12 augustus 2025
Milo"TER REEGEN!"
Milo rent nog harder dan zijn benen hem mee kunnen nemen. De schreeuw die hij hoorde was oorverdovend. Er moest ook een goede reden zijn om hem te roepen en niet de andere stagiaires.
Hij rent richting het geluid en komt hijgend, tegen een deurpost aan, tot stilstand. Daar zit het meisje dat hij onder begeleiding heeft en alles behalve op haar plek zat hier. Het meisje dat gewoon een liefdevol thuis nodig had. Dat was alles. Dat had de jonge student al gezien binnen de korte tijd dat ze hier was.
Milo wilde het haar allemaal bieden maar kon niet veel op de paar vierkante meter die hij had in zijn studentenwoning in Leiden.
"Wat is er aan de hand?"
De vrouw, die zijn mentor is, staat aan de andere kant van de kamer. Eigenlijk wilt de man richting het meisje lopen maar het weerhoudt hem ervan omdat zijn mentor nog in diezelfde ruimte stond. Ze vond het idioot hoe Milo al zover was in zijn studie. Een jongen van dat kaliber was enkel in staat om het gespuis eruit te plukken. Soort zoekt soort had ze hem verteld. Daarom was hij aan de dertienjarige gekoppeld.
"Ze had nog wat drugs achtergehouden dus." De vrouw houdt het zakje omhoog en de maaginhoud van Milo lijkt hetzelfde te doen. "Oké maar ze is hier pas," Milo kijkt op zijn klok, "twintig minuten. Ze heeft niet eens de tijd gehad om die dingen weg te doen."
Als hij naast het meisje wil gaan zitten, merkt hij de afkeurende blik al van zijn mentor. Dit ging een zwaar jaar worden. Milo voelde het aan alles. Hij was hier pas twee weken maar het was nu al een heksenketel geworden.
"Het is jouw cliënt oké dus jij zorgt er maar voor dat je het regelt met haar. Ik wil haar geen enkele vorm van drugs nog zien vasthouden. Gebeurt dit wel dan kan jij een negatief stagerapport verwachten in ieder geval."
Met die woorden wordt de deur gesloten en is Milo nu alleen met het meisje. Ze blijft met haar vingers spelen en Miel wordt teruggetrokken naar de dag dat hij voor het eerst naar Frank en Jonathan ging. De mannen die zoveel hebben betekend in de ontwikkeling van Milo.
De man laat zich zakken tegen de muur aan en blijft haar aankijken. Hij ging dezelfde techniek toepassen als Frank. Zolang zij haar mond hield kon Milo genieten van de stilte. Pas wanneer zij er klaar voor was zouden beide tot een gesprek komen.
Hoe lang zou Milo op de grond hebben gezeten? Tien misschien vijftien minuten voordat een vorm van geluid de kamer vulde. Tuurlijk was er de klok die door bleef tikken maar de personen in de kamer waren het zwijgen opgelegd.
"Yinthe ik breng je zo een doos, daarin stop je alles wat je niet bij je mag hebben momenteel. Ik zal die doos niet openen en je zal mijn vertrouwen niet beschadigen. Echt geloof me maar meid, het komt altijd goed."
Nu kijkt Yinthe op en schudt ze haar hoofd. Het kwam helemaal niet goed. Ze was het spuugzat dat iedereen haar wijs probeerde te maken dat ze wisten waar ze doorheen ging. Niemand kon dat. Zij waren toch niet verslaafd? Zij hadden toch geen overvallen gepleegd? Zij waren hier toch niet weggestuurd van huis omdat hun oudere broer bang was?
"Je snapt het niet. Je zal het ook nooit snappen."
Het komt er stil en gebroken uit. Ergens had Milo op meer weerstand en zelfverzekerdheid gerekend bij het meisje dat zichzelf had gepositioneerd in een kleermakerszit. De gebrokenheid schrikt hem op een of andere manier gewoon af. Hij heeft geen idee waar dit meisje doorheen is gegaan, daar had ze een punt. Echter wist deze man wel als de beste hoe het voelt als je hier zit. In de situatie dat je cold-turkey van je verslaving wordt getrapt.
"Mag ik?" Hij wijst naar de lege plek op haar bed. Haar blik valt erop terwijl ze knikt. Milo had haar tot nu toe tot niks gedwongen. Hij had zelfs de deur weer geopend toen hij merkte dat het meisje helemaal ongemakkelijk werd. Hij wilt niet weten wat haar allemaal aan is gedaan.
De woorden van Frank spoken door zijn hoofd. 'Miel, hou werk en privé gescheiden. Hoe moeilijk het ook is. Je wilt niet in dezelfde situatie komen als ik heb gezeten. Jullie waren nog oké maar in Rotterdam was het vreselijk.'
Even stopt hij de woorden in een doosje. Een doosje waar enkel hij de sleutel van heeft. Het doosje bergt hij behoedzaam op.
"Ik denk dat ik je wel snap Yinthe."
Het meisje schudt haar hoofd. Ze had het zo onwijs vaak gehoord. Dat ze haar begrepen. Dat ze er niks aan kon doen. En dat was ook zo, ze kon er niks aan doen maar goed probeer dat jeugdzorg maar wijs te maken.
"Dat zegt iedereen. Waarom zou jij mij wel snappen." Ze wordt feller en Miel had haar nu waar hij haar wilde hebben. Gefrustreerd. Alleen dan kon ze de woorden opzuigen van Milo als een spons.
"Ik heb hier ook gezeten. Niet hier hier maar in Rhoon. Het eerste groepshuis in Nederland. Dus ja Yinthe ik denk dat ik je beter snap dan je denkt."
Het meisje kijkt naar haar stagiaire. Hij leek oprecht en had echt het beste voor met haar. Dat had ze in tijden niet meegemaakt. "Wil je dat ik erover vertel of?"
Yinthe knikt en hangt aan Milo zijn lippen.
"Milo! Opschieten! Over vijf minuten vertrekken we!" schreeuwt zijn huidige sociale werkster. Milo schreeuwt terug dat ze rustig moet doen en dat hij er zo wel aankwam. Voorzichtig opent hij een zakje en legt hij het witte goud op de vensterbank neer. Met uiterste precisie legt hij het neer en pakt hij zijn bankpasje erbij. Hij legt het lijntje strak en pakt een vloeitje, die hij oprolt om zo het witte goud beter tot zich te nemen.
Als hij voetstappen de trap hoort lopen, snuift hij snel alles op voordat hij betrapt kan worden. Met een ruk wordt de deur open getrokken. "What de actual fuck!" schreeuwt Milo, "kloppen is er niet meer bij of wel hier! Jezus christus, ben blij als ik eindelijk uit dit gesticht ben dadelijk." Zijn sociale werker haar ogen spuwen vuur en ze trok hem aan zijn haren naar achteren, "jij bent zo ontzettend onhandelbaar he! Ik heb nu al medelijden met de jongens met wie je in een huis gaat wonen. En wat al niet te denken van die arme sociale werker. Ik geef hem hooguit twee uur voordat hij je er weer uitgooit. Waarom ze jou hebben gekozen voor het nieuwe groepshuis, is voor iedereen een godswonder, maar ach je valt ons niet meer lastig."
Milo kijkt haar kwaad aan, maar probeert zijn agressie enigszins nog in te kaderen. Het liefst zou hij haar hier en nu volledig af matten, maar dat zou weer een aantal weken iso betekenen en Milo wilde maar al te graag hier weg. Hij wrijft de overgebleven cocaïne onder zijn neus vandaan en kijkt de vrouw aan. Hij pakt zijn tas en koffer en beukt haar aan de kant. "Nou opschieten dan," zegt Milo geïrriteerd, "hoe sneller ik hier weg ben hoe beter!"
Milo stapt de auto in en heeft zijn spullen op de achterbank gegooid. Zijn sociale werker had er ook genoeg van en start de auto zonder ook maar een woord te wisselen met de vijftienjarige tiener die naast haar zat. Ze start de auto vanuit Utrecht en heeft zichzelf er mentaal op voorbereid op de autorit die ongeveer een uur zou duren.
"Met hoeveel man zit ik daar?" vraagt Milo als zijn cocaïne in kickt en hij weer een beetje bij bedaren komt. Hij haalt een oortje eruit en kijkt de vrouw aan. "Vier andere gasten," zucht ze, "je bent er de jongste. Verrassend he? Meeste normale vijftienjarige hebben hun leven namelijk wel op de rit." Milo voelt de woede weer opkomen, wat is hij blij dat hij dadelijk weg is van de vrouw. "Echt roep me maar als we er zijn," reageert Milo bot, "tot die tijd, praat alsjeblieft niet tegen me voordat ik dadelijk echt uit mijn slof schiet!"
Nu kijkt Yinthe vol ongeloof naar de jongen naast haar. Waar Yinthe altijd was verteld dat ze niks waard was, zat ze nu tegenover een jongen die wellicht uit een dieper gat kwam dan zijzelf.
"Ik ga hier dadelijk een doos zetten," vervolgt Milo zijn verhaal, "het is echt beter voor je Yin. Geloof je me?"
Het meisje knikt als ze hem aankijkt. "Ik geloof in je meneer ter Reegen."
Ze moesten iedereen aanspreken met meneer of mevrouw en met de volledige achternaam. Milo schudt zijn hoofd, het voelde onpersoonlijk. "Alsjeblief noem me Milo."
Weer knikt ze. "Dankjewel meneer Milo."
JE LEEST
mi casa es su casa
FanfictionDe jongens gaan hun eigen weg. Ieder zijn eigen richting, ideeën, idealen. Hoe aard je in een stad waar je jaren niet meer bent geweest? Hoe ga je weer voor de klas staan als je al drie jaar op jongeren heb gelet? Wat als je erachter komt dat je ber...