Hoofdstuk 2. De nieuwe trotsheid der Netelbrands

22 0 0
                                    

Vier weken gingen voorbij,een warm weer was in Oudberg aanwezig,waardoor de meeste Oudbergers uit hun stenen huizen keerden die in hun korte geruite hemden en verschillende kleedjes naar hun auto's of fietsen gingen waarmee ze naar het stadsplein reden waar Commisaris Netelbrands volgens vele na de achtendertigste vereerving van Herbertus en Armandus Wijsgeleid de nieuwe geslaagde B.O.V.C. vertoond die als enige na drie maanden slaagde.Terwijl de andere Oudbergers met ongeruste blikken door hun straten staarden naar zowel de meer dan vijf langs rijdende busjes van D.W.Z.T.H. als de grote groepjes die verdeeld van deur tot deur keerden in hun uniformen en met grote dikke mappen in hun handen waar ze verschillende informatie opschreven,waaronder naam en achternaam,geboortedatum,leeftijd,familieleden,laatst gebruik van drinkwater,waneer degene voor het laatst ziek geweest is en bepaalde alergieén of geen enkel

.Diezelfde ochtend rond klokslag zes uur was een grote stilte in de Prikkelbossen aanwezig aangezien Baron Edwardus en Gineveré nog rustig sliepen,terwijl Amercus in de keuken van het kasteel het ontbijt voor hun voorbereide.De enige die ondanks de stilte in de bossen aanwezig was,was niemand minder dan Boswachter George,die nog even een bewakende blik ver weg naar de grote poort richte,met een brandende lantaarn in zijn rechterhand ,wat een sterk licht wist te vertonen over zowel het middenpad als een rijtje bomen.Voor hij uiteindelijk zachtjes fluisterde met een gevoel van zekerheid tegen zichzelf na de zoveelste nacht de bossen te bewaken ter controle of er geen verboden kampeerders aanwezig waren.

"Goed! de bewaking is weer met succes geslaagd Gheg! Weer geen verboden kampeerders in de Prikkelbossen aanwezig! wat een geluk...in deze tijden kan Meneer en Mevrouw Zilverbloems net als wij die verboden kampeerders best missen,tijd om terug te keren naar de hut en wat slaap te nemen George!"

Waarna hij zich uiteindelijk omkeerde en stappend over het middenpad die prachtig verlicht werd door het zonlicht die tussen de bomen scheen,zijn weg maakte naar de hut terug heen.Het gene waar George van genoot tijdens zijn terugkeer naar de hut dit uur,was namelijk het startend geluid van de zowel verschillende vogels die boven de bomen vlogen,als het geluid van de langslopende konijnen en vossen die langs de bomen liepen.Wat hem ondanks de veranderde tijden een gevoel van geluk en genot gaf.

Tijdens zijn wandeling verder over het middenpad van de Prikkelbossen heen,staarde Boswachter George met een glimlach tussen een paar verschillende bomen,waar op grote verschillende vogels zaten die uit hun bek regenwormpjes aan hun kleine vogeltjes gaven die blij geluid maakten,en uit kleine bakjes water dronken die George in de bomen ooit had geplaatst.

Tot hij plots nadat hij bijna bij de hut aankwam...niet langer de vele geluiden van de vogels hoorde...maar deze keer een luider lawaai....deze keer waren het geen vogels of langslopende dieren...zelfs was het niet de auto van Baron Edwardus en Gineveré die een zachter geluid dan het geluid die in de bossen op dit moment aanwezig was maakte...het was...een andere auto...een auto die hij rond dat uur niet verwachte...het leek net....of het niet ver van de brug van het kasteel ging stilstaan.Waarbij hij zich onmiddelijk omkeerde zonder enige twijfel,en met een stevige aanloop nadat hij de lantaarn op de grond neerzette,terug naar de brug keerde met een voorbereid gevoel om ongewenste betreders aan te spreken of te vragen om de reden waarom ze zo vroeg in de bossen aanwezig zijn.

Het duurde uiteindelijk meer dan een kwartier voor Boswachter George niet ver van de brug arriveerde,waar hij tot zijn verwondering zijn blik op een wit busje richte,die op de zijdeuren in zwarte sierlijke letters 'D.W.Z.T.H.' bevatte.Waar blijkbaar twee jongemannen met zwarte en oranje haren uitstapten,die witte kostuums met donkerblauwe stropdassen droegen,terwijl ze voor hun neuzen en monden blijkbaar maskers op hielden.

Maar waneer hij ook maar dacht dat de twee jongemannen alleen waren...stapte plots een oudere man uit....de oudere man was wat kalend wat duidelijk te zien was aan zijn kleine sneeuwitte haartjes die nog wat overbleven...en net zoals de twee jongemannen droeg hij een wit kostuum....het enige verschil was dat deze man een enorme dikke blauwe map onder eén van zijn armen hield.

Bloed van het Wezen IIIWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu