Hoofdstuk 9: Missie 037

27 4 0
                                    

Simon smeet de foto van Gemaal op de tafel.
"Een van de slechtste dictators in het land. Houdt zich op het moment nog steeds schuil in Tokyo. Maar hij veranderd om de zes uur van locatie. De laatste keer dat we hem gespot hebben was drie uur geleden in het Shun Yi Hotel. Daar ga je aanwijzingen halen. Dit is geen test. Je krijgt geen militaire hulp, en je maakt geen direct contact met de vijand."
Kida knikte.
Simon gaf haar een kleine kaart van de stad. Hij kwam op de tafel zitten.
"Luister... wees alsjeblieft voorzichtig oké? Ik wil niet dat jou iets overkomt." zei hij.
Kida knikte. "Zal ik doen."
Hij leunde naar voren om haar te zoenen. Maar ee weigerde. Ze stond recht en trok haar kogelvrije vest aan. Ze hoorde Simon achter haar zuchten. Het kon haar niet schelen. Nu moest ze focussen op het vermoorden van de dictator. Een missie waar ze al jaren voor had getraind. Ze was er klaar voor. Dit moest gebeuren. Ze trok de extreem grote jas aan om haar vest te verbergen. Chase stond al klaar met de auto om haar te brengen.
"Zorg dat je klaar bent voor zonsondergang!" riep Simon haar nog na.
Kida knikte en ging in de auto zitten. Ze ademde diep in en uit. Ze moest dit doen. Nu was er geen weg terug. Ze kon dit.
Chase stopte de auto vlak voor het hotel.
"Voorzichtig zijn prinses." zei hij let een scheef lachje.
Kida gaf hem een stompje tegen zijn schouder. "Ik beloof het."
Ze opende het portier en ging naar buiten. Chase stoof weg, en hier stond ze dan. Alleen, midden in een drukke stad. Ze ging het hotel binnen. Er waren best veel mensen in de lobby, dus was het makkelijker om niet op te vallen. Ze wist dat Gemaal op de 30ste verdieping zou zitten, als hij er nu al niet weer weg was. Van Simon had ze een vals reservatie papier gekregen zodat ze op die verdieping terecht zou kunnen zonder zich verdacht te maken. Ze ging naar de balie.
"I reserved a room..." zei ze. Ze was niet echt goed in engels, dus ze hoopte dat die japanner het zou begrijpen.
De spleetoog nam haar papieren en knikte. "Ah yes. Room 3075." zei hij met een zwaar japans accent.
"Arigato." antwoordde Kida toen ze de sleutel kreeg. Dat was het enige Japanse woord dat ze kende, en het betekende gewoon dank u.
De man knikte en wees naar de liften.
Ze wrong zichzelf door de drukte en ging de lift in. Gelukkig stond ze daar alleen.
"Oké Moa. Ben je er klaar voor?"
Ik heb al wel eens vaker mensen vermoord hoor.
"Dat hoefde ik niet te weten... als je maar weet wanneer je hem mag wurgen."
Jaja als alle anderen rond hem dood zijn en jij het signaal geeft.
"Juist ja."
Ze ging de lift uit en nam haar pistool. Ze probeerde het wat te verbergen onder haar jas. Haar zogezegde kamer was vlak over die van Gemaal. Ze ademde in en uit.
"Oké Moa. Kijk of er iemand is en laat me binnen als het veilig is."
Dat deed hij. Hij controleerde of de kamer helemaal veilig was en forceerde toen het slot van de deur.
Kida ging gehurkt naar binnen. Ze werd meteen bedolven onder een enorme stank. Het rook wel als bloed, en de dood. Toen merkte ze waar het vandaan kwam, want vlak naast haar lag een lijk. Ze kroop weg van de dooie en probeerde zich te bedenken wat er hier gebeurd kon zijn.
Moa liet een of ander blauw stofje uit het lijk komen en liet het Kida's ogen in stromen. Plots kon Kida de gebeurtenissen zien. Gemaal was hier met zijn bende. Maar er was een aanval van buitenaf. Deze man was er bij omgekomen. Kida werd met een schok weer wakker en merkte dat ze nog steeds in de hotelkamer was.
"Ik moet te weten zien te komen waar Gemaal nu is."
Ze liep naar de kaart die op de muur hing. Het was een kaart van Tokyo, en er stonden bepaalde plaatsen aangeduid met een duimspijker. Een plek was omcirkeld. Ze keek naar de naam van de plek.
"Makoto Hotel... dat moet het hotel zijn waar ze nu zitten." bedacht Lida zich. Ze nam de kaart van de muur en ging op pad.
Ze liep het hotel uit. Oké eerste links, dan rechtdoor... Ze rende naar de overkant van de straat. Het kon haar niet schelen hoeveel mensen ze omver zou lopen. Ze liep het steegje in en kwam even op adem toen ze een raar soort gesnik hoorde. Achter de vuilniscontainer lag een jongetje. Hij was niet Japans, zijn huid was zwart. Er lag een geweer naast hem. Kida ging naast hem zitten.
"Hé.. alles oké?"
Het jongetje keek haar aan met een angst in zijn ogen. Hij nam zijn geweer en richtte het op haar.
"Rustig!" Kida stak haar handen omhoog. "Rustig... ik... ik kan je helpen."
Het jongetje keek haar vragend aan, maar besloot toch zijn geweer te laten zakken. Kida bracht haar hand dichter bij de wonde op het been van het jongetje.
"Moa... doe alsjeblieft wat je kan."
Moa heelde het been van het jongetje.
"Wow!" zei hij toen hij weer recht stond. "Je hebt mij genezen! Hoe kan ik je bedanken?"
Kida keek om zich heen om er zeker van te zijn dat niemand zou meeluisteren.
"Ik ben op zoek naar het Makoto Hotel. Weet jij waar dat is?"
De jongen knikte. "Volg mij maar. Ik kan je er ongezien krijgen."
Kida knikte. "Wat is je naam?"
"Salim." lachte hij.
Kida knikte. "Ik ben Kida."

Two souls, one bodyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu