Hoofdstuk 17: Indianenclan

29 5 0
                                    

Kida strompelde door de woestijn. Haar watervoorraad was net uitgeput. Haar tong leek wel op schuurpapier. Haar laatste beetje eten was ook op. Ze zou moeten wachten tot ze uit de woestijn was om een beetje te kunnen stelen. Plots hoorde ze een gebrom. Het was een auto die dichterbij kwam. Kida stak haar duim op zodat de auto misschien zou stoppen voor haar. Valse hoop. De wagen reed gewoon door. Kida zuchtte en strompelde verder. Ze besloot even later uit te rusten op een bankje. Ze wreef het zweet van haar voorhoofd met de onderkant van haar shirt. Ze keek even rond. Voor de laatste paar dagen had het landschap er ongeveer hetzelfde uitgezien. Haar oog viel op een gebouw aan de overkant. Een boerderij! Enthousiast liep Kida naar de overkant. Het terrein had een huis, een schuur en een opslagplaats. Ze liep naar de voordeur en klopte aan. 30 seconden later werd er opengedaan door een jongeman.
"Wat moet je?"
Kida keek angstig omhoog. De man had diepe bruine ogen. Zijn knappe hoofd torende hoog boven haar uit.
"Ehm... ik ehm..."
"Nou?"
"Ik hoopte dat ik hier een nachtje zou kunnen blijven..."
"Nee." hij maakte aanstalten om de deur te sluiten.
Kida stak haar voet ertussen. "Wacht! Ik ben al lang onderweg... ik heb geen voedsel of water... ik zal gewoon in de schuur slapen! Ik ben weg voor de zon opkomt."
"Luister je niet? Nee." zei hij abrupt.
Plots kwam er iemand anders in de deuropening staan.
"Hé Jack, met wie praat je?" zei de jongen.
Hij leek jonger dan de man die hij net Jack noemde. Zijn warrige haar lag zo dat het goed zat, zijn diepe bruine ogen leken zachter dan die van Jack. Hij had een gebruinde huid. Er was iets bekends aan hem. De jongen keek haar recht aan. Zijn ogen werden groter.
"Kida?"
Kida trok een gezicht. "Hoe ken je mijn naam?"
Hij fronste, en daarna grijnsde hij breed. Kida herkende hem nu. Die bruine ogen waar ze zo in kon verdrinken, die speelse scheve grijns, het warrige haar.
"Charlie!" gilde ze bijna.
Jack fronste. "Je kent haar?"
Charlie knikte en omhelsde Kida. "Ik heb je niet meer gezien sinds je vertrok naar Alaska!"
Kida gniffelde nerveus. "Ja... dat was de laatste keer ja."
Hij keek bezorgd. "Wat? Is er iets misgegaan?"
Ze haalde haar schouders op. Dan kwam er een oudere man in de deuropening staan.
"Wat is al die herrie?" vroeg hij.
Kida kwam voor hem staan. "Ik vroeg me af of ik hier kon blijven... voor maar een nachtje... dan ben ik weg!"
Jack kwam er weer bij staan. "We hebben geen tijd om gasten te ontvangen."
De oude man liet zijn hand op Jacks borstkas rusten. "We ontvangen graag eens een gast. Kom binnen."
Kida glimlachte en volgde de man naar binnen, gevolgd door Charlie.
"We wilden net gaan eten." vertelde de man. "Ik ben Paul trouwens."
"Kida." antwoordde ze.
Paul glimlachte en bood haar een stoel aan. "Ik heb gemerkt dat jij en Charles elkaar kennen."
Charlie knikte hevig. "Ze zat bij me in het paranormale centrum."
Jack lachte. "Geweldig. Nog een paranormaaltje."
Paul gaf hem een vuile blik, en focuste daarna weer op Kida. "Wel, ben jij paranormaal? Kan jij ook de gedachten van mensen horen?"
Kida aarzelde. "N-nee... Ik..."
Charlie kwam ertussen. "Zij heeft een andere soort kracht. Wil je echt weten welke?"
Paul lachte en schudde zijn hoofd. "Je moet het niet vertellen als je het niet wilt."
Kida glimlachte. Paul stond op en serveerde het eten. Wat steaks, worsten, aardappelen, en groentjes.
"Pak wat je wilt." zei Paul. "Je ziet er uitgehongerd uit."
Kida knikte dankbaar en vulde haar bord met het lekkers.
"Wat doe je hier eigenlijk in de woestijn?" vroeg Charlie met een mond vol.
Kida fronste. "Ik wilde hetzelfde aan jou vragen."
Charlie grinnikte. "Dit is mijn familie. Ik ging hier altijd op vakantie, maar toen jij weg was, wilde ik hier graag blijven."
"En Janice liet dat toe?" vroeg Kida verbaasd.
"Oom Paul had het geregeld." lachte hij.
Paul grijnsde naar Kida. Kida kon haar lachje niet verbergen.
"Maar jij hebt mijn vraag nog niet beantwoord." zei Charlie speels.
"Ik heb het er liever niet over." antwoordde ze.
Charlie knikte. Ze aten verder. Kida besefte nu pas hoeveel honger ze werkelijk had. Haar maag smeekte om meer. Ze schrokte bijna haar bord leeg. Plots stond Charlie recht.
"Het is er." zei hij.
Paul en Jack stonden meteen op en begonne samen met Charlie de ramen af te sluiten.
"Wat gebeurd er?" vroeg Kida.
Jack antwoordde. "Niets wat jou aangaat."
Paul gaf hem een vuile blik. "Beleefd blijven Jack. Kida, Charles zal je naar je kamer brengen. Maar wat je ook doet, blijf daar."
Kida fronste. "Waarom? Wat als ik naar de wc moet?"
"Er staat een pispot onder je bed." zei Jack bot.
"Maar-"
Charlie onderbrak haar. "Kida... blijf gewoon op je kamer. Ik kom je straks wel even gezelschap houden. Even bijpraten enzo."
Kida knikte onzeker.
Charlie ging verder met het afsluiten van de ramen. Plots kwam er een vreemd geluid.
"Was dat de wind?" vroeg Kida.
Paul draaide zich om. "Ja... ja da's de wind."
Charlie nam haar hand vast. "Kom, ik breng je naar je kamer."
"Ik heb niet echt een keus hé?" vroeg ze sarcastisch.
Charlie zuchtte en trok haar mee. Ze liepen door de lege gang. De laatste deur gingen ze binnen. De kamer was redelijk groot. In het midden stond een tweepersoonsbed. In de hoek stond een eenzame stoel. Charlie ging meteen de ramen afsluiten.
"Vertel me gewoon wat er aan de hand is."
"Voor je eigen veiligheid, beter niet." zei hij.
En daarna liet hij haar alleen in de kamer.

Two souls, one bodyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu