Terwijl iedereen aan het eten was, zat ik aandachtig mee te luisteren met een gesprek tussen Daniel en Lando. Ze hadden het over hun auto.
Charles lachte toen Lando zijn armbandje en dje van Sophie liet zien. "Schattig" zei hij. Door het lachen kreeg hij kuiltjes in zijn wangen. My god, is het lastig om je ogen daar van af te houden. Wacht huh? Wat dacht ik nou? Niet doen, Juul!
Ik nam nog een hap van mijn soep, die nog voor de helft vol zat. Ik schoof de kom van me af. "Heb je ook een armbandje?" vroeg Pierre en raakte voorzichtig mijn arm aan waar het armbandje zat. Ik schrok uit mijn gedachten en verschoof mijn arm iets. "Ja, van Daniel gekregen" zei ik en wreef over mijn arm, waar Pierre me net aangeraakt had.
Daniel hield trots zijn arm omhoog met het armbandje, "we matchen" zei hij blij. Iedereen moest lachen. Ik had ook nog steeds de pet van Daniel op, die hij mij op gezet had.
Iedereen was inmiddels klaar met eten. Mijn kommetje zat nog steeds bijna voor de helft vol. De ober ruimde al onze borden af. Pierre keek me even aan. "Je hebt je soep niet op" merkte hij op. "Niet zo'n honger" zei ik, net zoals vanochtend. "Vanochtend had je ook al geen honger. Je moet wel eten mon Cheri" zei hij bezorgd.
"Ja, maar ik heb geen honger" zei ik nog een keer zachtjes. Ik wil naar huis, ik ben moe. Pierre zuchtte even. Ondertussen werd er afgerekend, wat ik niet doorhad. "Ga je mee?" vroeg Daniel en tikte me op mijn schouder. Ik schrok op.
Iedereen stond al buiten te wachten. "Oh" was het enige wat ik uitbracht. Hij knielde even bij me neer. "Gaat het wel goed? Je bent zo afwezig vandaag" vroeg hij. Ik kon wel janken. Ik wilde schreeuwen dat het niet meer gaat. Maar in plaats daarvan, zei ik: "Ja gaat prima, alleen een beetje moe. Ik heb slecht geslapen vannacht."
En of ik slecht had geslapen, amper zelfs. "Je weet dat je met me kan praten als er wat is hè?" zegt hij. Hij geloofd niet wat ik net zei, dat kan ik aan hem zien. Ik knikte als reactie. "Kom, dan gaan we naar buiten" zei hij en ik liep achter hem aan.
We liepen naast elkaar. Hij sloeg zijn arm om me heen en drukte mij tegen zich aan. Dit voelde wel even fijn. Ik sloeg ook mijn arm om hem heen en samen liepen we achter de groep aan.
"Ik ben blij dat ik jou heb Daniel" zei ik tegen hem en keek omhoog. Hij lachte naar me. "Ik ben ook blij dat ik jou heb" zei hij en keek naar beneden. Daniel is er altijd voor me en ik voor hem.
We kwamen aan bij de auto's. We zeiden elkaar gedag en stapten allemaal in onze auto's. Ik stapte weer bij Charles en Pierre in. Ik was stil. Ik was duizelig en misselijk geworden. Waarschijnlijk omdat ik zo weinig had gegeten vandaag. Ik ademde een paar keer diep in en uit, maar het hielp niks.
We waren eindelijk thuis aangekomen. Ik was nog steeds duizelig en misselijk. Ik stapte uit de auto en knipperde even met mijn ogen. Ik hield me even vast aan de auto, ik was echt duizelig. Ik zag vlekjes. Charles merkte me op. "Gaat het goed?" vroeg hij en ook Pierre keek om. "Gaat prima" zei ik kortaf. "Zeker?" vroeg Pierre en keek me doordringend aan. Ik knikte en hurkte even neer bij de auto.
~Flashback~
Ik zat bij de huisarts. Ik was net hard in mijn ribben geslagen door mijn ex. Het deed heel erg veel pijn. Mijn ex zat naast me. Ik had hem gesmeekt om me naar de huisarts te laten gaan. Ik mocht alleen als hij mee ging. Daar ging mijn hele plan.Ik was met mijn been aan het wiebelen, wat hij erg vervelend vond. "Stop met wiebelen, voor ik je been ook nog breek" siste hij en hield zijn hand op mijn been. Ik slikte en stopte met wiebelen.
Ik was eindelijk aan de beurt. Ik moest op de onderzoektafel gaan liggen. De arts deed mijn shirt omhoog en zag mijn ribben. "En hoe was dit gebeurd?" vroeg hij. "Eh, gevallen...op de loopband in de sportschool" loog ik. Ik kon niet anders dan liegen, want mijn ex stond naast me.
JE LEEST
Lights out, helmets on ~ Charles Leclerc
FanficHet begon allemaal toen onze moeders elkaar ontmoetten. Er is altijd haat tussen ons geweest. Waarom weet ik niet, het was gewoon zo. Je hebt me gekwetst en je hebt het niet eens door volgens mij. We kennen elkaar als vanaf onze geboortes, maar toch...