Hoofdstuk 10

464 34 3
                                    

Als we klaar zijn met ontbijten, zijn we van plan om even door het ziekenhuis heen te gaan lopen en naar buiten te gaan. De doktoren zeggen dat ik geen rolstoel nodig heb, gelukkig. Ik pak mijn tas en jas en we beginnen onze wandeling.

We lopen over elke etage, en op de onderste verdieping, eten we wat bij het restaurantje. We nemen allebei een tosti joppie en een cola.

Daarna gaan we naar buiten, het dorp in. ik heb nog steeds de 150 euro op mijn bankpas staan.

Het is zomer, en best warm. ik knoop mijn jas om mijn middel, en Bibi doet hetzelfde. we lopen een leuk winkeltje, klein winkeltje in waar ze allemaal leuke kleding hebben. ik zie al gelijk een lichtblauwe skinny jeans, wat high waist is en een leuke croptop voor erboven. Bibi neemt dezelfde broek, en een andere croptop erboven. We passen ze en we rekenen daarna af. dan is het weer tijd om naar het ziekenhuis te gaan.

We komen terug mijn kamer binnen, en daar zit iemand op mijn bed; mijn moeder.

30% {H.S} Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu