5. Gevaarlijk

71 7 0
                                    

De date is voorbij, ze gaan nog even een drankje doen met zijn allen. Robbie en Raoul drinken niet, ze moeten nog naar huis rijden. Matthyas eigenlijk ook, maar hij heeft al te veel op en mag niet meer rijden. Ze komen aan in een kleine kroeg, vol is het er niet. Koen besteld wat pilsjes en deelt ze uit, "En? Hoe vonden jullie het?" vraagt hij. "Ja, confronterend, ik heb nog nooit gedatet met een man, maar het voelde denk ik wel goed. Dat komt ook omdat we elkaar goed aanvoelde." Zegt Robbie twijfelend, Matthy zegt niks, hij is bang dat hij raar aangekeken wordt, als hij zegt dat hij het perfect vond. Hij voelt zeker iets voor Robbie.

Ze drinken nog een paar drankjes en stappen dan op. Robbie en Matthy spreken af dat ze contact zullen houden met de Bankzitters. Ze groeten elkaar en ieder vervolgd zijn eigen weg. Toevallig staat Matthy's auto in dezelfde parkeergarage als die van Robbie. Ze lopen er heen. Nou ja, Matthy wankelt er heen en Robbie moet hem ondersteunen. Als ze er dan eindelijk zijn, wilt Matthy in zijn eigen auto stappen en wegrijden. Robbie schrikt zich dood en rent naar de autodeur toe. "Matthyas! Stop! Je bent dronken, je kan de weg niet meer op!" "Mwaar hoe kom ihk dan naar huijs?" vraagt Matthy, duidelijk dronken. "Dat boeit me niet zo veel, desnoods ga je met mij mee, als je maar niet meer achter het stuur gaat zitten." Zegt Robbie, hij is bezorgd, hij heeft Matthyas pas vanavond leren kennen, maar weet nu al zoveel over hem. Hij vertrouwd hem en wilt graag weten of het iets kan worden tussen hen. "Maar waarom mag ik niet meer rijden?" vraagt Matthy duidelijk verbaasd. "MATTHYAS DAT IS GEVAARLIJK! Je bent dronken, je hebt te veel bier op." Zegt Robbie met een stemverheffing. Matthy schrikt daar heel erg van en de tranen springen in zijn ogen, Robbie ziet het en trekt de breekbare jongen in zijn armen. "shhh, het is oké. Kom maar met mij mee. Dat is beter, ik ben niet boos. Alleen bezorgd" Matthy knikt en loopt als een mak lammetje achter Robbie aan naar zijn auto. Matthy schrok zo erg van Robbies harde stem, dat zijn goede en dronken gevoel weg is. Het voelt alsof hij niks op heeft. Alsof hij weer depressief in de donkere kamer ligt. Hij laat zich zakken in de auto, als hij zijn gordel vast heeft, rijdt Robbie weg. "Het is iets meer dan een uur rijden naar Eindhoven," zegt Robbie zacht. Matthy knikt en kijkt opzij naar Robbie, wie had dit kunnen bedenken, op een random avond meegaan met een jongen? Hij kijkt naar Robbies gezicht. Zijn goede kaaklijn met de stoppeltjes, zijn oor, zijn neus, zijn hele hoofd gewoon. Hij is zo knap. "Hé staren is onbeleefd hè!" zegt Robbie lachend, Matthy lacht maar gewoon mee, maar voelt dat hij zo rood als een tomaat wordt. Zijn ogen ontmoeten die van Robbie en Robbie glimlacht naar hem als hij ziet dat Matthy bloost. Robbie legt zijn rechterhand op Matthy's knie. Matthy legt zijn hand er boven op en hun vingers vlechten in elkaar. Matthy legt zijn hoofd tegen de hoofdsteun en valt al snel in slaap. Robbie glimlacht bij het beeld. Hij parkeert de auto in de garage, "Matthyas? Word je wakker? We zijn er" zegt Robbie zacht terwijl hij Matthy's knie heen en weer schudt. Langzaam wordt hij wakker, "Hey" zegt hij zacht. Robbie kijkt Matthy aan, God wat is hij mooi. De stilte die volgt is gevuld met emotie, alsof de wereld even stilstaat. Het enige geluid is hun ademhaling, en in de verte het vage geluid van een auto, maar dat lijken ze niet te horen. Robbies handen liggen rustig op zijn knieën, terwijl Matthy naar hem kijkt, een zachte glimlach speelt rond zijn lippen, en Robbie voelt hoe zijn hart iets sneller begint te kloppen. Het moment is daar, en ze weten het allebei. Matthy ademt diep in, alsof hij moed verzamelt, en leunt langzaam iets naar voren, zijn ogen rusten op Robbies gezicht. "Heb je het koud?" vraagt Robbie zacht, zijn stem breekbaar in de stilte, maar het is duidelijk dat er iets anders achter zijn woorden schuilt. Matthy knikt, zijn glimlach wordt iets breder. "Ja," fluistert hij, zijn ogen glinsteren in het zachte licht van de lampjes op het dashboard. Robbie knikt, zijn blik even op Matthy's lippen gericht. Zijn hart klopt sneller, alsof alles zich richt op dit ene moment. Voorzichtig buigt hij zich iets naar voren, hun gezichten die langzaam dichter bij elkaar komen. Matthy blijft stil, zijn ademhaling versnelt. En dan, bijna zonder echt na te denken, raken hun lippen elkaar. Het is een zachte, tedere aanraking, vol aarzeling maar ook met een voelbaar geluk. Robbies hand beweegt voorzichtig naar Matthy's kaak, zijn vingers raken zijn huid lichtjes, en de warmte van de aanraking lijkt de rest van de wereld weg te vagen. Het moment is twijfelend en aftastend, maar tegelijkertijd perfect. Matthy's lippen bewegen zachtjes tegen die van Robbie, en de voorzichtigheid maakt langzaam plaats voor een diepere verbinding. Het is alsof alles wat ze vanavond voelden, nu samenkomt in deze kus. Robbies andere hand glijdt langzaam naar Matthy's nek, trekt hem dichterbij, en de kus wordt dieper. Het is alsof ze elkaar eindelijk volledig begrijpen, zonder woorden, zonder twijfel. De auto om hen heen lijkt te verdwijnen, er is alleen de warmte van hun lippen, de zachtheid van de aanraking. Matthy's hand rust op Robbies knie, zijn vingers drukken zachtjes in het stof van zijn broek terwijl hij zich verliest in het moment. Er is geen onzekerheid meer, geen aarzeling. Alleen zij tweeën. Wanneer ze uiteindelijk terugtrekken, blijven hun gezichten dicht bij elkaar. Hun voorhoofden raken elkaar zachtjes, en hun ademhaling is zwaar, maar rustig. Robbie glimlacht met zijn ogen nog gesloten en fluistert zacht: "Heb je het al wat warmer?" "Ja" fluistert Matthy met een glimlach en een twinkeling in zijn ogen.

Ik help je! II MabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu