Bij de boerderij

26 1 0
                                    

Eenmaal bij het erf van de boerderij aangekomen stond Vera een onaangename verassing te wachten.

Vera keek eens even rond. Waar moest ze beginnen? Voor haar was de boerderij, met leuke grappige gordijntjes voor de ramen. En net zulke groene luiken als op het landhuis. Daar woonde vast een heel aardige boer. Rechts daarachter stond een hooischuur. Bijna tot aan de nok toe gevuld met hooi. De riek stond er naast. Links van de boerderij waren de stallen, ze kon een paard zien. Zo'n echte boerenknol. Zeker om het land te bewerken. "Zal ik hem eens even vragen waar ik hier wat haver kan vinden?"

Vera schraapte haar keel. "Hu-humm."

Het paard bleef suf uit zijn halve deur kijken. Hij zag haar natuurlijk niet, ze was te klein. "Hu-humm," deed Vera nog een keer.
"Meneer Paard? Mag ik u iets vragen?"

"Hé wat? Wie roept daar?"
"Ik ben hie-hier, beneden!"

Het paard keek naar beneden.
"Ik zou warempel toch zweren dat ik een varken zie."

"Ja dat ben ik. Ik ben Vera, het Nobele Varken. Mag ik u iets vragen?"

"Een varken. Asjemenou. Er lopen hier kippen en schapen, koeien en geiten, een stel eenden en ganzen. Maar een varken had ik hier nog niet gezien. Ik wist niet dat de boer een varken had gekocht!"

Vera zuchte diep. "Nee, ik ben ook niet van hier. Ik ben van de kinderboerderij ontsnapt. Ik ben op zoek naar appels en haver. Weet jij misschien waar ik dat kan vinden? Ik heb nog niet ontbeten en mijn buik rammmeld van de honger."

"Ho en wacht. Dus. Als ik het goed begrijp, ben jij ontsnapt van de kinderboerderij. En zoek je eten?"

"Eh... ja, dat zei ik."

"Vera zei je toch? Ik ben Karel, leuk om je te ontmoeten. Hee luister eens. Je kan mijn stal wel effe in, ik heb net een bak water gehad en mijn hele trog ligt vol paardenvoer. Niet alles opeten ik moet vanmiddag nog werken en ik moet goed op krachten zijn."

'Paardenvoer?" Zuchte Vera opnieuw. Dit schoot niet op. "Zijn er geen appels?"

"Jawel," zei Karel met een grijns, "maar die hangen nog aan de boom daarginds. Misschien kan je de ladder pakken?"

Vera zag het allemaal niet zitten. Wat een gedoe voor een simpel ontbijt. Ze wilde net naar de appelboom toegaan toen ze een kabaal van jewelste hoorde.

"Gak-gak-gak! Een indringer! Gak-gak-gak! Laat haar niet ontsnappen! Indringer gesignaleerd op zone 4!"
Er kwam een hele troep ganzen aanrennen, háár kant op!

De ganzen verzamelden zich al gakkend om Vera heen, ze schrok zich wezenloos. "Help, wat is dit? Ik heb niks gedaan!"

"Gak-gak-gak! Ja nee, verontschuldig je maar niet! Jij bent een indinger! We hebben je te pakken!"
Vera moest bijna huilen. "Ja maar, ik... ik wil alleen maar wat eten."

"Aha!" gakte de grootste gans, "Eten stelen! Dat is al vergrijp nummer 2! Ik zal je moeten meenemen naar het hoofdbureau!"

"Nee, wat gaat er met me gebeuren? Moet ik naar de gevangenis? vroeg Vera angstig.
Ze kreeg geen antwoord maar werd door de ganzen meegenomen naar een groot hondenhok. Op het hok stond geschreven 'Hoofdcommissaris Wout." Vera was bang voor wat er ging komen. Dit voorspelde niet veel goeds.

De ganzen klopten op de deur. "Hoofdcommissaris Wout, we hebben een arrestant."

Enige ogenblikken later ging de deur open. De ganzen brachten Vera mee naar binnen.
Daar stond tot haar verbazing een statig mahoniehouten bureau, met stapels papier en een typmachine. En daarachter een luxe bureaustoel. Hoofdcommissaris Wout draaide zich langzaam om in zijn stoel en keek Vera strak aan. De stilte leek eeuwig te duren, haar hart bonkte in haar keel.

"Staat u mij toe, Hoofdcommissaris Wout, wij hebben deze arrestant op heterdaad betrapt op onbevoegd terrein. Ons erf welteverstaan." Sprak de grootste gans. "En zij was van plan om eten van ons te stelen!"

De Hoofdcommissaris fronste zijn wenkbrauwen en keek streng. "Dat is een ernstige zaak."
Hij stond op en liep naar een dossierkast en haalde er een papier uit. "Dat word een proces verbaal. Een boete, en 2 jaar gevangenis, en voor straf elke dag de koeien en paardenstallen schoonmaken."

"Wat?!?" riep Vera uit. "Waar ben ik in terecht gekomen? Heb ik de kinderboerderij verlaten om te worden opgesloten op een boerderij met een taakstraf van twee jaar? Ik wist niet dat ik hier niet mocht komen, ik was enkel en alleen op zoek naar eten."

"Tja. Dan had je het bord maar moeten lezen. Daar staat duidelijk Verboden voor Onbevoegden." zei Hoofdcommissaris Wout onverbiddelijk.
"Neem haar mee, naar de scheppenschuur."

De ganzen deden direct wat de Hoofdcommissaris had opgedragen. Vera werd meegenomen naar de scheppenschuur. Ze deden de deur open en gooiden Vera er in. De deur ging met een bonk dicht, ze hoorde een schuifslot dichtschuiven. "Gak-gak-gak, opgeruimd staat netjes. Wij houden niet van indringers! Aan het eind van de middag begint je eerste schoonmaakronde."

"He nee! Waar ben ik nu in beland, wat een ellende!" jammerde Vera.
De scheppenschuur was donker, maar er was wel een raam. Een vies raam dat wel. Er kwam een beetje licht binnen. "Bah wat een muffe bende." Tegen de muur stonden allerlei soorten scheppen. Rieken en harken in alle maten. Een zeis waar ze graan mee oogsten. En een oude grasmaaier. "En ik heb nog steeds niets gegeten. Mijn buik doet pijn van de honger. Misschien had ik toch beter naar de koeien kunnen luisteren. Of naar Karel... En ik mis de gekke grappen van Barend."

Vera begon zacht te snikken. Tranen biggelden over haar wangen.
Toen werd er zachtjes tegen de deur aan getikt. Wie kon dat nu wezen?

Vera zet de bloemetjes buitenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu