Hoofdstuk 11: Op de vlucht

26 4 0
                                    

Kida probeerde haar slaap te vatten in de waggelende trein. Ze had haar capouchon over haar gezicht heen getrokken zodat niemand haar zou herkennen. Ze soesde rustig terwijl Moa de mensen op de trein pestte. Plots begon hij aan haar kap te trekken.
"Moa." fuisterde ze. "Laat me met rust. Ik heb geen zin in je spelletjes."
Moa stootte het lege flesje naast haar om.
"Moa!"
Hij trok aan haar kap zodat ze met het gezicht naar het raam zat. Daar zag ze het volgende station in zicht komen. En iets anders wat haar niet beviel. Politiewagens.
"Shit." mompelde ze tussen haar lippen.
Ze moest de trein uit zien te komen zonder gezien te worden, zodat ze haar niet konden pakken. Ze trok haar kap nog steviger over haar hoofd en moffelde haar mond en neus onder haar sjaal. Ze stond op en zag al twee agenten aan de voorkant van de wagon staan. Dat wordt de andere kant. Ze draaide zich om en wandelde de andere kant op, zonder argwaan te wekken.
"Jongedame?" vroeg een van de agenten. "Blijft u even zitten? We zijn met een onderzoek bezig."
Kida stond even stil. De deur van de wagon was al opengegaan. Nu of nooit. Ze zette het op een lopen. Zonder na te denken sprintte ze naar de volgende wagon. Achter haar hoorde ze de twee agenten roepen.
"We hebben haar! Schiet op!"
"Hey! Blijf staan jij!"
Kida bleef lopen. Ze sleurde de deur open en rende de wagon in.
"Moa! Ik moet hier weg! Zoek een uitweg!"
Hij deed wat ze zei, maar vond niets buiten de ramen die ze kapot zou moeten breken om zich erdoor te wurmen.
Ondertussen bleef Kida rennen. Ze moest zich inhouden toen twee andere agenten voor neus verschenen. Achter haar waren de eerste twee agenten de weg al aan het versperren. Kida keek om zich heen, zoekend naar een ontsnappingsmogelijkheid. Het enige wat ze kon zien was het raam. Kida gaf de agent voor haar een stomp en trok het raam open. Ze wurmde zich erdoor, wild om zich heen schoppend, om de andere agenten af haar te houden. Ze klom het dak van de trein op. Het regende pijpenstelen, en de wind blies haar bijna het dak af. De trein waggelde en ze moest op haar hurken gaan zitten om haar evenwicht te bewaren. Ze zette het weer op een lopen. Een aantal andere agenten waren het dak al op geklommen. Kida ontweek ze met enige moeite. Ze rende naar de voorkant van de trein, springend en schoppend naar elke agent die ze tegenkwam. Plots verschenen twee agenten voor haar. Ze zagen eruit als bodybuilders, en blokkeerden de hele doorgang. Geen optie. Ze wilde terug naar achteren rennen, maar daar stonden er nog twee. Kida keek om zich heen. De enige manier was van de trein afspringen. Ze haalde diep adem.
"Help me Moa."
Ze sprong van de trein af. Moa crëeerde een soort krachtveld onder haar dat maakte dat ze niets zou breken. Toen ze landde hoorde ze de verwensingen van de agenten op de trein die voorbij raasde.
"Hoe kon je haar nou missen? Ze stond vlak voor je neus!"
Kida besteedde er geen aandacht aan en liep het dichte bos in dat voor haar lag. Ze moest goed opassen waar ze liep, want door de bomen kon het maanlicht haar geen licht meer geven, dus ze kon de omgevallen bomen voor haar niet zien. Ze rende tussen de bomen, sprong over een tak, slalomde tussen een aantal dennen. Achter haar hoorde ze de honden op haar af komen.
"Oh shit." vloekte ze.
Ze maakte een scherpe bocht naar rechts, richting de snelweg. Onderweg liep ze op een rots. Ze kon niet naar achteren of naar links of rechts. De enige manier is klimmen. Ze haalde diep adem en begon aan haar klauterpartij. Gelukkig vond ze genoeg houvast om boven te kunnen geraken. Plots voelde ze iets sleuren aan haar been. Ze keek omlaag en zag een hond met zijn bek om haar been. Ze probeerde hem van haar af te schudden, maar ze moest Moa's hulp inroepen om het klaar te spelen. Kida klom weer naar boven met een stekende pijn in haar enkel. Ze voelde hoe het bloed van haar been droop. Toch klom ze vastberaden door. Toen ze eindelijk boven raakte wilde ze het op een lopen zetten, maar haar been deed te veel pijn. Ze hinktr verder, weer in de richting van de snelweg. Daar aangekomen werd de weg versperd door politie.
"Fuck! Hoe ga ik daar langs komen?"
Ze keek rond om te zien of ze iets kon gebruiken als afleiding. Haar oog viel op een motor. Ze liet Moa bezit nemen van het lichaam van de man die erbij stond. Die schoot zijn kameraden in de benen en startte de motor. Kida sprong erop en Moa wurgde zijn gastheer. Kida vertrok en liet de gewonde agenten achter haar.

Later kwam ze aan bij een dorp. De weg was geblokkeerd door agenten. Er was zelfs een helikopter. Kida moest snel beslissen. Zich overgeven of erdoor racen en de dood riskeren.
"Stop!" riep de dikke agent die duidelijk de leiding had.
"Blijf daar staan en verroer je niet."
Kida startte haar motor weer.
"Agent Kida, ik arresteer jou als deserteur. Je hebt het recht om te zwijgen ma-"
Kida liet hem niet uitspreken en reed dwars door de blokkade heen. Alle agenten begonnen op haar te schieten. Gelukkig voor haar konden de meesten totaal niet mikken. Ze bleef gaan, ondanks de nog steeds zeurende enkel. Ze reed het dorp uit, de kille, donkere nacht in.

Two souls, one bodyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu