Die nacht was een harde regen in het duister aanwezig,in een enorm groot bos namelijk Het Verlaten Bos die bevestigd was bij de verlaten rivier op een enorm eiland heel ver weg van zowel Oudberg als Hangslot en Hoogberg vandaan.
Volgens de dorpelingen uit de drie dorpen was het bos al meer dan zestig jaar lang verlaten,wat in deze duistere tijden nu betreed en bewaakt was door een grote groep verboden kampeerders die ongezien van de vele bewakingen wisten te ontsnappen voor de samenkomst met voor het eerst hun leider genaamd in de woorden van elke verboden kampeerder de Grote Heer.
Over de gigantische rivier rond het eiland was door het stromende duistere water het geluid van een roeibootje te horen,waar in een verboden kampeerder zat die als enige van de verboden kampeerders een donkerrode jas droeg die een grijze kap bevatte wat over zijn middelmatig lange donkerbruine haren lag.
De verboden kampeerder roeide stevig met oude roeispanen die hij met beide handen vasthield door het water heen,richtend zijn blik met half dichtgeknepen ogen naar het eiland gericht die door de hevige regen wat moeilijk te zien was.
Het enige bezorgde gevoel die de verboden kampeerder had was over hoe de Grote Heer zou reageren als hij het nieuws vertelde dat hij het Ouditeitsboekje niet meer terug vond op de plaats waar de Grote Heer het zelf achtergelaten had...namelijk....de donkere steeg vlakbij het park van Oudberg...de plaats....waar meer dan twee maanden geleden de daad op de vier B.O.V.C. agenten en Gilbert Goedgedrags afspeelde.
Steviger roeide hij zowel met zijn roeispanen door het water heen als dat hij er meer zwaaide om door bepaalde stevige goflfjes te komen,die de verboden kampeerder al eerder wisten te raken.
Waardoor zowel zijn donkerrode jas als zijn middelmatige lange donkerbruine haren en onverzorgd baardje kletsnat werden.
Het eerste golfje kaatste tot zijn verwondering tegen de zijkant van het roeibootje aan waardoor het met een stevige klap wat weggeslagen werd.Terwijl het tweede golfje tegen de andere zijde van het roeibootje kaatste,die terug met een stevige klap weggeslagen werd,wat de verboden kampeerder net niet uit het roeibootje omver liet slaan,aangezien hij zich stevig aan de beide randen van het roeibootje vastgreep,wat hem uiteindelijk snel de kans gaf om de beide roeispanen te grijpen die bijna het water in gleden.Waarmee hij met volle kracht er in slaagde om naar de rand van de Verlaten Bos te keren.
Uiteindelijk na meer dan drie uren lang door de gigantische rivier te roeien,arriveerde hij bij de rand van het bos die blijkbaar een wat openplek voorstelde,waar er twee verboden kampeerders stonden die hun gebruikelijke donkerbruine jassen droegen en hun grijze kappen op hun hoofd hadden wat te zien was dankzij de brandende lantaarns die ze in hun handen hielden.
De twee verboden kampeerders hielden bij aankomst van de verboden kampeerder hun serieuze blikken op hem gericht,waarbij eén van van hun beide die blijkbaar een onverzorgde moustache had,toe sprak.
"Naam?...geboortejaar?...en jaar wanneer u officeel de verboden kampeerders volgde?"
De verboden kampeerder met de donkerrode jas die hun serieus aanstaarde nadat hij het touw van de roeiboot vastmaakte aan een boom,sprak terug toe zonder aarzelen
"Mijn naam....is Alfie Netelbrands....geboortedatum 6 April 1968....en volgend de Grote Heer sinds 1987....maar uiteraard zijn besloten rechterhand met volle verttrouwen en trotsheid sinds 1995....nadat die Zoethout opgepakt werd een jaar geleden door zijn eigen gedoe...en sinds ik me waagde in de Zuiverbossen om die jagers te verjagen door vuur te vertonen....zo'n waging durfde vast hij niet te vertonen...."
De andere verboden kampeerder die blijkbaar een stoppelbaardje en wat lange onverzorgde haren had,knikte zachtjes.
"Goed...je kan er langs...de Grote Heer is op dit moment bij de waterval van het dorpsdrinkwater...aan de andere zijde van het Verlaten Bos...daar word straks de bijeénkomst gehouden"
