Hoofdstuk 26

417 29 16
                                    

Ik word wakker, en voel 2 armen om mijn heen. Ik kijk naar rechts, en ik zie Harry. Hij is zo perfect als hij slaapt. Zijn haren zijn door de war en hij kwelt een klein beetje,wat hem nog extra schattig maakt. Maar dan, herinner ik weer wat er gister is gebeurd, mijn vader is overleden... Mijn moeder, ligt nog steeds in coma.


Om mijn gedachtes te blokkeren van al die drama, pak ik mijn telefoon, die op het nachtkastjes naast me ligt. Ik zie dat Bibi mij een berichtje heeft gestuurd.


Bibi: Hey Soph! Ik wou nog even met je praten en je troosten, maar je lach al te slapen, met Harry. Als je wakker bent, wil je dan naar kamer 213 lopen, en aankloppen? Jason en ik verblijven hier. Dan kunnen we ook samen gaan ontbijten Doeii x


Ik zie nu dat het pas half 9 is, maar ga toch mijn bed uit. Ik stap voorzichtig uit bed, om Harry niet wakker te maken. Ik ga naar mijn kledingkastje, en pak er wat makkelijke, en comfortabele kleding uit. Daarna loop ik naar het kleine,maar o zo bekende badkamertje, en kleed me uit. Dan stap ik onder de warme douche.


Ik stap er ongeveer na 15 minuutjes uit, en kleed me dan aan. Als ik klaar ben, zie ik dat Harry nog steeds aan het slapen is. Hij word ook nergens van wakker xD. Het is nu 9 uur, en ik twijfel om Harry wakker te maken. Toch doe ik het, en schut hem zachtjes wakker.


''Harry, wakker worden.'' zeg ik. Ik hoor wat gemompel en gekreun, maar dan draait Harry zich om, en ik kijk zo in zijn mooie, heldere ogen. ''Goedemorgen Soph.'' Zegt hij met een goddelijke ochtendstem, en dan, geeft hij mij een zoen. Ik verstijf, en Harry trekt terug. ''Sorry Soph!'' Zegt hij schuldig. Ik schiet in de lach, en even vergeet ik mijn vader. Dan zoen ik hem terug. Ik voel me gelukkig, op dit moment. Alle drama om mij heen vergeet ik gewoon.


Wanneer wel allebei terugtrekken, bloos ik. ''Harry, kleed je aan, we gaan ontbijten met Jason en Bibi, mijn broer en schoonzus.'' Zeg ik. Hij staat op, en pakt kleding en een handoek uit zijn tas, die hij blijkbaar had meegenomen.


''Harry, nog één vraagje, hoe wist je van alles, van gister?''


''Bibi belde me, en vertelde me alles. Toen ben ik hier heen gereden zo snel als ik kon, om jou te troosten.'' Zegt hij met een zwak glimlachje.


Ik loop naar hem toe, en knuffel hem. ''Thanks Harry, Ik hou van je.'' Zeg ik met een traan in mijn ogen. ''Ik ook van jou.''





30% {H.S} Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu