Hoofdstuk 24: Wolfs

1.3K 46 11
                                    

Wolfs
De laatste dagen waren het ergst. Hoe dichterbij we bij de groot gemarkeerde dag in de agenda kwamen, hoe hoger de spanning opliep. Verscheidene mensen kwamen over de vloer, nieuwsgierig of ons kleintje al was geboren - wat nog steeds niet het geval was. De datum passeerde, zonder dat er ook maar iets veranderde. Fleur en Marion kwamen iedere dag eventjes langs, Marion vaak 's avonds en Fleur 's ochtends, zo hadden we in ieder geval nog een beetje rust.

De gordijnen lieten geen enkel licht binnen in onze kamer, behalve een streep dat op het plafond scheen. Naast mij lag Eva te slapen, eindelijk. De laatste dagen waren stressend geweest en slaap vatten was moeilijk, maar moest wel gebeuren. Ik draaide mijn hoofd een kwartslag en keek naar de donkere vorm wat het wiegje was. Wanneer ons kindje zou komen was de vraag, wanneer hij of zij er klaar voor was, dat wisten we alleen. En we hoopten dat het snel zou zijn. We konden niet wachten.
Ik draaide me om in ons bed en drukte zachtjes een kus op Eva's slaap, hoopte hard dat ik haar niet opnieuw wakker zou maken.
Op de een of andere manier kon ik de slaap maar niet vatten, mijn onderbuikgevoel vertelde mij dat er iets was, iets dat ik vergat. Ik had iets over het hoofd gezien, er was iets dat ik had moeten doen, maar niet had gedaan. De tas stond klaar, was opnieuw veranderd qua inhoud, en klaar om mee te nemen als het nodig was. De deuren zaten op slot, de lampen waren uit, de vaat van vanavond was schoon. Wat miste ik dan? Ik zuchtte en wreef een hand over mijn gezicht, ik kon hier niet zo blijven liggen.
Zo zacht mogelijk sloeg ik het dekbed van mij af en stapte uit bed. Kippenvel liet de haren op mijn armen omhoog staan en ik trok een vest aan tegen de kou. Na een laatste blik op Eva te hebben geworpen verliet ik onze kamer.
Beneden knipte ik het lampje aan en keek bijna automatisch naar het wipstoeltje dat achter op de tafel vast klaar stond. Alles in ons huis duidde aan dat er een kindje was, of er zou komen. Met een glimlach opende ik de koelkast en pakte wat water. Sinds de bevalling zo dichtbij was wou ik niet meer het risico te lopen om te drinken, wie weet zouden we vannacht nog wel naar het ziekenhuis moeten. Ik nam plaats aan tafel en speelde wat met het knuffeltje dat in de wipstoel lag. Een bruine aap met zwarte kraaltjes als ogen en een glimlach keek mij aan en ik speelde wat met het doekje dat het lichaampje was. Fleur had het aapje gekocht, had het niet kunnen laten liggen toen ze het was tegengekomen tijdens het winkelen. Net zoals het nog veel te grote apenpakje dat er bij zij. Ons kindje zou het nog lang niet aankunnen, maar wanneer het aan kon, zou Eva het hem of haar meteen aantrekken, dat had ze Fleur meteen beloofd toen ze het cadeautje uitpakte.
Het ondertussen lege flesje gooide ik met een boogje in de prullenbak en drukte de lichtschakelaar naar beneden, waarbij het licht achter mij uit knipte. Ik zou nog maar eens een poging doen om te gaan slapen, morgen zou ook weer een lange nacht worden.

"Wolfs," ik voelde Eva's hand mij zachtjes wakker schudden, eerst zachtjes maar later wat harder. "Wolfs. Toe. Help eens, vent." Ik opende mijn ogen en keek haar slaperig aan, wat moest ze? Ik sliep eindelijk.
Ze leek mijn gedachten te raden en sloeg een zucht. "Ik moet naar de wc. Help even." Ik knikte en hielp haar gauw om uit bed te komen, waarna ze naar de badkamer liep. Ik liet mij weer achterover op bed zakken en speelde wat met het overtrek, wanneer mij nattigheid opviel.
Ik trok het dekbed weg en zag een grote, natte plek in het bed. Een zucht ontsnapte en ik stapte uit bed, trok het overtrek er af. Vragend keek Eva mij aan vanuit de deuropening. "Wat doe je?"
"Je hebt weer in bed geplast, Eef."
"Hoezo, ik heb in bed geplast? Ik heb helemaal niet in bed geplast. Daarom ging ik net naar de wc toe."
Een moment bleef het stil, totdat we tegelijkertijd spraken. "Je vliezen!"
"Mijn vliezen!"
Gauw liet ik het overtrek op de grond vallen en liep naar Eva toe, die haar handen voor haar mond sloeg en naar haar buik keek. Was dit dan het moment? Het moment dat we voor het laatste met z'n tweetjes zouden zijn, voordat we eindelijk ons kindje in onze armen mochten sluiten. "De telefoon, waar is de telefoon?" Eva keek wild om zich heen, op zoek naar de telefoon.
"We hoeven nog niet te bellen, Eef. Pas als de weeën constant worden." Vertelde ik haar wat ze eigenlijk ook wel wist. Ik sloeg mijn armen om haar heen en drukte een kus op haar kruin. "Kom, maak ik het bed op, kunnen we nog even liggen." Zo gezegd zo gedaan.

VakantieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu