Wachtend op het nieuws

52 2 4
                                    

De dag kroop voort. Het was pas een uur geleden dat Spetter langs was geweest. De zon begon al een beetje onder te gaan. Vanavond zou hij met het nieuws komen. Zou Mevrouw Haas bereid zijn om een gat te graven onder het hek door? Zou het lukken om er onder door te kruipen en te ontsnappen zonder dat de boer het in de gaten zou krijgen?
Het moest, het moest lukken. 'Wat zou het geweldig zijn als ik eindelijk de wereld in kan trekken. Vrijheid!"

De lucht begon een beetje te vertrekken. Wolken begonnen zich langzaam maar zeker samen te pakken tot een grote grijze massa.
"Yes!! Regen!" knorde Barend. De eerste regendruppels vielen naar beneden.
"Heerlijk Vera, regen! We gaan er een lekkere blubberpap van maken, even lekker rondsoppen zodat de modder weer lekker zacht en soppig word voor mijn volgende duikoefeningen."

Vera keek Barend vuil aan. "Je bent echt een onbehouwen smeerkees, Barend! Hoe kan je dat nou lekker vinden die blubberbende aan je poten? Als je maar uit mijn buurt blijft met dat smerige gedoe, ik ga een lekkere douche nemen. Mezelf heerlijk schoon laten regenen..."

"Wat jij wilt."

"Maar hee Vera. Meende je het nou echt, dat je ons hok wil verlaten? Ik bedoel, ook al ben je soms een moppersnor, ik vind het eigenlijk toch wel gezellig hier met jou in dit hok. Ik kan je niet missen."

Er viel een stilte.
Vera knorde even. "Tja Barend... ik kan jou eigenlijk ook niet missen, ook al ben jij een... smeerkees. Maar Barend, probeer het te begrijpen. Ik voel mij hier niet gelukkig in dit hok. Het is zo klein, en zo..... vies. Ik kan daar niet tegen. En het eten is vreselijk. En dan die idiote kinderen die zich naar ons staan te vergapen, ik erger me groen en geel aan die bijdehandte snotneuzen. Ik wil hier weg."

Barend ging in de modder liggen. Het was inmiddels flink gaan regenen en de hele grond was een grote natte blubberbende.
"Je kan toch ook meegaan, Barend?" vroeg Vera vertwijfeld.

"Meegaan......" Barend knorde zacht en dacht na.
"Nee Vera, hoe graag ik je ook mag, ik denk niet dat ik mee ga. Ik weet niet wat we daar buiten aan gaan treffen, en jij net zo min. Hier weet ik wat ik heb. Mijn fijne modderpoel, een lekkere stapel aardappels op vaste tijden, die geinige kinderen met hun grappige gezichten ik lach me een krul in mijn staart. Nee, ik ga niet mee."

"Jammer", zei Vera. "Maar ik zal je zeker een kaart sturen, als ik lekker aan het strand lig."

"Hahahaha het strand, zou je denken? Je bent heel wat van plan Veer. Maar ik ben benieuwd!"

"Ik ook", zei Vera. En de zon ging onder.

Vera zet de bloemetjes buitenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu