"Het wordt alleen maar erger," mompelde Senna terwijl hij Buienrader raadpleegde. Hij schoof zijn telefoon terug in de zak van zijn broek en keek bedachtzaam naar buiten door de glazen gevel. Met zijn duim streek hij over zijn voorhoofd.
Na ons besluit om een relatie aan te gaan, vielen we terug in ons vertrouwde ritme: lange gesprekken tot in de late avonduren. Uiteindelijk had ik besloten bij Senna te logeren, een keuze die met enige ongemakkelijkheid gepaard ging. Vroeger was het volkomen normaal om bij hem in bed te slapen, maar nu voelde het ineens vreemd. Daarom had Senna een extra matras neergelegd, waarop ik die nacht sliep.
Nu was het zondag, en aangezien we iets moesten eten - en Senna zoals gewoonlijk niets in huis had - besloten we boodschappen te doen. Zo stonden we daar: Senna, ik en een dozijn andere klanten, wachtend tot de stortbui eindelijk voorbij zou trekken.
"Hmm, rennen of hier eten?"
"Rauwe bonen?"
"Rennen dus."
Senna hield de boodschappentas omhoog en opperde met een glinstering in zijn ogen. "We kunnen deze als paraplu gebruiken?"
Nadenkend tikte ik met mijn wijsvinger tegen mijn lip en bestudeerde nauwkeurig zijn geïmproviseerde idee. Het was amper groot genoeg om één persoon tegen de regen te beschermen, laat staan ons beiden - bovendien was het ding van papier.
Hij boog naar voren, zijn gezicht slechts een fractie van het mijne verwijderd, terwijl hij me met een ondeugende blik opnam.
"Stop," ik drukte mijn elleboog speels in zijn zij en grinnikte. "Maar laten we je plan uitproberen."
"Zeker weten?"
"Ik word liever nat dan dat ik hier blijf."
Senna kantelde zijn hoofd en trok zijn wenkbrauwen op. "Dat ik dat nog eens uit jouw mond zou horen."
"Hoezo-oh, bah, hou op!" ik rolde mijn ogen en viel hem opnieuw met mijn elleboog aan.
"Ik kan er niks aan doen," grijnzend wees hij naar zijn voorhoofd. "Het gaat automatisch."
"Hmm."
"Aha."
"Kom."
Ik sloeg mijn arm om zijn middel en samen verlieten we de winkel. Onmiddellijk werden we door de snijdende wind gegeseld, die de regen met geweld onze kant opjoeg. De straten waren getransformeerd in ondiepe riviertjes, waar het water woest tussen de stoepen kolkte en over de randen van de goten stroomde. Mensen zochten beschutting onder de overkappingen van winkels en cafés. Enkele dappere - of onverstandige - wandelaars trotseerden vastberaden de storm, met hun jassen hoog boven hun hoofden geheven.
"Word je nog steeds liever nat dan dat je wacht tot de storm voorbij is gewaaid?"
"Yep."
Ik trok hem mee, maar helaas stapte ik met mijn rechtervoet in een plas. De helft van mijn broekspijp doorweekt raakte. Het koude water sijpelde in mijn schoenen en maakte mijn sokken drijfnat. "Verdorie."
In plaats van zijn zorg te uiten en de prijs, beste vriendje van de eeuw te winnen, besloot hij me keihard uit te lachen - toegeven, als de rollen waren omgedraaid had ik hetzelfde gedaan. Ik hief mijn voet op en wapperde ermee heen en weer. Hierdoor botste ik tegen Senna aan. Hij besefte dit te laat en struikelde enkele stappen achteruit, waardoor ik door mijn benen zakte. Gelukkig was hij dit keer alert en deed zijn best om me als een ware edelman te redden, daarbij vergetend dat hij nog steeds de tas in zijn hand hield. Deze botste tegen mijn slaap en ik viel op de grond, recht in de plas.
"Verdorie."
"Gaat het?"
Senna deed echt zijn best, maar hier en daar ontsnapte er een proest.
JE LEEST
Op zoek naar jou
ChickLitOntmoet Christine, Pip en Andy. Drie vriendinnen die in een wereld wonen, waar een nieuw geloof systeem is ontstaan. Eentje die vele volgen, want het bewijs is ijzersterk. Aimee, de godin van de liefde, heeft iedereen een pols tatoeage gegeven. Deze...