~7~

64 6 1
                                    

{Kaylee}

'Wow! Dit is echt een gave!' roep ik als we naar de huurauto heen lopen. Het is een mini Cooper. Een blauwe! 'Ik rij!' roept Merle. Ze opent de auto en ik ga naast haar voorin zitten en Linde en Jazzney achterin. 'Dit is echt een gave auto!' gilt Linde. 'Kom gas erop. Terug naar de bungalows waar de jongens staat te wachten!' zegt Jazzney. Ik zet de muziek aan en Merle geeft vol gas. We zetten de ramen open en zingen keihard mee met Taylor Swift. 'I don't know about you but im feeling 22. Everything will be alright if you keep me next to you. You don't know about me but I bet you want to. Everything will be alright if we just keep dancing like we're 22, 22' 'Waar zou dit knopje voor zijn?' vraagt Merle die zich vervolgens weer op de weg richt. Ik druk op het knopje en vervolgens gaat het dak open. 'Woehoe!!!' gillen we allemaal en ik zet de muziek weer harder. Een auto achter ons toetert. Als ik in de autospiegel kijk zie ik dat het allemaal jongens zijn en ze juichen om ons. Merle toetert terug en zet dan gas erop.

Even later komen we aan bij de bungalow en de jongens staan al klaar om te vertrekken. Ze juichen net als je jongens net en fluiten op hun vingers. 'Gaaf hé!' roep ik. Merle zet de muziek zachter en we stappen uit de auto. 'Wij krijgen een saaie zwarte auto en jullie krijgen gewoon zo'n cool gaaf ding!' zegt Daan en kijkt jaloers naar de auto. 'Als je lief doet, mag je misschien wel een keer erin rijden' zeg ik ondeugend. 'En als ik dat nou niet doe?' vraagt Daan en hij tilt me over zijn schouder. Ik klop op zijn rug. 'Zet me neer!' 'Alleen als ik een ritje mag maken in jullie auto' zegt hij lachend. 'Goed goed! Maar jij betaald de schade!' gil ik. Daan zet me neer en lacht. Ik smelt! 'Morgen mag ik rijden als we ergens naar toe gaan!' zegt hij en dan gaat hij naar zijn eigen huurauto. Ik glimlach. Wat is hij toch geweldig! 'Kay! Nu mag jij rijden' roept Merle en ze gooit me de sleutels toe. 'Rijden jullie voor? Dan volgen wij jullie wel. Hoelang is het rijden naar Willemstad?' vraag ik aan Daan. 'Kwartiertje ongeveer' zegt hij. Ik pak mijn spullen en zet ze achterin de auto. De andere meiden doen hetzelfde en Jazzney gaat nu naast me zitten en Merle en Linde achterin. 'Go girls!' roepen de jongens en trekken de deuren van hun auto dicht. 'Wacht! Ik moet mijn handdoek nog pakken!' zeg ik. Snel stap ik uit de auto en loop de bungalow in. Ik hoor geschuifel en dan is het weer stil. Verschrikt sta ik stil. 'Is er iemand?' vraag ik een beetje met een trilstem. Het blijft stil. Het kwam uit mijn slaapkamer en die van Linde. Ik open langzaam de deur en kijk naar binnen. Er is niets te zien. Vast een klein diertje ofzo. Door de open ramen waar geen glas in zit kunnen die zo naar binnen komen. Ik pak gauw mijn handdoek uit de kast en wil weer naar buiten gaan als ik weer geschuifel hoor. Ik kijk om me heen en mijn hart klopt in mijn keel. 'Wie is dat?' zeg ik met een piepstemmetje. 'Kaylee! We wachten!' hoor ik Linde van buiten. Ik kijk nog een keer vluchtig om me heen, maar er is echt niets te zien. Ik loop de slaapkamer uit en sluit de deur achter me. Dan loop ik gauw naar de auto en gooi de handdoek naar Merle. 'Ja joh, ik houd hem wel bij me' lacht ze en legt hem naast haar neer. Ik ga achter het stuur zitten. Daan kijkt me vragend aan en steekt zijn duim op om te vragen of het goed gaat. Ik steek mijn duim ook op en glimlach. Alles is goed! zeg ik zonder geluid.

Even later rijden we over een soort snelweg en overal naast de weg staan palmbomen en de straat heeft een gele streep in het midden. Achter de palmbomen ligt de zee. Ik probeer mezelf af te leiden en let heel goed op de weg, maar de angst van net gaat maar niet uit mijn lijf. Ik heb toch echt iets gehoord. 'Zijn hier beren?' vraag ik. 'Eh.. nee hoezo?' vraagt Jazzney lachend. 'Oh gewoon. Andere grote gevaarlijke beesten dan??' vraag ik. 'Nee. Alleen flamingo's, Hagedissen, leguanen' Jazzney denkt diep na. 'Ja oké!' zeg ik gauw en zet de muziek harder. Jazzney kijkt me onderzoekend aan, maar laat me verder met rust. De jongens slaan af en ik ga er gauw achteraan. Even later rijden we een parkeerplaats op en parkeren de auto.

Wow. Het is echt een mooie stad. Willemstad is de hoofdstad van Curaçao en overal staan gekleurde huizen. Ze zijn roze, blauw, geel, groen. Het is echt een prachtig gezicht. We lopen over een lange brug die over het water gaat en ons naar echte stad met winkeltjes brengt. 'Zou ik een foto maken?' vraagt Daan aan mij. Ik knik en geef hem mijn mobiel aan. Ik ga tegen de rand van de brug staan en pak de reling vast. Ik lach naar de camera. 'Wauw! Je bent echt een fotomodel!' roept Daan naar mij. Het waait hard en ik kan hem dus maar net horen en lach verlegen. 'Nou, zo mooi ben ik niet hoor' zeg ik. 'Echt wel! Kom we maken een selfie!' zegt hij. Hij komt naast me staan en legt een arm om mijn schouder. Ik ben me er heel erg van bewust dat Daan, Dé Daan een arm om mijn schouder heeft geslagen. We lachen in de camera en bekijken de selfie's die we hebben gemaakt. Gekke, leuke, mooie, rare, van alles zit er tussen. Even vergeet ik van wat ik net heb gehoord in de bungalow, maar als Daan door wil lopen is alles weer terug en blijf ik staan. Daan draait zich om en komt weer naar me toe. 'Wat is er?' vraagt hij. Hij vraagt niet óf er iets is, hij vraagt wát er is zodat je geen nee kan zeggen. Dat zouden alle jongens moeten doen. Ik voel me echt vertrouwd bij hem en begin te vertellen van wat ik net heb gehoord. Daarna sla ik mijn ogen neer en schaam me. Waarom vertel ik dit? Nu vind hij me vast net een klein kindje die bang is voor iets wat waarschijnlijk maar een klein beestje was ofzo. Maar hij legt een vinger onder mijn kin en tilt mijn hoofd iets op. 'Je hoeft niet bang te zijn. Er zijn hier echt heel veel hagedissen en zo. Ze doen je niets en zijn banger voor jou dan jij voor hem' zegt hij lief. 'Nou dat weet ik nog niet zo zeker hoor' zeg ik. 'En als hij je wilt opeten, geef je een gil en ik kom eraan om je te redden' zegt hij met een grijns. 'Ja joh, jij komt echt midden in de nacht je bed uit omdat ik bang ben' zeg ik lachend. 'Ja, voor jou wel' zegt hij en dan sluit hij zijn ogen en voel ik zijn lippen op de mijne. Even schrik ik en houd mijn mond stijf dicht, maar daarna ga ik erin mee en voel ik me de gelukkigste persoon op aarde. 'Laten we gauw de anderen weer gaan opzoeken' zegt Daan en laat me langzaam los. Daarna lopen we verder over de brug en de anderen zien we bij een marktkraampje staan. Daan loopt naar de jongens toe en ik naar de meiden. Wij gaan een kledingwinkeltje in en zeggen dat we de jongens straks weer voor de brug zien. Ik koop een nieuwe korte spijkerbroek en een bijpassend topje en de andere meiden kopen ook iets voor hunzelf. Daarna gaan we de winkel uit en lopen naar de brug. 'Sst... Daan ze is er' zegt Rein opeens als we aankomen lopen. We kijken ze verbaasd aan. Dan stapt Daan op me af en heeft iets in zijn handen. Ik kijk hem blozend aan. 'Close you're eyes and give me your hand' zegt hij. Ik doe wat hij zegt en even later voel ik dat zijn warme grote hand mijn hand pakt en er iets inlegt. 'Open je ogen' fluistert hij. Ik schrik eerst van het felle zonlicht en kijk dan naar mijn hand waar een armbandje in ligt. het is een zwart touwtje met gekleurde letter eraan. Mi ta stimabo dushi staat er op. 'Het betekend; ik hou van jou liefje' zegt Daan. Ik kijk hem verliefd aan. hij pakt mijn hand en doet langzaam het armbandje om. Dan pakt hij allebei mijn handen en kijkt me diep in de ogen. 'Wil jij mijn meisje zijn?' vraagt hij lief. Ik bijt om mijn lip en wil bijna gaan gillen. 'Ja!' roep ik blij en druk mijn lippen op die van hem. Hij pak me stevig vast en kust me terug. Er word gefloten door een van de jongens en gegild door de meiden.

Hand in hand lopen we door de stad en het is echt heel gezellig met z'n allen. Ik laat even Daan zijn hand los en loop naar een kraampje waar ik een geluk steentje koop. Voor Daan. Ik wil terug lopen naar de anderen als opeens een groep meiden me tegen houd. 'Wat doe jij met die knappe jongen? Hij verdient toch veel beter dan zo'n raar meisje als jou?' de meiden lachen en lopen weer verder. Ik kijk ze geschrokken na. Is dat zo? Ben ik inderdaad raar? en saai? Daan verdient inderdaad beter dan mij. Ik kijk verdrietig naar het steentje dat in mijn handen ligt. 'Liefje, gaat het wel?' vraagt Daan opeens. Ik draai me geschrokken om en houd het steentje achter mijn rug. 'Ja, natuurlijk!' zeg ik en fake een glimlach. Daan wil mijn hand pakken maar ik loop gauw naar de anderen en ga naast Linde en Jazzney lopen. Nils en Merle lopen hand in hand en geven elkaar voortdurend kusje. Ik zucht en kijk ze ongelukkig aan. Ik moet voorlopig maar even uit de buurt van Daan blijven. Hij kan veel beter krijgen dan mij. Overal om me heen zie ik mooie meisjes met een mooie huid, mooie strakke buikjes, mooie kleren en mooie make-up. Waarom kan ik niet zo zijn als hun?

Daan en Kaylee hebben verkering! Maar Kaylee begint zich opeens onzeker te voelen... Hoe gaat dit verder? X

mijn vakantie met MainstreetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu