Offline hoofdstuk 29

3 0 0
                                    


29.

Ik druk Anne stevig tegen me aan en probeer mijn handen over haar oren te houden. Toch voelt ze de spanning in de ruimte en gaat ze, met haar gezicht in mijn nek, steeds harder huilen.
Ik wil niet zien wat er met mama gebeurt. De agenten staan met hun vuurwapens naar haar gericht en schreeuwen tegen haar. Ze schreeuwen tegen mijn moeder.
'Niet schreeuwen,' fluister ik, tegen niemand in het bijzonder. Ze kunnen me toch niet horen in alle chaos.
'Doe haar geen pijn,' fluister ik ook.

Op het moment dat de agent met de handboeien achter mama staat en zijn pistool wegstopt durf ik weer in te ademen. Als ook de blonde agent, die recht voor ons staat, zijn pistool laat zakken durf ik weer uit te ademen. Een diepe zucht ontsnapt me en ik voel hoe de tranen over mijn wangen rollen. Mijn hemel, in wat voor nachtmerrie zijn we beland?

De agenten pakken mijn moeder beide bij een arm vast en vragen haar of ze kan lopen. Nu ze geen wapen meer vast heeft en geen directe bedreiging meer vormt, schreeuwen ze niet meer.
Beneden hoor ik veel lawaai. Zware schoenen stormen de trap op. Ik kan niet tellen hoeveel mensen het zijn. Het klinkt alsof er een kudde wilde paarden de trap op komt rennen. De mensen roepen en schreeuwen naar elkaar, zoekend naar waar alles zich afspeelt. Het enige wat ik kan denken is: alsjeblieft, doe zachtjes, Lotte slaapt nog.
Tussen het geschreeuw hoor ik een bekende stem. Paul! Hij is thuis. Ik haal mijn handen voorzichtig van Annes oren. 'Papa is er, kiddo. Alles is voorbij.'
Anne kijkt met rode oogjes van het huilen naar me op. 'Oké,' zegt ze met een piepstemmetje dat nog luid snikt van het huilen. Ze legt haar hoofd weer rustig tegen mijn schouder.

'Waar zijn mijn kinderen?' hoor ik Paul roepen. 'Ik wil naar ze toe! Laat me erdoor!'
Paul wordt niet doorgelaten. Ik hoor dat hij wel Lotte uit bed mag halen die, nogal voorspelbaar, krijsend wakker is geworden uit haar slaap. Een aantal zware voetstappen, en een krijsende Lotte, verdwijnen weer naar beneden.
Andere zware voetstappen zijn inmiddels de trap naar zolder op komen rennen. Een agent met zwarte, korte krullen en een bril komt als eerste door de deuropening. Hij neemt mama's rechterarm over van de agent met de blonde haren. Mama wordt aan haar armen naar beneden begeleid. Op de trap gaat het wat moeizaam. Mama is nog steeds wat rillerig en staat niet zo stabiel op haar benen. Maar gelukkig zijn de agenten vriendelijk en ze helpen haar voorzichtig naar beneden.

En hier zit ik. Anne is op mijn schoot in slaap gevallen. Ze hangt een beetje naar links en leunt op mijn arm. Mijn linkerhand begint al te tintelen. Nog even en mijn arm wordt afgekneld door mijn zusje, maar ik laat haar zo lang mogelijk zitten hoe ze zit. Ik ben al blij dat ze slaapt en niet meer bang hoeft te zijn.
Het mes ligt nog steeds op de grond. Er staan inmiddels een paar agenten omheen, maar niemand raakt het aan.

'Hoi Thijmen,' zegt de agent met de blonde krullen. Hij is naar me toe gelopen en komt recht voor me op zijn hurken zitten.
'Uh, hoi,' breng ik verbaasd en vermoeid uit.
'Het is allemaal wel heftig hè, wat er vandaag gebeurd is?'
Ik knik. 'Ja, nogal.'
'Ik ben Luuk,' zegt de agent. 'Een half uur geleden zaten we samen te gamen met Inaya, weet je dat nog?' Luuk lacht vriendelijk naar me. Ik kijk in zijn blauwe ogen en herken hem ineens van zijn profielfoto.
'Hè?' Ik begrijp er maar weinig van.
'We hoorden het gegil van je zusje door onze headsets en toen je ineens verdween wist ik dat er iets niet in orde was.' legt Luuk uit. 'Gelukkig wist Inaya me te vertellen hoe ik bij je huis moest komen. Vandaar dat ik nu hier ben.'
Zonder dat ik het wil moet ik lachen. 'Nu zal mama nooit meer kunnen zeggen dat gamen tijdverspilling is.'
Meteen na de grap, waar Luuk gelukkig ook om moet lachen, voel ik me schuldig.
'Wat gaat er met mijn moeder gebeuren?' vraag ik. 'Ze is ziek, ze wist niet wat ze deed.'
'Dat denk ik ook,' knikt Luuk. 'Ik ben geen psycholoog, maar ik denk dat je moeder in een psychose zit. Ze beseft niet wat ze doet.'
Luuk is even stil.
Dan begint hij me uit te leggen: 'Je moeder gaat mee naar het bureau. Wij laten een arts komen die kan beslissen of ze direct hulp nodig heeft. Een rechter zal uiteindelijk moeten beslissen of ze vervolgd gaat worden voor huiselijk geweld.'
'Maar ze heeft uiteindelijk toch niks gedaan?!' roep ik verschrikt.
Luuk schudt zijn hoofd. 'Sorry Thijmen. Ze heeft jullie wel bedreigd en opgesloten. Daar moeten we wel iets mee doen.
'Het vervolg is aan jou,' hij wijst met zijn vinger naar mij, 'Jij kunt aangifte doen voor bedreiging. In dat geval neemt een rechter jullie leed mee in de beslissing wat er met je moeder gebeurt. Je kunt er ook voor kiezen om geen aangifte te doen..'
Luuk lijkt even om zich heen.
'We gaan we je moeder straks waarschijnlijk overdragen aan de GGZ. Weet je wat dat is?'
Ik knik. 'Dat heeft toch te maken met gekke mensen?'
'Ja, zoiets. Je moeder is niet gek, maar wel ziek,' legt Luuk verder uit. 'Ze heeft hulp nodig, en jullie misschien ook. Het is niet niks wat zich vandaag heeft afgespeeld.'

Ik knik weer. Ik denk dat ik het wel begrijp. In mijn hoofd speelt zich een hoop af. Ik moet nadenken.
Mijn moeder deed dit niet zelf. Een stem in haar hoofd zei haar dat ze dit moest doen, daar ben ik van overtuigd. Mama zou ons nooit in gevaar brengen.
Maar ze heeft wel hulp nodig! Steeds vaker heeft ze moeilijke nachten en steeds vaker praat ze tegen niemand in het bijzonder. Ik weet niet wat er met haar aan de hand is, maar ik weet wel dat er iets moet veranderen.
'Ik wil geen aangifte doen,' hoor ik mezelf zeggen. 'Maar ik wil wel dat mijn moeder goede hulp krijgt.'
Luuk knikt. Hij begrijpt het. Hij rijkt in zijn jaszak en haalt er een kaartje uit. 'Ik weet dat je mij online kunt bereiken, maar ik wil je ook mijn telefoonnummer geven. Je mag me altijd bellen als dat nodig is.'
Ik kijk naar het kaartje en zie dat het een visitekaartje is.
Digitaal wijkagent, staat er groot afgedrukt. Daaronder de naam, het telefoonnummer en e-mailadres van Luuk. Ik neem het kaartje aan en bedank hem.


Offline, gamen gaat je reddenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu