Hoofdstuk 22 - Onverwachts

176 10 2
                                    

We renden door het bos, takken graasden over onze hoofden en we moesten uitkijken voor de wortels van de grote bomen. Ik was buiten adem, maar werd gedwongen door te lopen. Victoria had het opgegeven en was na enige tijd terug gegaan. Eerlijk gezegd weet ik niet of opgegeven had, of gewoon een andere richting in was gegaan. In ieder geval was ze na enige tijd niet meer te bekennen. Tare was naast me komen rennen en Rodge rende nog achter ons. Het verbaasde me niet dat Grice nog niet buiten adem was. Het leek wel alsof hij jarenlang had getraind voor deze dag, misschien had hij dat ook wel... Ik schudde de gedachte van me af en concentreerde me weer op de weg waarover we renden. Waar we heen gingen wist ik niet, maar om het nu te vragen was ook geen optie. Ik ben buiten adem en daarbij zal dat alleen maar afleiden. Ik veegde mijn haren uit mijn gezicht. Plots stopte Grice met rennen en knalde ik bijna op hem neer. ''Pff....'' Ik keek geërgerd naar hem toe. Hij draaide zich om en gebaarde dat we stil moesten zijn. Angstig keek ik rond om wat er ging gebeuren, maar ik zag niks. Ik zag doodnormale bomen, voornamelijk takken en een klein vijvertje voor ons. Ik trok mijn wenkbrauwen op, een vijver?! Grice zag dat ik door had dat er een vijvertje was en hield me gelijk tegen toen ik erop af wilde stappen. Hij gebaarde nu strenger dat ik stil moest zijn en me vooral niet mocht bewegen. Ik zag Tare zoekend, maar ook gespannen, rondkijken om het geen te vinden dat ons tegenhield. Grice bewoog. Hij hurkte en raapte een steen op die naast zijn voeten lag. Met zijn ogen gericht op het vijvertje kwam hij weer omhoog en keek hij geconcentreerd vooruit. Wat was hij van plan? Het stilstaan werd me een beetje teveel. Op het moment dat ik me wilde bewegen, gooide Grice de steen over de grond richting het water. Wat er toen gebeurde liet me overeind vallen. Iets knapte er waardoor een zak dat boven aan een boom hing los kwam, en stenen en allerlei puntige wapens voor ons neervielen. Ik hijgde omdat ik geschokt was en keek gelijk naar Grice. Hij keek vluchtig rond en keek dan snel naar ons. Hij stak zijn hand uit om mij overeind te trekken. Ik keek hem fel aan en stond dan zelf op, met een zucht trok hij zijn hand terug. ''Het was een val.'' Zei hij dan. Ik rolde met mijn ogen. ''Je meent het!" Ik zei dit wat harder en hij duwde dan gelijk zijn hand op mijn mond. Ik keek hem boos aan en trok zijn hand weg. Hij keek even fel naar me toe wat betekende dat ik stil moest zijn, dan keek hij richting Tare en Rodge. Hij gebaarde dat we vooruit moesten komen. Stilletjes en nerveus zette ik kleine stapjes vooruit. Grice bekeek de grond zorgvuldig en Rodge hield een wapen stevig vast in zijn hand voor als er wat onverwachts gebeurde, Tare daarintegen leek zo geschrokken te zijn door alles wat er gebeurd was en bleef daardoor stijf staan. Ik trok haar aan haar jack mee naar voren. We liepen meer richting het vijvertje toe, nog steeds gespannen of er iemand uit de bosjes zou springen. Rodge pakte een van de puntige wapens en stopte die snel in zijn tas, dan zette hij een grote stap over de stenen en wapens heen en kwam dichterbij het vijvertje. Tare liep achter Rodge aan, wie nu bij het vijvertje stond. Ik keek angstig rond en ging toen naast Grice staan. We stonden met z'n vieren naar het vijvertje te staren, waar wachten we op? Op een geschenk dat uit dit vijvertje zal springen? Ik keek wat beter naar het vijvertje. Het was donker, waarschijnlijk ook diep en zag eruit alsof het binnen enkele seconden ging bevriezen. Ik zag dat er wat mist bovenhing, waarvan ik de rillingen kreeg. Vragend keek ik naar Grice, die een flesje uit zijn zak haalde en die snel vulde met het water. ''We kunnen het zuiveren...'' fluisterde hij dan. Hij keek naar Tare en Rodge wie dan ook snel een aantal flesjes uit hun tas haalden en ze begonnen te vullen met het water uit het vreemde vijvertje. Wanneer ze de doppen weer op de flesjes deden en ze weer in hun tas hadden gedaan, konden we verder gaan. Tenminste, dat leek míj verstandig. Grice keek ons een voor een aan, keek dan rond en draaide zich naar een plek toe waar we zicht hadden op de Hoorn. De Hoorn was ver weg, maar we konden zien dat er iets gaande was. Met gespleten ogen liep Tare richting de open plek. We stonden hoog, als je naar de open plek ging en je viel... Je zal doodvallen door het ravijn dit tussen de Hoorn en deze plek lag. Tare besefte het en ging een stuk van het ravijn afstaan. ''Ze zijn aan het vechten, maar ik kan niet zien wie...'' Tare hield haar hoofd schuin. Grice en Rodge kwamen nu naast Tare staan en keken met haar mee. ''Mmh..'' Je kon vier gedaantes zien bewegen, ze renden elkaar achterna. Eentje stond wat meer naar achteren te gooien met iets wat waarschijnlijk messen waren, een ander probeerde met stenen diegene neer te gooien. Het waren waarschijnlijk de tributen van district 1, die wat zwakkerden probeerden aan te vallen. Een steek van verdriet nam plaats in mijn borst. Waar zijn wij beland?! Wat is dit voor zíek spel?! De pijn in mijn borst werd heviger, ik begon vreemden geluiden te maken die de rest geschokt om lieten draaien. Ik keek angstig rond en hapte hevig naar adem, vervolgens klapte ik neer op de harde grond, een stuk van de stenen en wapens vandaan. Ik begon te shaken, mijn hoofd ging op en neer en ik kon mijn armen en benen niet meer bewegen. Tare knielde naast me neer. Ik zag haar wazig voor me, ze leek steeds verderweg van me vandaan te gaan. Alsnog hoorde ik haar praten, ze probeerde me te troosten en Rodge en Grice keken gespannen om hun heen. Wat gebeurde er met me? Opeens had ik weer gevoel in mijn armen en benen, mijn beeld werd weer helder en ik hoorde de stem van Tare weer dichterbij komen. Ik knipperde met mijn ogen. Dan was de steek in mijn borst verdwenen en bleef ik roekeloos liggen op de plek waar ik net neergevallen was. Angstig keek ik vooruit.

Ik sloot mijn ogen en een kanonschot ging af, even dacht ik dat ik mijn laatste minuten op aarde net beleefd had, maar toen ik voelde dat iemand me heen en weer schudde en ik mijn ogen opende en het felle licht van de zon in mijn ogen scheen, besefte ik dat een andere tribuut was overleden. Tare, Rodge en Grice zaten naast me op de grond, en toen ik mijn ogen had geopend hadden ze alledrie opgelucht naar me gekeken. ''Je liet ons schrikken!'' Tare keek mijn nog steeds bezorgd aan. Ik glimlachte even. ''Ik zou jullie nooit in de steek laten.'' Ook al wilde ik het niet, probeerde ik het tegen te houden, op het moment dat ik dat zei, keek ik Grice recht in zijn ogen aan.

Familie strijd in de 61ste HongerspelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu