaagt Luuk met zijn getrouwde bestaan.
'Gelukkig voor mijn vrouw heeft mijn mama me al vroeg geleerd mijn eigen boterhammetjes te smeren,' zegt Luuk terug. 'Maar patat klinkt lekker.' Hij knipoogt en grapt dan: 'Ik zal zorgen dat ik mijn broodtrommel leeg voordat ik weer thuis ben. Anders krijg ik van mijn vrouw op mijn kop.' Via de portofoon van Luuk en Chris komt er een melding binnen van een verkeersongeval met letsel. Meteen reageert Chris op de meldkamer dat ze in de buurt zijn en er binnen vijf minuten zullen zijn. De meldkamer geeft toestemming om met zwaailichten en sirenes te rijden. Luuk zit achter het stuur en geeft vol gas in de richting van de snelweg. Wat er precies gebeurd is weten ze nog niet, maar een ongeval met letsel op de snelweg kan verschillende dingen betekenen. Iemand kan pijn hebben aan zijn arm, maar er kan ook iemand bekneld zitten in een auto na een ernstig ongeval. "Ongeval met letsel" klinkt zo nietszeggend.
Met de zwaailichten hypnotiserend om hen heen en de sirenes loeiend door de schemering van de avond rijdt Luuk over de provinciale weg die uitkomt op de snelweg. Zijn adrenaline zit hoog. Zijn ogen flitsen over de weg, zodat ze altijd op tijd zullen zien wat er om hen heen gebeurt. Zijn oren zijn doof voor alles wat er nog binnenkomt via de porto. Andere politieauto's die zich aanmelden, andere meldingen die binnenkomen, aanwijzingen van Chris. Alles wat niet van belang is voor deze rit en deze melding, wordt door Luuk niet meer geregistreerd. Op deze momenten voelt Luuk dat hij leeft. Deze momenten zijn magisch, ze zijn niet van deze wereld, ze zijn onrealistisch. En toch is een melding zo realistisch als het avondeten dat hij nu mist. Zo simpel kan het vergeleken worden. Hoe erg een melding ook kan zijn, het is een onderdeel van de dag. Het hoort erbij.
Mensen die niet bij de politie werken, mensen die elke dag naar kantoor gaan, die begrijpen niet hoe het mogelijk is om in twee zo'n verschillende werelden te kunnen leven. De werelden zijn niet met elkaar te vergelijken. In de ene wereld trekt Luuk zonder nadenken een pistool als er levensgevaar dreigt en ligt hij regelmatig te knokken op de grond met een winkeldief die niet mee wil werken. In zijn andere wereld speelt hij met zijn twee kinderen en knuffelt hij liefdevol zijn vrouw. Eén persoon, twee werelden. Luuk blijft dezelfde, maar speelt een totaal andere rol.
Nu zit hij vol in de rol van de agent. Zijn focus ligt op de weg voor hem, naast hem en achter hem. Vier minuten later zien ze de file die het ongeluk veroorzaakt heeft. De spits is net voorbij maar toch is het nog druk op de weg. Door de regen die vanmiddag is gevallen, zijn veel mensen met de auto naar hun werk gegaan. En zodra er in Nederland een druppel regen valt, kun je er van uit gaan dat er files ontstaan. Dat is nou eenmaal een feit.
Over de vluchtstrook rijdt Luuk langs de ontstane file. Niet veel verder zien ze de oorzaak. Twee auto's staan dwars over de weg. Een derde staat achterstevoren tegen de vangrail aan. Van een aantal auto's staan de deuren open zodat de regen gewoon naar binnen valt. De eigenaren van de auto's lopen rond tussen de slachtoffers, en proberen eerste hulp te verlenen. Luuk en Chris kijken om zich heen om de situatie in te schatten. De elektronische borden boven de snelweg geven rode kruizen aan, de snelweg is volledig afgesloten. Er zijn nog geen andere politieauto's of ambulances aanwezig, al zullen die zeker onderweg zijn.
Chris loopt in de richting van de getroffen auto's en begint te roepen. Met zijn grote postuur, breed getrainde lichaam en zware stem valt hij meteen op en alle hoofden draaien zijn kant op. 'Wie niet bij het ongeluk betrokken is of eerste hulp verleent, gaat terug naar zijn eigen voertuig!' Hiermee wijst hij naar de rij stilstaande auto's met open deuren. Een aantal mensen begint twijfelend terug te lopen naar hun auto. Een enkeling wil graag zijn verhaal doen aan Chris of Luuk, maar ze worden direct doorverwezen naar hun voertuig. Later zullen ze naar hen luisteren maar dat heeft nu geen prioriteit.

Offline, gamen gaat je reddenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu