Offline hoofdstuk 19

3 0 0
                                    


19.

Ik word wakker van mijn dekens die bewegen en een warm lijfje met koude voetjes die tegen me aankruipt. Ik sla een arm om haar heen en geef haar een kus op haar warrige haren.
'Wat is er kiddo?'
'Mama doet eng,' antwoordt een klein stemmetje.
Dus mijn voorgevoel was terecht. Het is weer zover.
'Blijf maar lekker bij mij.'
Ik hou mijn kleine zusje nog steviger vast en wacht tot ze rustig in slaap valt. Ondertussen luister ik naar geluid in huis.
Beneden hoor ik iets wat lijkt op gerommel in kastjes. Deurtjes die open en dicht blijven gaan en voetstappen die van de keuken naar de gang en naar de woonkamer lopen. En weer terug. Met snelle korte stappen loopt mam dezelfde route, steeds opnieuw. Alsof ze iets zoekt, alsof ze haast heeft.
'Nee!' hoor ik haar roepen.
'Nee, nee!'
Ik hoor alleen mijn moeder. Waar is Paul? Hij is toch vrij vandaag? Hij kan mam toch proberen te kalmeren?
Even twijfel ik of ik zelf naar beneden zal gaan om te kijken wat er aan de hand is. Maar met Anne in mijn armen lijkt het me beter dat ik hier blijf. Ik heb geen idee hoe ik mijn moeder moet helpen als ze zo is. Dan kan ik beter voor mijn zusje zorgen. Ik weet tenminste wel hoe ik dat moet doen.

De komende uren hoor ik mam niets anders doen dan rondlopen, kastjes open en dicht doen en af en toe iets roepen. Om half vier hoor ik eindelijk de stem van Paul. Een half uur later komen hij en mam de trap op en ze gaan naar bed. Gelukkig, het is hem gelukt. Ik hoop dat mam nu rustig kan slapen en dat het morgen weer beter met haar gaat. De vorige keer heeft het een week geduurd voor ze weer aanspreekbaar was na een 'gekke' nacht. Ik hoop dat het nu niet zo lang duurt. Het was zo fijn om weer een lieve, rustige moeder in huis te hebben. Haar lach klinkt zo licht en prettig als ze met de meisjes speelt. Haar lieve appjes geven me vlinders in mijn buik. Ze maken mijn dag gezelliger, ook al zijn het maar woorden op een telefoon.

Ergens in de vroege ochtend moet ik in slaap zijn gevallen want ik word wakker van mijn kamerdeur die opengaat. Paul komt naar mijn bed gelopen en gaat er op zijn hurken naast zitten. Hij aait Anne liefdevol over haar hoofd.
'Heeft ze een beetje geslapen?' vraagt hij aan mij.
'Ja, ze is maar eventjes wakker geweest.'
'Mooi, dan breng ik haar zo naar school.'
Nu kijkt Paul mij aan. 'En jij?'
Mijn hoofd voelt alsof hij niet aan mijn lijf vastzit. Mijn rechterarm is gevoelloos onder het gewicht van Annes hoofd. Mijn ogen lijken maar niet open te willen blijven staan.
'Ik denk dat ik één of twee uurtjes heb geslapen.'
'Wil je een dagje thuisblijven?' stelt Paul voor.
'Dat kan niet,' zeg ik terwijl ik een gaap probeer te onderdrukken. 'Ik moet naar school.'
'Ik weet het Thijmen, maar je mag ook wel eens een dagje thuisblijven. Ik ben zo trots op je, hoe je voor Anne zorgt en hoe je op school je best doet. Maar gun jezelf ook af en toe een dagje rust. Dat kan geen kwaad.'
Ik denk even na.
'Eén dag,' geef ik toe.
'Ik zal school even bellen. Rust maar lekker uit.'
Hij tilt Anne uit mijn bed en neemt haar mee de slaapkamer uit. De deur sluit hij zachtjes. Ik ben weer alleen in mijn kamer. Er is stilte om me heen. Ik voel me uitgeput en leeg. Met een diepe zucht draai ik me om en trek mijn deken over mijn schouder. Het duurt niet lang voor ik in slaap val.

Offline, gamen gaat je reddenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu