Hoofdstuk 22: Eva

1K 35 2
                                        

Eva
"Waag het eens om me dat te flikken!" Kwaad prikte ik in zijn borst, maar koppig bleef hij staan. "Wolfs." Dreigend keek ik hem aan, hij keek even kwaad terug.
"Ik ga niet mee, Eva! Ik laat mijn dochter niet alleen achter!"
"Alsof ze nu jou hulp kan gebruiken!" Ik ging te ver, ik wist het ook. Maar het was nodig. Hij deed een poging om langs mij heen te stappen maar ik versperde hem opnieuw de weg. "Als je nu weg gaat kan je je baan wel vergeten." Probeerde ik het anders. Er moest toch een manier zijn om deze man tot reden te brengen?
"Eva, laat me er langs."
"Nee."
"Eva."
"Wolfs." Zuchtend keek hij mij aan maar ik bleef staan waar ik stond. Hoe lang we zo tegenover elkaar stonden wist ik niet, maar langzaamaan droop Wolfs af naar de keukentafel, waar hij plaats nam op zijn plekje en trok de fles whisky naar zich toe. Afkeurend bekeek ik hem van een afstandje, maar besloot er uiteindelijk niks van te zeggen. Ik nam plaats op de stoel naast hem en legde mijn hand op zijn arm. "Het gaat goed met haar nu, ze herstelt. Je hebt zelf gehoord wat de doktors gezegd hebben. Wees nou niet zo koppig. Bovendien, we moeten pakken. De deur kom je toch niet meer uit, dat weet je zelf ook." Na enige twijfeling drukte ik mijn lippen op zijn wang en stond op. Een klein kneepje in zijn schouder volgde en ik liep de trap op. Mijn tas was ook nog niet klaar.

Zachtjes meezingend met de muziek liep ik door de keuken heen en weer. Stilzitten kon ik niet. Ik had beweging nodig. Wat ik wou doen wist ik ook niet. Ik trok een lade open en pakte de verstopte zak chips van zijn verstopplaats. "Ha papa, wat ben jij slecht in dingetjes verstoppen." Grinnikte ik en plaatste mijn hand op mijn buik, waar direct op gereageerd werd. Tevreden opende ik de zak en nam plaats aan tafel. Een blik op de klok vertelde mij dat Wolfs terug zou zijn met ongeveer 50 minuten. Tijd genoeg om nog wat te snoepen voordat hij mij een lekkere lunch zou meenemen.
Gedachteloos at ik de zak half leeg totdat ik boven ineens een deur hoorde opengaan. Gelach klonk en ik herkende Marion. Pfoe, Wolfs gelukkig niet. Stel je voor dat hij me nu zou betrappen.
"Ga maar vast naar beneden." Klonk Wolfs zijn stem en gauw trok ik een stoel naar achter waar ik de zak op legde, om gauw de tafel schoon te vegen van kruimels en kauwde ik gauw mijn mond leeg.
"Hè, Eva!"
"Marion! Hoe is het?" Met behulp van de tafel stond ik op en liep naar Marion toe, die een knuffel kreeg en een kus op haar wang.
"Goed, goed. Met jou?" Een grote glimlach vertelde mij dat ook echt alles goed ging en ik knikte.
"Oh goed hoor, heb alleen honger. Hoorde ik Wolfs nou ook?" Zoekend keek ik omhoog naar het trapgat.
"Ja, hij moest nog even wat uit de auto pakken geloof ik." Ik knikte en gebaarde dat ze mocht gaan zitten.
"Wil je wat drinken? Kopje thee? Koffie?"
"Thee graag." Ik knikte en liep de keuken terug in en vulde de waterkoker met water, om deze vervolgens aan te zetten. "Eva, wat is dit?" Gekraak klonk en ik draaide me snel om. Vragend hield Marion de zak chips omhoog en ik trok een gezicht waarna ik gebaarde dat ze mij de zak moest geven.
"Niks, ik ruim hem wel op. Zou Wolfs wel hebben laten slingeren."
"Wat heb ik laten slingeren?" Wolfs stond ondertussen met wat dozen onderaan de trap en keek afkeurend naar de zak in mijn handen. "Eef, ik heb broodjes mee genomen." Betrapt keek ik van de zak naar Wolfs, die de zak met broodjes omhoog hield.
"Weet ik, daarom ruim ik dit ook op." Achter mij schoot Marion in de lach en sloeg haar hand voor haar mond. Ze vond dit veel te grappig. Zuchtend liep Wolfs naar de tafel en pakte ik gauw drie borden, voor Marion zou hij ook wel wat hebben. Bij de tafel kreeg ik een korte kus op mijn lippen gedrukt van Wolfs en namen we plaats, waarna ik begon met het verslinden van mijn broodje kaas.

Marion was na het eten weer vertrokken, haar pauze zat er op en ze moest vanmiddag nog gewoon werken. Jaloers had ik haar een kus op haar wang gegeven en opgedragen iedereen de groetjes te doen van mij. Ik miste mijn werk maar een beetje. Een klein beetje. Glimlachend sloot ik de deur achter haar en liep de trap weer af, waar Wolfs al klaar stond met een glas water en deze aan mij gaf. Ik bedankte hem en zette het op het aanrecht, waarna ik me in zijn armen begaf. Hij was maar een halve dag bij me weg geweest, maar het voelde alsof het veel langer was geweest.
"Wat is er?" Geamuseerd sloeg hij zijn armen om mij heen en ik snoof zijn geur op.
"Niks. Ik wil gewoon even knuffelen," was mijn simpele verklaring en Wolfs grinnikte.
"Nu ineens wel. Ik weet wat ik moet doen als ik vaker met jou wil knuffelen." Met open mond keek ik hem aan en schoot in de lach toen ik doorhad dat hij een grapje maakte.
"Jij bent ook lekker."
"Weet ik." Opnieuw viel mijn mond een stukje open en hij schoot hard in de lach. Ik kreeg een korte kus op mijn lippen geduwd en liet hem los.
"Papa doet een beetje flauw he," wreef ik over mijn dikke buik heen en glimlachte. "Jij word wel een mama's kindje, hè ventje?"
"Nee, ze word papa's prinsesje."
Grinnikend keek ik hem aan en schudde mijn hoofd. "Echt niet."
"Echt wel."
"Niettes."
"Welles."
"Totaal niet." Zuchtend keek Wolfs mij aan en plagerig stak ik mijn tong naar hem uit. Tegenwoordig was ik een stuk kinderachtiger gevonden, iets wat Wolfs grappig vond, maar af en toe ook wel irritant. Discussies hield ik nou veel langer in stand met mijn welles of nietes, iets wat hij weer niet fijn vond. "Kusje?" Smeekte ik.
"Vooruit maar weer." Hij boog zich naar mij toe en opnieuw versmolten onze lippen tot een passionele zoen.
"Hallo!" Een vrolijke stem verbrak de cocon waar we even in hadden gezeten met z'n tweetjes en opgewekt kwam Fleur de trap af gelopen. "Oh. Kom ik ongelegen?" Met een grijns liep ze op ons af. Beiden kregen we een kus op onze wang gedrukt en ik wurmde me uit Wolfs' armen. Ik vond het nooit fijn om zo klef te doen als er andere mensen bij waren, zelfs niet als het Fleur was.
"Jij komt nooit ongelegen." Glimlachte haar vader en ik bevestigde dat.
"Heb je al gegeten? Je vader heeft broodjes gehaald, we hebben nog wel wat over."
"Nu nog wel, eind van de dag is alles op." Grinnikte Wolfs en ik zond hem een quasi boze blik, waarop hij mij een knipoog gaf. "Nee hoor, dat valt best mee."
Lachend wurmde Fleur zich tussen ons door en pakte een broodje van een bord op tafel en zuchtte. "Echt hoor, dat je nog altijd een arm dier laat vermoorden..."
"... Voor mijn eigen genot, ja ik weet het schat. Ik vind het nou eenmaal lekker." Ik grinnikte en pakte mijn glas met water van het aanrecht, waarna ik aan tafel plaats nam.
"Moet je nog werken vanavond?" Ook ik trok een bord naar me toe en begon aan mijn tweede broodje, Wolfs schonk Fleur wat te drinken in en nam uiteindelijk ook aan tafel plaats.
"Uhu," knikte Fleur, haar mond vol. "Ik moet weer afsluiten vanavond. Gelukkig sta ik niet helemaal alleen," vervolgde ze gauw na een blik van haar vader. "Alicia moet ook werken vanavond, dus dat gaat wel gezellig worden."
"Mooi. Heb je binnenkort nog een toneelstuk? Je hebt het al een tijdje rustig." Altijd de bezorgde vader spelen. Of het goed ging op school mocht hij nooit naar vragen, dus zocht hij altijd wel een andere manier.
"Klopt, we zijn nog druk bezig, het is lastig om genoeg mensen te vinden die mee willen werken, een plek moeten we ook nog regelen, spullen enzovoorts. Het gaat dus nog wel even duren voordat we weer wat hebben." Even bleef het stil en aten Fleur en ik ons broodje op en Wolfs had de krant naar zich toegetrokken.
"En hoe gaat het met de jongens?" Grijnzend boog ik me over tafel heen en keek Fleur aan. Naast mij voelde ik Wolfs verstijven, Fleur merkte het ook en zuchtte geërgerd.
"Alsof ik daar tijd voor heb, ik heb het veel te druk."
"Dat zegt iedereen. Maar als iemand leuk is dan maak je tijd voor hem. Dan zie je pas hoeveel tijd je eigenlijk over hebt. Maar vertel, heb je nog iemand op het hoofd?"
"Alsof ik dat nu hier zou vertellen," grinnikte ze en naast mij begon Wolfs te hoesten. Samen met Fleur schoot ik in de lach en Wolfs keek ons een voor een aan.
"Heb je een vriend, Fleur?" Vroeg hij daarna serieus en we begonnen harder te lachen. Fleur stond op, drukte een kus op zijn wang en op die van mij om vervolgens haar jas te pakken.
"Nou, ik moet er vandoor. Ga nog even langs mijn vriendje voordat ik moet werken. Haje!" Met een knipoog naar mij liep ze naar boven en liet zichzelf uit, waarna Wolfs zich verbouwereerd naar mij draaide.
"Zeg me dat het niet waar is." Hij klonk zo hopeloos, zo smekend.
"Hoezo? Kan je het niet aan als ze een vriend heeft? Ze is volwassen, Wolfs."
"Maar ik ben haar vader, Eef. Ik hoor dit soort dingen te weten."
"Nee, jij hoort dit soort dingen juíst niet te weten. Maar nee, ze heeft geen vriend, als dat je gerust stelt."
"Naar wie is ze dan toe?" Opgelucht haalde Wolfs adem en ik vond het wel lief. Zou hij ook zo bezorgd zijn om ons kindje? Liefkozend liet ik mijn hand over mijn buik glijden en vergat helemaal om antwoord te geven. "Eef."
"Hm?"
"Naar wie is ze toe?"
"Wie?" Vragend keek ik op, mijn gedachten nog bij dat ons kindje later ook een vriendje of vriendinnetje zou krijgen. Ik kon haast niet wachten. Maar eerst beginnen bij de eerste dag. Eerst zelfs nog de zwangerschap afmaken.
"Fleur, over wie hadden we het anders? Het is niet dat we van onderwerp zijn veranderd de afgelopen minuten?"
"Oh ja..." Ik haalde mijn schouders op, "Geen idee joh, misschien nog gauw even langs haar kamer voordat ze moet werken, of moet ze eerst nog langs school."
Wolfs nam hier genoegen mee en keek mij vragend aan. "Waar zat je net met je gedachten?"
"Overal, later, als onze kleine een vriendje of vriendinnetje krijgt."
"Eef, alsjeblieft." Hopeloos keek hij mij opnieuw aan. "Ik wil er niet eens an denken. Onze meid blijft gewoon bij haar vader."
"Durf je dat te wedden?" Grijnzend keek ik hem aan en hij schudde zijn hoofd. "Verstandig." Grinnikte ik en hij maakte een gebaar met zijn handen.
"Met jou is een weddenschap nooit leuk."
"Nou ja zeg! Waarom niet?"
"Je bent... te fanatiek," beantwoordde Wolfs uiteindelijk mijn vraag, zijn woorden voorzichtig gekozen.
Grijnzend keek ik hem aan. "Ik heb gewoon altijd gelijk."
"Altijd is ook wel weer overdreven hoor."
"Maar wel veel dus," grinnikte ik maar Wolfs schudde eigenwijs zijn hoofd.
"Dat valt ook wel mee."
"Waarom wil je dan geen weddenschap met mij aangaan?"
"Heb je nog honger? Anders ruim ik de broodjes op." Negeerde hij mijn vraag en even kneep ik mijn ogen samen, waarna ik toch nog gauw een derde broodje kaas van het bord afpakte. Zelf stond hij op en liep naar het aanrecht.
"Nou?"
"Moet je nog wat drinken? Chocomel?"
"Water. Vertel." Het bleef stil en ik gaf hem mijn glas aan, dat hij nog een keer vulde met water. Hij zette het voor me op tafel aan en pakte de krant er weer bij, maakte duidelijk dat hij geen antwoord zou geven. "Flauw hoor, je kan ook gewoon zeggen dat je bang bent om met mij een weddenschap aan te gaan omdat je altijd verliest."
"Hé, ik ben niet bang!"
"Ha, dus ik win wel altijd."
"Nee, dat zeg ik niet."
"Maar je ontkent het ook niet." Grinnikte ik en hij zuchtte diep.
"Jij bent echt onmogelijk, weet je dat?"
"Pff, dat valt ook wel weer mee zeg."
"Nee echt niet, Eva van Dongen."
"Echt wel, Floris Wolfs." Een tijdje bleef het stil en at ik mijn broodje verder op en las Wolfs de krant.
"Ik hoop dat we dit met een tijdje anders kunnen doen," sprak Wolfs op en verbaasd keek ik hem aan. Mijn gedachten waren al lang bij mijn broodje, wat ik nog moest doen vandaag, welke was gewassen moest worden en andere huishoudelijke taken.
"Wat?" Vroeg ik dan ook ter verduidelijking.
"Discussiëren."
"Hoezo anders?" Nog steeds keek ik hem niet-begrijpend aan. Waar had die vent het over?
"Dat ik je dan Eva Wolfs kan noemen." Hij leunde over tafel en pakte mijn hand, waar hij liefkozend over wreef.
Een glimlach brak door op mijn gezicht. "Wie weet blijf ik wel gewoon Van Dongen heten. Weet jij veel."
"Wat wil je liever?" Hij fronste en keek mij bezorgd aan. Ik haalde mijn schouders op, ik had er nog niet echt over na gedacht.
"Het zou wat zijn, als Mechels ons bij haar roept, 'Wolfs, Wolfs'" Grinnikte ik en Wolfs knikte, zijn bezorgde houding had plaats gemaakt voor een glimlach.
"Of eenmaal 'Wolfs' of 'Eva en Wolfs'. Het kan allemaal." Ik knikte en kneep in zijn hand. Het kon allemaal. Eva Wolfs, Eva Wolfs-van Dongen, Eva van Dongen-Wolfs. Ik moest er maar even over na gaan denken. Want wat wou ik nou eigenlijk?

VakantieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu