Hoofdstuk 14. De confrontatie met het Wezen

11 0 0
                                    

Diezelfde nacht na een lange reis door de gigantische rivier en zowel golven als wind te moeten doorstaan,ariveerden zowel August Zoethout als de andere verboden kampeerders in de zeven roeiboten,bij een openplek van Het Verlaten Bos waar er blijkbaar twee verboden kampeerders stonden,die hun brandende lantaarns bij de hand op hun schenen.

Eén van de twee verboden kampeerders die donkerbruine haren en een stoppelbaardje had,sprak toe met een serieuze blik op August Zoethout gericht

"Naam?...geboortejaar....en jaar waneer u officeel de verboden kampeerders volgde?"

August Zoethout sprak terug toe met een serieuze blik op hun gericht,nadat hij zoals de andere verboden kampeerders rechtstond,en vervolgens zijn roeiboot via een touw vastmaakte aan een boom.

Jullie kennen mijn naam sukkels! Laat ons door! We hebben iets voor het Wezen!"

De andere verboden kampeerder die lange blonde haren en een baardje had,staarde hem rechtstreeks in de ogen aan met een strenge blik

"tijdens de bewaking kennen we niemand Zoethout! Hou je gedeist! En geef antwoord op de vragen...of geen toegang in Het Verlaten Bos...doe niet zo opstandig en geef gewoon antwoord"

August Zoethout zuchte geiriteerd

"Grrrr...ja ja...ik antwoord al...mijn naam is August Zoethout...geboren op 18 April 1952....verboden kampeerder sinds 1971...en zijn officele rechterhand sinds dit jaar nadat ik opgepakt werd een jaar geleden..."

De verboden kampeerder met donkerbruine haren en een stoppelbaardje,die zijn blik van August Zoethout op de groep gericht hield die duidelijk vastgebonden en geboeid op hun knieén in de roeibootjes zaten.Lachte zachtjes

"Hahaha! Zo...zo...op jacht geweest zie ik Gheg! Zijn dit weer zo'n sukkels die de dorpen probeerden te ontkomen Zoethout?"

August Zoethout sprak toe die met een gemene grijns in zijn ogen staarde

"Gheg! Gheg! Nee...deze keer niet nee...deze groep...deze ratten...deze smerige criminelen..jagen op zowel ons als Het Wezen...en dankzij de grootste stomiteit die ze maar konden uitvoeren...zijn we er in geslaagd om hun in de val te zetten in de Bergbossen...Ghe! Gheg! Gheg!..is het Wezen hier vannacht aanwezig?"

De andere verboden kampeerder met lange blonde haren en een baardje,sprak terug toe die zachtjes knikte met een gemene grijns op hem gericht

"Jazeker...hij is in zijn hut aanwezig...blijkbaar volgens sommigen van ons druk in de weer om de plannen uit te werken hoe hij de dorpen meer kan benanderen...eén daarvan is leiden over het rijk van Koning Oudius Oudberg Gheg! Gheg!"

August Zoethout die duister begon te lachen,richte even zijn blik met volle genot naar Commisaris Netelbrands en de rest van de groep,voor hij terug naar de twee kampeerders staarde.

"Hahahaha! De nieuwe Koning der Toekomst en van verschillende Generaties! Het Wezen moest altijd al Koning geworden zijn voor de dorpen in de plaats van die oude sukkel Gheg!...maar goed!...het is tijd om verder ons pad met deze sukkels te maken tot het Wezen...kom op jongens! We kunnen niet Netelbrands en zijn zielige ratte bende langer laten wachten om het Wezen weer terug te zien en hun straf te ondergaan"

De verboden kampeerder met lichtbruine haren en een stoppelbaardje,staarde hem nog even aan.Terwijl de zestien verboden kampeerders zowel Commisaris Netelbrands als de hele groep bij hun armen vastgrepen en dwongen recht op te staan

"Het Wezen heeft ons gevraagd om je te vermelden dat je Netelbrands en zijn groep naar het midden van het Verlaten Bos moet brengen...hij wilt de straf uitvoeren...met ons allen er aanwezig Gheg!"

Bloed van het Wezen IIIWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu