De gevangenen

39 3 0
                                    

Ik zat in mijn cel en dacht na over wat er was gebeurd. Ik had een black-out gehad en ik was zonder het te beseffen mee terug genomen naar het celblok. Ik was mijn cel binnen gegaan en de deur was achter me dicht gevallen. Mijn moeder was het enige waar ik aan kon denken. Hoe kon ze zoiets doen! Zeker nu ik vast zat en alle steun van buitenaf nodig had. Waarom zat ik eigenlijk vast? Dat was een vraag die al een tijdje door mijn hoofd spookte. Het was raar, om vast te zitten voor iets waarvan ik niet eens wist of ik het wel had gedaan. Ik dacht terug aan mijn vader. Ik had hem gevonden voor hij overleed. Hij had zijn laatste adem verspilt om mij iets te zeggen, maar wat? De deur ging open en ik keek op. Pietersen, die had ik even niet nodig. 'Ahhhh Bajesklant. Kom frisse neus tijd, je mag naar buiten,' hij lachte gemeen en ik nam aan dat hij het nieuws van mijn moeder had gehoord. Ik stond op en liep de celdeur uit. Op het kleine binnenpleintje van het celblok stonden verschillende jongens onder de achttien verspreid met elkaar te praten. Een jongen stond alleen in een hoekje en wenkte mij. Ik aarzelde maar liep toch naar hem toe. 'He Gozer hoe heet je,' begon hij met een Brits accent. 'Ik heet Samuel en jij?' Ik wees naar hem. 'Jo sup, name's Sven,' zei hij. Ik knikte. Rare gozer, maar wel aardig dacht ik. 'Wie zijn al deze jongens en waarom zitten ze hier,' vroeg ik aan hem terwijl ik om me heen wees. 'Wel ik ben Sven. En ik zit hier vast voor een of andere bankoverval. Niks om je druk over te maken. Daarin tegen zijn die jongens,' en hij wees naar een groepje buitenlanders' wel gevaarlijk. Ze zaten bij een of andere Organisatie die kinderen ontvoerde mishandelde en daarna weer liet gaan. Pas op voor die jongens.' Ik huiverde. Voortaan bleef ik bij hen uit de buurt. 'Die jongen daar, die met dat rode haar, heeft een kantoor overvallen. Die jongen met dat langehaar heeft een agent op de intensive care gemept toen hij een boete kreeg voor te hard rijden en dat daar is zijn handlanger,' hij wees naar een jongen met een Aziatisch uiterlijk dat zijn ze zo ongeveer.' ik keek om me heen en dacht na. Waarom zat ik vast voor niks tussen al deze gekken. Er kwam een jongen van het rare groepje buitenlanders op me af. Ik schrok het was de grootste van allemaal. Hij stak twee koppen boven me uit. 'En waarom zit jij eigelijk vast?' Vroeg hij.

LockedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu