5. Het Boek van Austramaddux

9 0 0
                                    

'Je moet het niet beschouwen als een vreselijke mislukking op een bezem,' zei Daan naderhand toen ze allemaal in de leerlingenkamer van Ravenklauw zaten. 'Zie het als Ralph de kans geven om briljant te zijn!'

James zei niets. Hij zat ineen gezakt aan het eind van de bank met zijn hoofd terneergeslagen leunend op zijn handen.

'Buiten dat. Als ik niet op mijn bezem gesprongen was en achter jou aan was gegaan, weet ik niet hoe ik dat vliegen voor elkaar had moeten krijgen. Het was gewoon een kwestie van niet teveel over nadenken.'

'Geweldig gedaan daarbuiten, Wilstra,' zei een oudere student die voorbij de bank liep en Daan door zijn vochtige haar wreef.

'Jep,' zei een ander vanuit de kamer. 'Normaal zijn audities van eerstejaars enkel voor de lol. Met jou, krijgen we de lol en de vaardigheid.' Er werd gelachen en er was verspreid applaus. Daan genoot.

'Maar serieus,' zei Ralph van waar hij zat de grond voor de openhaard met zijn rug naar de vlammen. 'Hoe deed je dat? Vliegen is iets wat lastig te leren is.'

'Kwee 't echt nie,' zei Daan. 'Ik zag James naar de stratosfeer schieten en ging gewoon achter hem aan. Tot op het eind had ik geen idee waarmee ik bezig was, toen ik in de gaten had dat ik recht naar beneden dook, richting het veld, trok ik op het laatste moment op, net op het moment dat de menselijke torpedo hier voorbij kwam en ik dacht, 'Kijk mij! Ik vlieg!' Misschien komt het door al die racespellen en vliegstimulatoren waar mee ik opgegroeid ben en met mijn vader speelde. Alles kwam bij elkaar.' Daan leek zich plotseling te realiseren dat dit gesprek niet ten goede kwam aan James' humeur. 'Maar genoeg over mij en mijn bezem. Even over jouw, Ralphie?'

Ralph knipperde nadenkend en pakte toen zijn toverstok uit zijn natte gewaad. Hij was zo groot en belachelijk als altijd met de grove punt en de lichtgroene verf, maar niemand lachte er meer om. 'Ik weet het niet. Het is zoals je zegt, nietwaar? Ik denk er niet over na. Ik zag James naar de grond vallen en ik dacht aan de veer van professor Banning's les. Het volgende ogenblik richtte ik de stok op hem en schreeuwde-- .'

Verschillende leerlingen, waaronder Daan, doken gillend weg toen Daan zijn toverstok in hun richting zwaaide. Ralph glimlachte schaapachtig. 'Maak je geen zorgen, ik wilde het niet gaan zeggen.'

'Ralph, je bent een wonder, vriend,' zei Daan, bijkomend. 'Je bent in één les van een zwevende veer naar een menselijk lichaam gegaan, besef je dat? Mijn jongen heeft talent.'

James roerde zich. 'Als jullie allemaal klaar zijn met jezelf te feliciteren ga ik een grot zoeken om de rest van het jaar in te leven.'

'Hé. Ik wed dat Groemp's vriendinnetje een kamer heeft in háár grot,' zei Ralph. Daan keek Ralph met open mond aan.

'Wat...?' zei Ralph, 'Ik bespaar hem de tijd om te zoeken.'

'Hij maakt een grapje,' zei Daan naar James kijkend. 'Dat had ik in eerste instantie niet begrepen.'

'Gefeliciteerd met je benoeming in het team,' zei James zachtjes. Hij stond op pakte zijn gewaad van de haak bij het vuur.

'Nee, echt,' zei Daan met een vreemde stem. 'Het spijt me dat de dingen zo gelopen zijn. Ik wist niet dat het zo belangrijk voor je was, echt.'

James stond een paar seconden stil, starend in het vuur. Daan's uiting van spijt raakte hem. Hij werd rood en tranen brandde in zijn ogen. Hij knipperde en keek weg.

'Het was niet zo belangrijk voor me. Echt,' zei hij. 'Het was alleen echt, echt belangrijk.'

Toen de deur achter hem sloot hoorde hij Ralph zeggen. 'Nou, voor wie was het nou belangrijk?'

James Potter en de Hal der Oudste KruisingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu