Hoofdstuk 19 - Chantage

230 10 1
                                    

Langzaam opende ik mijn ogen, waar was ik? Het felle zonlicht zorgde voor gekleurde vlekken in mijn beeld. Ik probeerde gapend op te staan, maar een klamme hand drukte me stevig terug. "Mmh.." Kon ik er alleen maar uit brengen. Langzaam verhelderde mijn beeld, en zag ik een gespierde, lange jongen voor me staan. "Goedemorgen." Zei hij met een ijzige blik. Ik hapte naar adem. De gebeurtenissen die zich gisteren hadden afgespeeld kwamen weer naar boven. Ik keek de jongen flink geïrriteerd aan. "Lekker geslapen?" Vroeg hij dan. "Ja, als een roosje." Reageerde ik sarcastisch. De jongen keek me met gespleten ogen aan. "Volgens mij zijn je broertje en zijn vriendinnetje erg bezorgd om je." Hij hielt zijn hoofd schuin toen hij dat zei. "Hoezo?" Ik keek hem dan ook met mijn hoofd schuin gehouden, aan. "Victoria heeft eens bij hun rond gekeken. Ik weet niet wat ze allemaal aan het doen zijn, maar ze zien er niet al te relaxt uit." Victoria heet ze dus. Het meisje dat me gister ophield toen ik van plan was om naar het water toe te lopen. Zwijgend keek ik de jongen aan. "Maar ja, ze moeten er wel wat voor over hebben om jou te krijgen." Zei hij dan. Ik trok mijn wenkbrauwen op. "Hoezo dat dan?" Bracht ik uit. De jongen hield zijn hoofd weer recht. "In de dagen dat Victoria en ik jullie bespioneerd hebben..." Hij haakte even af, en draaide zijn hoofd dan om. Hij keek even rond, maar op het moment dag hij besefte dat er niks was, keek hij me weer recht in mijn ogen aan. "...Zijn we erachter gekomen dat jij nogal het lievelingetje bent van de drie." "Ja dus?" Ik keek hem onbegrijpelijk aan, wat bedoelde hij hier nou mee? "Dus, jij komt erg van pas. We hebben namelijk gezien dat Rodge, jouw o zo lieve broer, erg goed is in jagen en het ontdekken van dingen. Een nadeel voor ons dus." De jongen stond op. "En wat heb ik hier mee te maken?" Vroeg ik hem dan. "Jemig zeg, we hebben wel de slimste gepakt. Wij kunnen jou gebruiken om in te ruilen, tegen jouw broertje." "Wàt?" Ik stond dan op en vermeide zijn hand die me terug wilde duwen. "Je wilt Rodge vermoorden?!" Ik keek hem dan woest aan. "Ja, wat denk je dan? Met hem gaan theeleuten?" Hij keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan. "Pfoe, dacht het even niet." Zei ik dan woest tegen hem. "Je kunt nergens heen, Hayley." Hij ging met zijn hand langs mijn wang toen hij dat zei, als een reflex sloeg ik hem weg. "Blíjf van me af." Zei ik geërgerd. "Waarom doen jullie het eigenlijk op déze manier? Waarom hebben jullie hem niet meteen vermoord toen jullie zagen waar hij goed in was?" Ik keek hem onbegrijpelijk aan. Het knauwde zo aan me dat iemand van rond de 17 zó wreed kon denken. Dat is toch niet normaal? "Waarom niet? Omdat dit meer sensatie geeft voor de kijkers én natuurlijk om andere redenen." Hij keek me met gespleten ogen aan. "En wat zei die 'andere redenen' dan?" De jongen kwam dichter bij. "Dat ga ik vooral níet aan jouw neus hangen." Hij gaf me een zetje waardoor ik weer op mijn plaats viel, en liep toen, alsof er niks gebeurd was, fluitend weg. Waarom moet mij dit weer overkomen? Voor het eerst keek ik de ruimte rond. Het was een soort kleine tent, waar vooral veel opslag lag. Ijzeren boxen waar waarschijnlijk messen of andere wapens in hadden gezeten. Ook lagen er gewoon etenswaren en andere handige middelen zoals een kleine EHBO set en brillen waarmee je door het donker kan kijken, geleerd bij de trainingsdagen. Vermoeid draaide ik mijn hoofd naar de uit én ingang. Dan hoorde ik stemmen. "Hoe staat het ervoor, Grice?" Hoorde ik een meisje met een vrolijke stem vragen. Dat moest Victoria zijn die tegen de jongen van net aan het praten was. "Een opstandig typ. Kan ons zeker te last zijn. Daarnaast denk ik niet dat ze echt over een talent beschikt, misschien goed in plannen bedenken, alleen het uit voeren zal niet goed gaan. Ze zit nu in de tent." Ik hoorde Victoria er nog wat op zeggen, maar het was niet helemaal verstaanbaar. Op dat moment hoorde ik iemand naar de tent lopen, en zag dan het hoofd van Victoria om de hoek steken. Ze keek me geïrriteerd aan. "Ik neem aan dat Grice je al op de hoogte heeft gebracht?" Ze pakte een appel uit een netje en zette er een grote hap in. Dan pakte een touw en zette haar voet op mijn borst. "Ik zal je het even allemaal duidelijk maken, meisje. Als je je niet gedraagt naar onze zin, zullen wij dat ook niet tegenover jou doen, begrepen? Dus als jij je broer en vriendin ooit nog terug wil zien, doe je wat wij zeggen." Ze keek me scherp aan. "Alsof ik een andere keus heb," zei ik dan. Ze knikte tevreden en gooide de half opgegeten appel op de grond achter haar. "Goed, sta op." Zei ze dan. Ze haalde haar voet van mijn borst af en gaf een gebaar met haar hoofd dat het sneller moest. "Nou?" Ze keek me boos aan. Vluchtig stond ik op en keek ik haar woest aan. Dan ging ze achter me staan en pakte mijn polsen. Met het touw dat ze net had gepakt bond ze mijn polsen stevig vast. Om het af te maken, gaf ze er nog een harde ruk aan. Ik kreunde kort. "Dat is nog niets," zei Victoria dan. Ze pakte me met haar rechterhand bij mijn achterhoofd en duwde me met haar linkerhand op mijn rug vooruit. "Doorlopen, doe wat ik zeg." Ik werd de tent uit geduwd, en kwam dan in het felle zonlicht terecht. Gelijk spleet ik mijn ogen.

Wie liepen naar een andere, open tent toe. Vanaf die tent had je zicht over al het bos dat rond de tenten lag. Victoria zette haar nagels in mijn achterhoofd, "doorlopen jij." Ze gaf me een zetje in mijn rug waardoor mijn pas versnelde. "Wat gaan we doen?" Vroeg ik haar. Ze stopte met lopen. "Je in het zicht brengen natuurlijk, wat anders?" Zei ze met een geïrriteerde stem. Ze duwde me weer vooruit en bracht me naar de open tent. "Zitten jij." Ze gebaarde naar de grond met daarachter weer een ijzeren box. Hoe hebben ze dit allemaal kunnen versjouwen? Sloom hurkte ik neer en knalde ik dan met mijn rug tegen de box aan. "Goed. Blijf hier." Zei ze bazig. Ze liep weer weg naar de vorige tent toe. Ik zag Grice oplettend naar me kijken. Hij volgde elke beweging die ik maakte. Ik bleef stil zitten en keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. Het was vrij vervelend dat je niet eens wat rechter kon gaan zitten zonder dat hij het door had. Victoria kwam uit de tent gelopen met wat spullen met haar mee. Ze keerde zich naar Grice en gaf hem de spullen. Ik zag hem instemmend knikken op iets wat niet te verstaan was, en dat hij toen opstond om naar mij toe te lopen. Ik keek flink geïrriteerd aan,wat ging hij nu weer doen? "Ik kom je even helpen," zei Grice. Ik keek hem dan onbegrijpelijk aan. Wat bedoelde hij daar mee? Hij opende een kleine, stalen box die hij van Victoria had gehad en haalde daar tape uit. "Ten eerste, is het handig als niemand je kan horen." Hij beet een stuk van de tape af en probeerde die op mijn mond te plakken. Tegenstemmend begon ik heftig mijn hoofd te schudden. "Godver-" hij greep mijn hoofd met beide handen vast. "Je weet wat er kan gebeuren als je niet meewerkt, hè?!" Hij keek me woedend aan en plakte toen de tape stevig op mijn mond vast. Ik spleet mijn ogen. Ik zag dat hij wat touw pakte om mijn benen aan elkaar te binden. Hij trok het touw stevig om mijn been heen en maakte er genoeg, onherkenbare knopen in. Ik probeerde mijn benen nog van elkaar te houden, maar dat had hij gemerkt. Ik keek boos met mijn ogen naar boven om de blik van Grice te vermijden. Ik hoorde hem nog iets uit de stalen doos pakken. Ik keek naar hem toe, en zag dan een groot mes die hij met zijn vingers rond draaide. Hij keek me met een valse glimlach aan. "En dus, als je niet mee werkt, kan het zo afgelopen zijn..." Hij bracht het mes naar mijn gezicht toe en zwaaide ermee voor mijn ogen. "Je kunt dus beter meewerken, als je in leven wilt blijven." Ik knikte dan maar, om te laten merken dat ik het begreep. "Goed. Nog een prettig dag verder." Hij stond op en klopte nog even om mij te pesten op mijn hoofde. Dan draaide hij zich om en verdween in de anderen tent.

Familie strijd in de 61ste HongerspelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu