7. Beste therapie

39 5 0
                                    

"Matthy, wil je me vertellen waarom je die twee vragen gisteravond zo confronterend vond?" Vraagt Robbie aan Matthy, nog steeds die warme blik in zijn ogen, zijn hand nu in Matthy's hand, hun vingers verstrengeld.

Wat is je type?" Vraagt Robbie, die inmiddels een nieuwe kaart heeft gepakt. "Ehm, ik weet dat nooit zo goed. Qua uiterlijk boeit het me niet zoveel, maar qua innerlijk, moet iemand, lief en loyaal zijn, en humor hebben." Zegt Matthy twijfelend. "En die van jou?" "Ik ehm, ik denk dat ik wel op blauwe ogen val, en qua innerlijk is het belangrijk dat iemand naast je blijft staan, ook al heb je het moeilijk." Zegt Robbie, Matthy slikt, hij verlangt zo erg naar iemand die dat zou doen. Naast je blijven staan en niet vooruit rennen of verdwijnen. Robbie merkt dat Matthy het een moeilijk onderwerp vindt en seint dat de camera's even uit moeten. Als de camera's uit zijn, loopt hij naar Matthy toe. Hij hurkt voor hem en zegt: "Hey, gaat het? Waarom doet het je zoveel?" Matthy denkt na, hij kan het wel vertellen maar niet hier. "Niet hier" fluistert hij tegen Robbie zodat de anderen het niet horen.

"En jij? Heb jij eerdere relaties gehad?" vraagt Robbie. Matthy knikt, een droevige blik in zijn ogen. "Wil je er wat over kwijt?" vraagt Robbie, nu zachter. Nu schudt Matthy zijn hoofd. Hij wil er niks over kwijt, zeker niet op camera.

Matthy knikt, hij denkt kort na en begint dan met vertellen: "Ik heb eerdere relaties gehad. Eentje om precies te zijn, met Julan. Het leek een hele leuke goede jongen, maar daarachter schuilde een monster. Hij heeft me veertien maanden g-g-gebruikt, en toen ging hij vreemd, met een chick. Ik was er zo kapot van, ik sloot me op in een donkere kamer en deed niks, ik at niet, ik werkte niet, ik sliep niet, ik studeerde niet, ik lag alleen. Ik lag helemaal in mijn eentje op een te groot bed, in een te grote kamer, in een te groot huis, in een te groot dorp, in een te grote wereld. Ik heb zo ruim een half jaar 'geleefd'. Mijn beste vriend was er klaar mee, dus hij heeft me in eerste instantie weer naar werk gestuurd. Veel later, kwam hij een keer met de vraag of ik mee uit ging. Ik twijfelde heel erg, maar zei toch ja. En nu, nu zit ik hier... nu zit ik hier met iemand die ik eigenlijk nooit meer kwijt wil. Dat omdat je, zoals je zelf zei, naast me blijft staan. Je strompelt met me mee, je rent niet vooruit, je verdwijnt niet ineens aan de horizon, nee bent hier, bij een depressief kutjoch." Zegt Matthy met tranen in zijn ogen.

Robbie kijkt stil naar Matthy, zijn ogen gevuld met begrip. Hij voelt het gewicht van Matthy's woorden, de pijn die erachter schuilt en hoe moeilijk het voor hem moet zijn geweest om dit alles te delen.  Robbie schuift zijn stoel dichterbij en pakt Matthy's hand, zijn duim streelt zachtjes over Matthy's knokkels. "Weet je," begint Robbie zacht, "je bent misschien door die donkere tijd gegaan, maar je bent eruit gekomen. Je bent hier nu, met alles wat je hebt meegemaakt, en je hebt de moed om opnieuw te proberen. En dat... dat bewonder ik echt." Hij pauzeert even, haalt diep adem, en glimlacht dan met een oprechte warmte. "Ik wil niets liever dan naast je blijven, elke stap, elke hobbel, wat er ook komt. Ik blijf bij je, Matthy, echt. Jij verdient het om iemand te hebben die blijft." Matthy kijkt Robbie aan, zijn tranen nu langzaam over zijn wangen rollend, maar zijn gezicht ontspant. Hij knijpt zacht in Robbies hand, een dankbaar en gerustgesteld glimlachje rond zijn mond. "Dank je," fluistert hij, zijn stem breekbaar maar gevuld met iets dat lijkt op hoop.

Robbie slikt, aarzelt, maar kijkt Matthy dan met een nerveuze blik aan. "Ik... ik had vannacht een nachtmerrie," begint hij zacht. "Het voelde zo echt. In die droom... probeerde je me vast te houden, maar niet zoals nu. Het was anders, eng, alsof ik geen kant op kon, en... je deed dingen die ik niet wilde, alsof je een ander was." Robbies ogen flitsen weg, zijn adem stokt even. "Ik weet dat jij dat niet bent, niet echt, maar het blijft hangen. Het maakt me bang, al weet ik dat het niet klopt." Matthy schiet overeind, wat? Hij was de oorzaak? "Robbie, ik zou je nooit, nooit, nooit iets aan doen. Ik durf het niet eens. Ik wil dat je je veilig voelt en ik weet dat je het niet kunt terugdraaien. Maar geef me alsjeblieft nog een kans, een kans." Zegt Matthy bijna smekend. Robbie kijkt hem met betraande ogen aan. "Je hoeft je nergens schuldig over te voelen, je hebt helemaal niks gedaan. Ik wil je juist leren kennen vanuit de kant die je daadwerkelijk bent. Ook al heb ik het idee dat ik je al mijn hele leven ken en dit gesprek voelde voor mij als de beste therapie ooit." Matthy kijkt hem duidelijk ontroerd aan, hij neemt nog een slok van zijn koffie. "Matthyas, ik wil je graag beter leren kennen en kijken of het iets tussen ons kan worden" zegt Robbie terwijl hij zijn kruk naast die van Matthy zet. "Echt? Dat zou geweldig zijn" zegt Matthy zacht, niet helemaal zeker van zijn zaak. "Hé, het maakt me echt niet uit wat je zegt hè. Je moet niet zo onzeker zijn, mij lijkt het ook geweldig om zo een lieve jongen beter te leren kennen." Zegt Robbie zacht, zijn blik gevestigd op Matthy, die recht naar voren blijft kijken. Hij heeft het idee dat Robbie hem alleen wilt troosten met deze woorden. "Moet ik het bewijzen?" vraagt Robbie speels.

Ik help je! II MabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu