~Hoofdstuk 7~

788 32 9
                                    

Matthy's pov:

"Wat ga je nu doen?" Vraagt Ezra. We zitten nog steeds op het zelfde bankje waar we een uur geleden zijn gaan zitten. Ik haal mijn schouders op. "Ik weet het niet." Geef ik toe. "Ik denk dat het tijd wordt om door te gaan, je loopt nu vast en het is lang genoeg geweest." "Maar hoe?" Ik had nooit gedacht dat ik mijn vijftien jarige broertje om zulk advies zou moeten vragen. "Praat met Robbie, leg eens uit wat er door je heen gaat en luister naar wat hij te vertellen heeft. Daarna ga je eens goed zitten met jezelf en kijk je eens goed naar waar je de komende tijd op wil focussen." Ezra's plan klinkt goed, alleen weet ik niet zo goed wat ik van het idee om met Robbie te praten moet vinden. 

"Je wil niet met Robbie praten of wel?" Vraagt Ezra dan. Ik schud mijn hoofd. "Je moet hem toch een keer spreken, beter nu en dan ga je door. Kan je dit hoofdstuk eindelijk afsluiten, is beter voor beiden van jullie." Ik denk nog eens goed na maar weet dat Ezra gelijk heeft. "Je zou wel psycholoog kunnen worden maatje." zeg ik lachend. Hij bloost een beetje maar schud zijn hoofd. "Jij bent al moeilijk genoeg." Zegt hij lachend. Voorzichtig lach ik mee met een gevoel van opluchting. "Kom we gaan naar huis." zeg ik. We staan op en samen lopen we weer richting de auto. Zij aan zij net als vroeger. 

Robbie's pov:

Na dat Milo me eindelijk wist te overtuigen uit de toiletten te komen omdat hij vond dat ik daar niet de hele dag kon gaan zitten huilen. En deels omdat Koen nodig na de wc moest, heb ik alleen maar voor me uitgestaard naar een zwart scherm. Iedereen op kantoor had wel door wat er aan de hand was maar het kan me even niks meer schelen. Raoul vertelde dat Matthy met Ezra had gepraat en de rest van de dag weg bleef. Ik weet niet waar het gesprek over ging maar volgens Raoul was het een goed gesprek. 

"Ga je mee?" Ik kijk op en zie Milo voor me staan terwijl hij zijn spullen pakt. Ik kijk even naar de klok en weer terug om te zien dat het vier uur is geweest. Ik knik zachtjes en sta op om mijn spullen te pakken. Veel valt er niet op te ruimen, het is net alsof ik een half uur geleden het kantoor ben binnen gelopen en mijn spullen nog moest uitpakken. Ik zucht diep en kijk met een schuin oog naar het lege bureau van Matthy. Alles netjes opgeruimd en geordend, net als thuis. 

"Wij gaan er van door, tot maandag!" Roept Milo terwijl ik hem zachtjes naar de uitgang volg. Raoul kijkt even op en geeft een afwezig knikje. Milo en ik lopen in stilte de trap af richting de parkeer garage. "Ga je nog wat doen?" Vraagt Milo. Ik kijk hem vragend aan. "Met Matthy? Nee natuurlijk niet, hij wil niet met me praten." Milo lacht zachtjes en schud zijn hoofd. "Jij bent ook constant met je gedachten bij die jongen. Net als toen jullie nog samen waren..." Even is hij stil alsof hij zich beseft wat hij zojuist heeft gezegd. "Sorry." Voegt hij er snel aan toe. "Geeft niet, maar wat bedoelde je dan?" Vraag ik graag naar een ander onderwerp over te willen gaan. "Ik bedoelde of je dit weekend nog iets ging doen." Legt hij uit. 

"Geen idee, ik heb nog niks gepland." Er zijn maar weinig mensen die nog uit zich zelf vragen om iets te gaan doen. Al helemaal na wat er tussen mij en Matthy is gebeurd. Wat natuurlijk vrij logisch is, ik denk dat ik in hun situatie precies het zelfde zou doen. Als ik alleen maar kon uitleggen waarom waren dingen zoveel makkelijker geweest. Ik zucht diep en haal mijn auto van het slot. "Fijn weekend." Zeg ik tegen Milo. Milo legt een hand op mijn schouder. "Ik ben er voor je, en ik weet niet of het helpt maar ik geloof je." zegt hij met een warme stem. "Wat geloof je?" Vraag ik. Hij haalt zijn schouders op. "Wat er ook gebeurd mag zijn, en waarom je het ook hebt gedaan ik geloof dat je het nooit hebt gedaan om Matthy bewust pijn te doen." Na dit gezegd te hebben draait hij om en loopt naar zijn eigen auto. 

Onderweg naar huis hoor ik steeds weer diezelfde woorden die Milo tegen me heeft gezegd. Zou hij me echt geloven als hij wist waarom. En als hij mij gelooft is het dan inderdaad niet zo erg en moet ik dan eerlijk zijn naar Matthy. Bij de gedachten met Matthy te praten en uit te leggen waarom schud ik mijn hoofd. Hij zou me toch nooit geloven. 

Wanneer ik thuis ben gooi ik de deur achter me dicht en laat mijn spullen in de gang achter. Nadat ik uit ons huis ben weggegaan heb ik een klein appartementje gekocht. Ergens heb ik altijd gehoopt dat ik terug mocht komen, dat alles weer verder zou gaan zoals het was. Als ik de woonkamer binnen kom valt mijn blik gelijk op de foto die op de kast staat. Een foto van Matthy en mij gemaakt tijdens een etentje op ons twee jarig jubileum. Twee maanden voordat alles mis zou gaan. 

Ik loop de rest van het huis door, de trap op naar de slaap kamer. Ik kleed me om en ga in bed liggen. Ik kijk op de wekker en zie dat het net zes uur is geweest. Wakker blijven betekend dat ik nog uren alleen moet zijn, en mijn gedachten de enige volg van gezelschap zijn. Ik open de lade van mijn nachtkastje en pak het zwarte doosje. Mijn vingers glijden over de zachte stof waarmee het doosje is bekleed. Bang om de waarheid onder ogen te komen open ik het doosje voorzichtig. De eerste keer sinds ik de inhoud kocht kijk ik naar de glimmende ring, zilver ingelegd met kleine groene diamantjes. 

A/n:

Ik heb niet veel te zeggen over dit deel behalve dat het verhaal nu echt is begonnen. Laat je gedachten de vrijeloop en bereid je vast voor op het onbekende. 

<3

Help me dan - MabbieWhere stories live. Discover now