Alexandra

61 3 3
                                    

Het plotselinge felle licht doet me wankelen. Nee, nee, nee. Niet vallen. Dat is een zeer slecht idee, Alexandra. Gewoon niet doen. Gelukkig weet ik na een paar seconden van stress mijn evenwicht weer terug te vinden. Nog 40 seconden. De Hoorn des Overvloeds schittert in het zonlicht. De lucht om me heen is zacht, maar ontzettend warm. Het lijkt me niet fijn om in deze hitte te slapen. Mijn vest beschermt me gelukkig tegen de zonnestralen. 30 seconden. Ontspan Alexandra. Vergeet de tips van Aurelia. Pfoeh, hoezo niet naar de hoorn. Ook al zei ik toen dat het logisch was, daar denk ik nu toch echt anders over. De hoorn is best dichtbij, dat kan toch geen probleem zijn? Ga voor die set met messen, zeg ik tegen mezelf. De set met messen ligt een stuk voor de opening. Ik wil ze hebben. Ik moet ze hebben. De zenuwen gieren door mijn lijf. Ik ben bang. Eigenlijk wel. Serieus bang. Ik observeer mijn omgeving. Naast me staan het meisje uit District 10 - ik geloof dat ze Lola heet - en de jongen uit 4. Dat moet geen probleem zijn. Lola had volgens mij echt een lage score en de jongen uit 4 schat ik niet zo snel in. 20 seconden. Gauw neem ik de complete arena in me op. Er zijn enorme verschillen in deze arena. Van diamanten tot bomen. Van vredebewakers tot tunnels. Wat kan dat zijn? Er zitten enorme verschillen tussen de 14 delen. De districten! Het zijn de districten. Dat moet het wel zijn. Achter me zie ik een graanveld. Waarschijnlijk district 9. 10 seconden. Concentreer je op de hoorn, Alexandra. Adem in, adem uit. Blijf rustig, spreek ik mezelf in. Op dit moment mag ik mijn controle over de situatie absoluut niet kwijtraken. Het regelmatige getik van de aflopende tijd is het enige geluid in de omgeving. Voor de rest is iedereen stil. 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1, gong. "Let the Games begin" schalt de stem van Claudius Templesmith door de arena. Als een gek ren ik naar de hoorn. Lola is sneller dan ik dacht. Zonder er echt bij na te denken, duw ik mijn elleboog in haar gezicht. 1 minder. Oké, alleen voor nu dan. Ze valt op de grond. Ik zie dat Lizzie al bijna bij de hoorn is. Geen probleem. We zijn bondgenoten. Als ik bij de hoorn ben, weet ik de set werpmessen te pakken. Veel andere tributen zijn er ook al. Een helse pijn gaat plotseling door mijn kaak. Daar staat Melissa. Ze heeft met haar vuist me pijnlijk geraakt. Kom op, Alexandra, laat je niet tegen houden door haar. Naast Melissa ligt Pablo. Dood. Een mes zit diep in zijn lichaam geboord, op de plek van zijn hart. Wat erg voor Lizzie. Hij kwam uit haar district. Mijn hersens draaien op volle toeren. Voor Melissa ben ik echt bang - eigenlijk ben ik voor iedereen bang, maar dat doet er nu niet toe. Ze kijkt me aan met een grijns. Een gemene grijns. Een dodelijke grijns. Dan duw ik mijn vuist ruw in haar gezicht en trek Lizzie mijn richting in. Melissa zag dit niet aan komen, maar echt hard en goed heb ik haar niet geraakt. Mijn vuist in Melissa's gezicht heeft niet echt indruk gemaakt. Nog niet eens een bloedneus. Gauw ren ik met Lizzie weg. Weg van de hoorn. Weg van het bloedbad. Rondom de hoorn liggen rugzakken en andere spullen en ik weet een brood in een zak en een lege literfles te krijgen. Lizzie pakt een rugzak en een touw. Alles gaat zo snel en eigenlijk besef ik het niet allemaal. De tijd bij de hoorn gaat in een roes voorbij. Misschien is dat wel beter, dat ik het me allemaal niet zo goed herinner. Het eerste district dat we zien is waarschijnlijk 1, afgaande op de diamanten. Ze zijn mooi en ik pak er één.
"Alexa, ik zou er geen meenemen, je weet nooit wat voor onheil je dan over jezelf uitroept," zegt Lizzie. Daar heeft ze een punt. Gauw rennen we verder. We rennen tot we bij een grote boom komen. Als we daar aangekomen zijn, zijn we totaal uitgeput. 's Nachts zal je het waarschijnlijk niet zien, maar door het zonlicht zie je alle kleine diamantjes die zijn ingelegd. Het is echt prachtig, maar wat zullen de gevaren er van zijn? Daar zullen we achter komen. Lizzie en ik zijn goede vrienden geworden tijdens de trainingen. Lizzie is twaalf jaar. Een twaalf jarige, kom op! Dat kan toch niet? Voor mijn gevoel moet ik haar beschermen, maar ik wil ook graag naar huis. Een beetje egoïstisch. Dat weet ik.
"Vind je het erg dat ik je heb weggetrokken bij de hoorn?" vraag ik haar voorzichtig, hopend op een 'nee'.
"Nee, anders had die jongen uit district 11 zijn vuist in mijn gezicht geduwd. Eigenlijk kwam het dus best goed uit," antwoordt ze vriendelijk. Achter dat vriendelijke gezicht zit verdriet. Heel veel verdriet. Ze heeft het echt moeilijk met Pablo. Waarschijnlijk vind ze het ook afgrijselijk dat ze iemand heeft vermoord. Aan de ene kant gaat er een golf van opluchting door me heen, maar aan de andere kant heb ik ontzettend veel medelijden met haar. Mijn opluchting komt doordat ik dacht dat ze niet genoeg wapens had kunnen pakken. Ik had alleen aan mezelf gedacht. Melissa kon me elk moment aan gaan vallen en aangezien ik Lizzie niet achter kon laten, moest ik haar wel meetrekken.
Nu we hier in deze boom zitten, kijk ik pas echt naar de omgeving. De bomen die hier staan, zijn voornamelijk kersenbloesembomen. Die bomen zijn niet zo groot. Zo hier en daar staan wat grotere, zoals onze met diamant ingelegde boom. We moeten dus hoger in de boom klimmen om niet op te vallen. Op de grond liggen ook allemaal diamanten, grote en kleine. Over de grote kun je nog best makkelijk struikelen. Het is hier best mooi. Een gouden glans hangt in de lucht en de blauwe lucht buiten District 1 is maar vaag te zien.
"Lizzie, we zijn veel te goed zichtbaar," zeg ik.
"Je hebt gelijk," zegt ze en dus klimmen we hoger. Plotseling schiet mijn voet weg en ik val uit de boom. Ik gil niet, omdat ik dan andere tributen aantrek. Met een harde, maar doffe klap kom ik op de grond terecht. Alle lucht wordt uit mijn longen getrokken en moeilijk ademhalend kom ik overeind. Dit is niet mijn beste landing ooit. Volgens mij heb ik niks gebroken, maar mijn rug doet wel pijn. Er klinken ineens een heleboel kanonschoten. 8 achterelkaar. Zou Gale nog leven? Kleine, schattige Gale. Aan de ene kant hoop ik van wel, omdat ik het hem gun. Aan de andere kant niet, omdat ik hem niet zou willen vermoorden. Puur omdat ik het niet op mijn geweten wil hebben.
"Gaat alles goed?" vraagt Lizzie.
"Het gaat goed, ik ben nog in leven," antwoord ik.
"Blijf boven," zeg ik zachtjes, omdat ik voetstappen hoor. Ze zijn niet erg ver weg. Te dichtbij, wat mij betreft. Met mijn rug tegen de boom haal ik een mes uit mijn riem. Mes nummer 1 van de 5 die ik heb. Het zijn er weinig, dus ik moet mijn aanvaller goed raken. Als ik de voetstappen plotseling vlak achter me hoor draai ik me direct om.
"Hoi Alexandra" zegt Lola. Lola. Eerlijk gezegd had ik dat niet zien aankomen, dat het Lola zou zijn. Ze ziet niet dat ik een mes heb. Mijn hand zit namelijk achter mijn rug. Ik ga gewoon doen alsof ik doodsbang ben voor haar.
"Ik moet zeggen dat je elleboog best hard is,". Pas als ze dat zegt, zie ik dat haar neus beurs is en een beetje scheef staat. Hopelijk is ze nu niet zo boos op me dat ze me gelijk vermoordt. Blijf bang spelen, zeg ik tegen mezelf. Met mijn meest verdrietige gezicht kijk ik haar aan. Eerst keek ik naar de grond.
"Alsjeblieft, dood me niet!" zeg ik smekend.
"Toch wel, Alexandra," zegt ze gemeen. Als de greep van haar hand om de drietand die ze vast heeft steviger wordt, weet ik dat ik moet opletten.
Haar blik verstrakt. Toch zie ik nog enige twijfel. Op het moment dat ze wil uithalen, neem ik mijn aanvalspositie aan en gooi mijn mes, eerder dan dat zij me met haar drietand kan raken. Mijn mes raakt haar perfect in haar nek. Enige vorm van aanval had ze waarschijnlijk niet verwacht. Ze valt op de grond en gilt heel hard. Het maakt me bang. Haar drietand valt op de grond. Mijn daad was afgrijselijk. Dan dringt het tot me door. Heb ik haar vermoord? Heb ik dat echt gedaan? De tranen stromen over mijn wangen. Het kanonschot klinkt, als bevestiging van haar dood. Heel lang heeft ze liggen spartelen. Nu moet ik uitkijken dat ik niet flauwval. Gauw ga ik tegen de boom aanzitten. Ik ben behoorlijk in shock. Nu heb ik dus iemand vermoord. Het blijft door mijn hoofd spoken, terwijl ik terug naar Lizzie loop. Heel veel spullen had Lola niet bij zich. Een drietand - waar ik absoluut niet mee om kan gaan -, een nachtkijker, speerpunten - waar ik ook niks aan heb - en een brood. Lizzie komt naast me staan.
"Nou, nu hebben we allebei iemand vermoord," zegt ze wat onzeker. Ik zie dat ze haar verdriet inslikt. Ze houdt zich groot. Van mij hoeft ze dat niet te doen.
"Wie heb jij vermoord?" vraag ik voorzichtig.
"Timmy. Omdat Melissa, Pablo vermoorde, ik heb Pablo's wapens wel in handen gekregen en Melissa  die van Timmy," antwoord ze. Ze barst volledig in huilen uit.
"Alexa, wat heb ik gedaan? Wat in vredesnaam bezielde me om iemand te vermoorden?"
Ze is best in shock, net zoals ik. Toch is Lizzie nu belangrijker. Oh god. Hoe moet ik haar troosten?  Daar ben ik nooit echt goed in geweest. Ik ben meer van de feiten. Mensen gingen altijd alleen nog maar harder huilen als ik ze probeerde te troosten. Omdat we hier beneden niet echt veilig zijn, klimmen we eerst weer omhoog.
"Lizzie, we zitten in de spelen. Je moet dat doen om te overleven. Sowieso was je boos, over Pablo. Het klinkt stom, maar je had alle recht hem te doden. Je kunt de tijd niet meer terug draaien, je kun het beter nu gewoon accepteren. Dat is het makkelijkst," zeg ik zo vriendelijk mogelijk. Als haar gezicht opklaart door mijn woorden, voelt dat als een hele opluchting. Ik kan wél mensen troosten. Ha, dan heb ik gewoon eventjes iets om trots op te zijn. "Dankjewel, Alexa. Je hebt gelijk, maar ik vind het gewoon heel lastig. De spelen in het algemeen,"
"Je doet het super goed," zeg ik tegen haar, terwijl ik haar een knuffel geef.
We leggen onze spullen bij elkaar. We hebben best wel veel. Mijn messen, mijn drietand, Lizzie's pijlen zonder boog, Lizzie's zwaard, mijn 2 broden, mijn lege literfles, mijn nachtkijker, mijn speerpunten, Lizzie's touw, Lizzie's rugzak - die overigens goed gevuld is, Lizzie's lege literfles, Lizzie's speerpunten en Lizzie's brood.
"Zullen we onze spullen gewoon uit elkaar houden, we dragen allebei onze eigen spullen mee, oké?" zeg ik.
"Ja, is goed" antwoordt ze.
De bladeren aan deze boom zijn groot, dus weet ik een - iets wat misvormde - rugzak te fabriceren. Het is eigenlijk eerder een schoudertas, maar oké ik kan mijn spullen er in bewaren. Ik gok dat het nu vier uur 's middags is, tijd voor avond eten.
"Zal ik gaan jagen?" stel ik voor.
"Is goed, dan doe ik het morgen avond," antwoordt Lizzie.
Als we dan allebei nog leven, denk ik in mezelf. Oké, aan dat soort dingen wíl ik niet eens denken. Gelijk zet ik het uit mijn hoofd. Als ik uit de boom klim, merk ik dat mijn val uit de boom toch wel echt pijn heeft gedaan.
Na een half uur heb ik een wat mij betreft goede vangst. Een konijn, een eekhoorn en een hermelijn. Door de drietand te gebruiken tijdens het jagen, kan ik er nu een beetje mee overweg. Dan heb ik tenminste nog íets aan. We maken een klein vuurtje, om het vlees boven te roosteren. Het hout dat gebruiken, zoeken we zorgvuldig uit. Zo droog mogelijk. Dat doen we omdat we geen beroeps willen lokken. Dat zou een slecht idee zijn. Het vlees is lekker, maar we zijn zuinig. Tijdens het jagen vond ik een klein meertje. Heel schattig, vond ik. Vlak nadat ik onze flessen had gevuld, kwam er een rode kikker boven water. Omdat ik bang was dat de kikker giftig zou zijn, ben ik gauw weggerend. Nu hebben we gelukkig wel water. We hebben het water boven het vuur gekookt. Hopelijk zijn alle bacteriën nu dood. Ondanks de grote hoeveelheid water die we hebben, zijn we toch zuinig. Alleen mijn literfles gaat leeg. Gelukkig heb ik vanochtend veel gegeten en gedronken, anders was ik nu al omgevallen. Ondertussen is het donker en de arena koelt 's nachts ontzettend af. De diamanten in onze boom hebben de warmte van overdag behoorlijk opgenomen. We zitten hoog en ik ben bang om in mijn slaap uit de boom te vallen. Lizzie heeft een touw, waarmee ze zichzelf kan vastmaken, maar ik heb dat niet. Ik ben sowieso bang voor de nacht. Bang dat ze me in mijn slaap vermoorden.
Deze dag is niet helemaal tot me door gedrongen. Waarschijnlijk zal ik alles in mijn dromen opnieuw meemaken. Daarom ben ik ook bang voor mijn dromen. Ik wil mijn ogen niet dicht doen, maar ik weet dat ik niet de hele nacht op kan blijven. Dat hou ik niet vol. Mijn buik is wel gevuld, dat helpt hopelijk om beter in slaap te kunnen komen. Als het ongeveer 10 uur is, klinkt plotseling het volkslied in de arena. Aan de hemel staan de gestorven tributen. Timmy uit District 1, Hanna uit District 8 - Gale leeft dus nog -, Beide uit District 9, Lola uit District 10 - bij haar naam slaak ik een zucht -, Abel uit District 11, Ronja uit District 12 en Pablo uit District 13. Ik zie dat Lizzie het echt moeilijk heeft met Pablo. Volgens mij kende ze hem goed.
"Zullen we gaan slapen?" vraagt Lizzie
"Ja, is goed. Ik ben best moe," antwoord ik.
Na ongeveer een kwartier rust word ik  wakker van gezoem. Schichtig kijk ik om me heen. Het is donker, dus zie ik niks. De maan zorgt er voor dat de arena niet helemaal donker is, maar toch kan ik de bomen niet van elkaar onderscheiden. Het gezoem wordt steeds luider. Dit kan niet goed zijn. Plots voel ik een steek in hals. Ik slaak een kort, zacht gilletje. Door die gil maak ik Lizzie wakker.
"Bloedzoekers," zeg ik. Van binnen ben ik volledig in paniek, maar ik wil Lizzie niet bang maken. Lizzie volgt mijn bevel op en met onze spullen klimmen we zo snel mogelijk uit de boom. Ze is bang, ik zie het in haar ogen.
"Ze komen op de diamanten af," zegt Lizzie op een bange toon. We moeten weg uit dit district.
"We moeten nu naar een ander District," zeg ik tegen haar.
We rennen zo hard als we kunnen. Ondertussen heb ik vier steken. Welk district, waar kunnen we heen?! Ik ben echt in paniek. Waar moeten we heen? Waar kunnen we heen? Zijn de andere Districten wel veilig?
Tegen de tijd dat we op het grasveld van de hoorn des overvloeds aankomen, hebben we besloten naar District 11 te gaan. Puur omdat we daar geen gevaren bij konden bedenken. Landbouw, tja, wat  kan daar gevaarlijk aan zijn? Als ik op zij kijk, zie ik dat Lizzie het enorm koud heeft. Wat kan ik er aan doen? Helemaal niks. Verderop zitten de beroeps, gelukkig zien ze ons niet. We zitten verscholen in de bosjes. De bloedzoekers zijn niet bij ons in de buurt, maar toch moeten we hier snel weg. Binnen nu en drie minuten komen de hallucinaties, door het gif. We moeten zorgen dat we tegen de tijd dat de hallucinaties komen, al in district 11 zijn. Melissa houdt de wacht, maar ik zie dat ze slaperig is. Ze zitten bij District 3. Te dicht bij, wat mij betreft. Dan gebeurt het, Melissa valt van het krukje af. Ze slaapt. We sluipen zo stil mogelijk langs alle districten. Als ik in district 13 ben, besef ik me dat Lizzie me niet meer volgt. Ze staat vlak achter me, maar het lijkt wel alsof ze door een onzichtbare muur wordt tegen gehouden. Dit is haar district, je kan waarschijnlijk niet naar je eigen District. Dan moeten we over het grasveld. Dat is gevaarlijk, maar het kan gewoon niet anders.
"We moeten richting de hoorn," zeg ik kalm.
Ze knikt. We sluipen naar de hoorn. De opening is aan onze kant, maar toch heb ik niet zo'n zin om spullen te gaan pakken. Dat zou domweg te veel lawaai maken. Het gaat goed. Dan plotseling valt Lizzie flauw. Oh nee. De hallucinaties zijn begonnen. Ze heeft vijf steken gehad. Meer dan ik. Voorzichtig til ik haar op. Gelukkig is ze niet zwaar. Met Lizzie in mijn armen, moet ik mijn hallucinaties doorstaan. We zijn ondertussen vlak bij District 11. Er zijn bomen, maar ook grote landbouwvelden. Het is echt mooi. Mijn hallucinaties zijn totaal niet heftig. Dit valt best wel mee. De wereld draait voor mijn ogen en af en toe zie ik rare beesten, maar toch weet ik mezelf overeind te houden. Puur omdat ik weet dat het niet echt is. Dat ik het gewoon uit mijn hoofd moet zetten. Er staan over de velden verspreid allemaal bosjes. Ze zijn best groot. Voorzichtig leg ik Lizzie neer. De bosjes bieden een goede beschutting en van buiten kan je ons niet zien. Ik ga naast Lizzie liggen en val in een droomloze, maar fijne slaap.

Mijn commentaar:
Wauw, ik wist wel dat je het kom. Het is echt super goed! Een paar kleine foutjes in het verhaal, maar verder top. Nog een ding, heb je ook met Lizzy overlegt?
Cijfer: 8,5

Vivian_Vallens commentaar:
Wauw wat een goed stuk. Lekker lang, mooi uitgebreid zonder dat het saai is... Well done! Op één stukje ging je volgens mij iets sneller en vergat af en toe een woord waardoor ik een zin zelf in moest vullen, maar dat was niet storend. Echt heel mooi geschreven, mooi gewerkt met gedachtes enzo.
Cijfer: 9,6

Gemiddeld: 9,1

The Wunger Games! (Gesloten)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu