Hoofdstuk 13: Eva

1.3K 52 5
                                    

Eva

Alsof ik uit een diepe slaap kwam opende ik mijn ogen om ze meteen weer te sluiten. Een fel wit licht scheen op me neer en ik smakte wat, mijn mond was droog. Wat was er aan de hand? Mijn lichaam voelde zwaar aan en ik hoorde stemmen, al klonken ze ver weg. Misschien hadden we gasten, lag Wolfs daarom niet naast me in bed. Maar waarom scheen er dan zo'n wit licht op me neer? Met die gedachten in mijn hoofd begon ik wat wakkerder te worden en meteen rook ik het. Die lucht. Die smerige lucht. Ziekenhuislucht. Wat was er aan de hand? Waarom was ik in het ziekenhuis? Waarom voelde mijn lichaam zo zwaar aan? Ondertussen begon een irritant piepje vlak bij mijn hoofd steeds sneller te tikken en hoorde ik voetstappen.

"Mevrouw Van Dongen rustig maar,' klonk het aan de linkerkant van mij maar ik kon mijn hoofd niet goed opzij draaien. Een grote, vertrouwde hand pakte de mijne vast een kneep er zachtjes in nadat zijn duim over de rug wreef. Die hand herkende ik uit duizenden.

"Eef, rustig maar, ik ben bij je," ik kreeg een kus op mijn voorhoofd gedrukt en ik wist dat het goed was. Hij was bij me. Langzaamaan begon mijn hartslag weer te dalen en voelde ik me wat meer wakker worden. Opnieuw deed ik een poging om mijn ogen te openen en ik keek recht in Wolfs' gezicht, die zich tussen mij en het felle licht tussen had geplaatst.

Dankbaar trokken mijn mondhoeken omhoog en ik opende mijn mond. "He," kwam er schor uit en Wolfs grinnikte zacht voordat hij me een bekertje water voorhield. Dankbaar pakte ik het aan en Wolfs hielp me om wat rechter overeind te gaan zitten zodat ik kon drinken.

"Hoe voel je je?" Vroeg de dokter terwijl Wolfs liefdevol haren uit mijn gezicht wreef. Ik nam een slok water en haalde mijn schouders op. Hoe voelde ik me? Ik voelde me zwaar, mijn buik deed zeer maar verder had ik nergens last van. Was ik geraakt? Ik kon me geen bloed herinneren of iets anders, alleen dat Wolfs me tegen de grond had gedrukt.

"Wel goed, denk ik," zei ik dan ook en de dokter schreef wat op zijn notitieblokje, "alleen heb ik wat last van mijn buik." Hij deelde een blik met Wolfs en keek vervolgens terug naar mij met een glimlach.

"Ik zal straks even terugkomen, als er wat is kunt u mij altijd roepen," hij schudde ons beiden de hand en verliet toen de kamer, de deur achter zich in het slot vallend.

Toen de dokter weg was draaide ik mijn hoofd naar Wolfs, die mij met een grote glimlach aankeek. "Eva, oh Eva," mompelde hij en drukte zijn lippen liefdevol op die van mij. Stomverbaasd maar blij dat er niks met hem aan de hand was kuste ik hem terug.

Toen we even later de kus afbraken bleef ik hem aankijken, nog steeds verbaasd over zijn houding. "Wat is er?" Vroeg ik dan ook om verduidelijking en streek zachtjes over zijn ongeschoren kin heen. Hij pakte mijn hand vast en drukte zijn lippen in mijn palm voordat hij mijn hand in de zijne vouwde. Het duurde even voordat hij zijn ogen weer van onze handen naar mijn gezicht liet gaan, maar toen hij me eindelijk aankeek had hij tranen in zijn ogen staan. Ik kreeg een bang voorgevoel van binnen. Wolfs huilde nooit – in ieder geval niet in mijn bijzijn. "Wolfs?" Ik kneep zachtjes in zijn hand en hij leek zich te hervatten. Hij kwam dichterbij me zitten en keek me serieus aan, iets wat mij nog zenuwachtiger maakte dan wat hij al deed. "Zeg het nou gewoon man, je maakt me bang met al dit gedoe," zei ik dan na een tijdje geïrriteerd. Kon die vent het nou niet gewoon zeggen?

"Eef... De reden dat je zo'n last hebt van je buik, is dat je geopereerd moest worden... Maar het is allemaal goed gegaan Eef. We... We zijn zwanger."

Stomverbaasd keek ik Wolfs aan. Zwanger? Dat kon helemaal niet. Ik was al jaren aan de pil, ook op vakantie was ik er mee door gegaan. Ik was zo in gedachten verzonken dat ik niet merkte dat Wolfs zijn glimlach afzakte en uiteindelijk helemaal verdween bij het zien van mijn blijvend geschokte gezicht.

VakantieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu