14 De Hal der Oudste' Kruising

5 0 2
                                    

'Maar, waarom moeten we haar bezem stelen?' riep Ralph de volgende morgen tijdens het ontbijt gedempt uit. Hij stekte zich over de tafel uit om een bord met worstjes te pakken. 'Het wordt véél moeilijker om die te stelen dan de tas van professor Jackson. Jongens worden zelfs niet toegestaan in de meisjesslaapzalen. We zullen er nooit bij kunnen komen. Trouwens, we hebben de mantel al. Ze kunnen niets doen zonder alle relieken.'

'Het is de staf van Merlijn, daarom moeten we 'em hebben,' reageerde James. 'Zelfs alleen moet het een van de machtigste magische objecten in de wereld zijn. Je zag wat Tabitha Kraaieveld er tijdens de wedstrijd mee deed. En het was niet alleen het schaduwen van de Snaai zonder zelfs te kijken. Haar hele team leek erop te reageren, of tenminste hun bezems. Ze wisten waar ze moesten zijn, op het juiste moment. Dat is een echte krachtige magie. Tot op heden heeft ze de staf alleen gebruikt om Zwerkbalwedstrijden te winnen, maar wil je echt dat zoiets als dat in de handen is van iemand als zij en het Progressieve Element?'

Ralph keer zuur. Daan zette zijn kop koffie neer en staarde naar het tafelblad. 'Ik weet het niet...,' zei hij.

'Wat?' zei James ongeduldig.

Daan richtte zijn blik op hem. 'Nou, het lijkt te makkelijk, echt. Ik bedoel, eerst was het de sjofele tas Ralph's vriend's die precies op tijd in beeld kwam. Toen, hoe je het ook bekijkt, hadden we verschrikkelijk veel geluk met die Visum-Ineptio bezwering. Zelfs daarvoor, kijk naar alle toevalligheden die leidde naar de ontdekking van de verbergplaats van Merlijn's troon, van het zien van de Voodookoningin op het meer die nacht, tot het vinden van dat artikel in de Ochtendprofeet over de inbraak bij het Ministerie. En nu komen we er toevallig achter dat Tabitha's bezem de staf van Merlijn is. Ik vind het niet leuk om op te merken, maar wat is dat voor duistere samenzwering als een drietal eerstejaars kneuzen dat allemaal kunnen ontdekken.'

James kookte. 'Oké, goed, dus we hebben hier en daar geluk gehad. We hebben hard gewerkt en zijn ook erg voorzichtig geweest. En buiten dat, het klopt toch allemaal, of niet? Alleen omdat de mensen achter het complot te arrogant zijn om te denken dat iemand hun zou kunnen pakken, betekent dat niet dat het plan niet echt is. Wat dan over wat er gebeurd is toen we de tas van professor Jackson opende? En ik heb nog niet eens verteld wat er vorige week met mij gebeurd is!'

Ralph sprong overeind en gooide bijna zijn pompoensap om. Zijn ogen stonden een ogenblik wild, toen kalmeerde hij. 'Vorige week? Wanneer?'

'De nacht dat we naar Hagrid zijn geweest, direct nadat ik jou verliet,'antwoordde James. Hij beschreef de manier waarop de muren van Zweinstein waren veranderd in een bos om hem heen, zijn vreemde reis naar het eiland van de Grot Bewaar en de mysterieuze spookachtige verschijning die hem had opgedragen het reliek naar haar te brengen. Daan luisterde met een scherpe interesse, maar Ralph's gezicht was bleek en leeg.

Toen James klaar was vroeg Daan, 'Je denkt dat het echt een Dryad was?'

James schouderschokte. 'Weet ik niet. Het leek erg veel op degene die we zagen in het bos, maar toch anders. Het pulseerde als je begrijpt wat ik bedoel. Ik kon het in mijn hoofd voelen.'

'Misschien was het een droom,' zei Daan voorzichtig. 'Zo klinkt het wel.'

'Het was geen droom. Ik was in de gang op weg naar de leerlingenkamer. Ik was niet aan het slaapwandelen.'

'Ik bedoel alleen maar,' begon Daan met neergeslagen blik flauwtjes.

'Wat?' reageerde James fel. 'Denk je dat het hele Merlijnding ook een droom was? Toen ik voor jullie beiden uit de kamer verdween en Carlo Kannewaser's geest die me terug bracht?'

James Potter en de Hal der Oudste KruisingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu