Hoofdstuk 27

437 31 8
                                    

Hier is het dan; kamer 213. Ik kijk Harry's kant op, en hij geeft me een knikje, als teken dat ik moet aankloppen. Ik klop 3x, en dan gaat de deur open. Bibi staat in de deur opening, gedouched en klaar om te gaan. Ik zie Jason op het bed zitten, met zijn handen in zijn haar. Bibi ziet me kijken, en geeft dan een zwak glimlachje.


Jason merkt dat er bezoek is, en draait zich om. Hij ziet er vreselijk uit. Zijn ogen en wangen zijn rood, en zijn ogen staan dof. Ik loop naar hem toe, ga naast hem op bed zitten, en knuffel hem. Gelijk knuffelt hij mij terug, dit is wat hij nodigt had, wat ik nodig had; Liefde van familie.


Nadat we uit zijn geknuffeld, zie ik dat Harry en Bibi elkaar al beter heben leren kennen. Jason en ik lopen naar ze toe, en Harry geeft Jason een 'menhug'. ''Laten we gaan ontbijten!'' Zegt Bibi, gelukkig niet al te enthousiast.


We zitten nu in de 'kantine' van het ziekenhuis. We hebben een tafeltje gekregen zodat niemand ons kan zien, want ja, we zitten hier met dé Harry Styles. We zijn allemaal al een beetje opgeknapt, en het word steeds weer een beetje meer hoe het was. Je merkt wel dat er verdriet is, maar we proberen er niet aan te denken, dat is het beste.


We zitten rustig te ontbijten, totdat er een zuster aan komt rennen. ''Meneer en mevrouw Whittemore, uw moeder heeft net gereageerd.'' Zegt ze. We kijken elkaar blij aan, maar dan begint de zuster weer te praten; ''Ze is nog niet wakker, daarom hebben we jullie nodig, om te kijken of ze op jullie stem nog een keer reageert.'' Ik denk geen seconde na, net als de rest. We pakken onze spullen, en haasten ons naar de kamer van mijn moeder.


Wanneer ik de deur open doe, zie ik mijn moeder vredig liggen. Ik ben alleen de kamer in gegaan, om drukte te voorkomen. Ik pak de stoel in de kamer, en zet hem naast het bed. Ik pak mijn moeders hand vast, en begin zachtjes te praten.


''Heyy mam, ik ben het, Sophie. Dit is raar. Meestal ben jij degene die mijn hand vast pakte, als ik mijn chemo kreeg. Ik was bang, zo bang. Je hield mijn hand vast om me te kalmeren, en je zong erbij. Mam, je hebt zo'n mooie stem, echt waar. Elke nacht als ik ga slapen, en jij bent er niet, verbeeld ik me dat je voor me zingt, het kalmeert me. Alsjeblieft mam, de doktoren hebben gezegd dat jij degene die beslist of je hier blijft, of dat je naar boven gaat, naar papa. De doktoren hebben gezegd dat je het zou weten, omdat je onze stemmen kan horen in de kamer. Alsjeblieft mama, stay. Jason heeft je nodig, ik heb je nodig....''


en de laatste zin zeg ik nog zachter, en met tranen in mijn ogen, sluit ik het verhaal af. Ik wacht hoopvol, maar geen reactie. Waarom dacht ik ook dat het zou lukken?


Ik besluit om op te staan uit mijn stoel, maar ik word tegen gehouden door een hand, en een schorre stem die zegt; ''Ik zal er altijd voor jullie blijven.''


Ik draai me met een ruk om, en kijk zo de mooie, bruine ogen van mijn moeder in. ''Mama?''

30% {H.S} Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu