'Sam wordt wakker,' zei een stem zacht in mijn oor. Mijn gedachten gingen wonderbaarlijk snel naar gisteren. 'Eef ben jij dit? Lig ik op een bank?' zei ik snel. Gegrinnik klonk naast me terwijl ik langzaam mijn ogen open deed. Ik lag in Noor haar slaapkamer en ik keek recht in haar gezicht. 'Hoe laat is het?' vroeg ik en ik liet me langzaam uit bed glijden. 'Zes uur 's ochtends, je afspraak in het ziekenhuis is om half acht. Opschieten dus,' zei Noor en ze gaf me twee krukken aan. 'We moeten eerst je haar verven,' zei Noor en ze liep snel de kamer uit. Ik kreunde en stond langzaam op op één been, om vervolgens mijn krukken te pakken. Ik liep de kamer uit, door naar de badkamer. Daar stond Noor al klaar met een doos make-up en haarverf. Daarnaast had ze ook nog een zakje in haar hand, de inhoud schitterde in het felle badkamer licht en verspreide een zilverachtige glans door de kamer. 'Wat is dat?' Vroeg ik argwanend. 'Nep piercings, je gaat als een of andere rare gozer naar het ziekenhuis, dus gaan we je haar zilver verven, met piercing enzo,' zei ze schouder ophalend. Ik ademde diep in en sloot mijn ogen even. 'Moet dit?' Vroeg ik gefrustreerd. 'Jep,' zei Noor met een blik vol leedvermaak. Ik rolde met mijn ogen en ging op de stoel voor de spiegel zitten. Noor begon snel en behendig mijn haar te bedekken met de haar verf terwijl ze over van alles en nog wat door babbelde. 'Zo bijna klaar. Wat wil je als ontbijt want dan maak ik Eef even wakker,' zei ze terwijl ze de kwast neerlegde en haar plastic handschoentjes uitdeed. 'Pannenkoeken, als dat niet te veel werk is,' zei ik terwijl ik over mijn schouder keek. 'Sure. Eef!' Het laatste schreeuwde ze heel hard de gang op. Een paar seconden later hoorde je een luide bonk en een Italiaanse vloeken reeks. 'Kun jij even ontbijt maken, Sam moet zo weg,' riep Noor daarna, een grote glimlach op haar gezicht. 'Doe maar even iets op je telefoon ofzo, ik ga Eef helpen,' zei Noor, nadat Eef slaperig in de deur opening was verschenen en er in toe had gestemd om pannenkoeken te maken. Ik knikte en opende mijn telefoon. Na tien minuten kronkelden heerlijke geuren omhoog. Heel kort daarna liep Noor de deuropening door en ze draaide gelijk de warme kraan open. 'Kom, we spoelen die chemische troep uit je haar,' zei ze en ik stond op om vervolgens over de badkuip heen te buigen. Het warme water spoelde over mijn hoofd, terwijl Noor shampoo in mijn haar masseerde. Na ook de shampoo uit mijn haar te hebben gespoeld, droogde ik mijn haar af en keek in de spiegel. Mijn haar was zilver gekleurd en in het felle licht van de badkamer leek het alsof mijn haar wit was. Ik ging met mijn hand door mijn haar en keek toen naar Noor, die met haar handen over elkaar haar werk zat te bewonderen. Ze maakte een pruillip en knikte goed keurend. 'Dat heb ik weer mooi gedaan,' zei ze, meer tegen zichzelf dan mij. 'Ik vind het wel iets hebben,' zei ik en ik glimlachte. 'Nu nog de piercings en de tatoos,' zei Noor en ze haalde het zakje en een vel met zwarte vormen uit de make-up doos. 'Hohohohoho, stop. Tatoos?!' Vroeg ik. 'Daar had je niets over gezegt.' Noor maakte een Tssk geluidje en duwde me de stoel weer in. 'Neppe natuurlijk. En nou stil zitten,' zei ze streng. Na nog eens vier minuten had ik een draken tatoo op mijn schouder, een zwarte zwaluw op mijn hand en een wenkbrauw piercing. Daarna gaf ze me bruine contact lenzen en ik deed ze voorzichtig in. Toen draaide ze mijn stoel om en bewonderde haar werk. 'Niet te herkennen,' zei ze en ze klapte in haar handen. 'Kom ontbijt is klaar.' Ik liep achter haar aan naar de woonkamer met een kruk in elk van mijn handen. Op de tafel stond een stapel met pannenkoeken en ik pakte er snel een paar af, om ze vervolgens op te eten. Terwijl ik aan het eten was begon Noor het plan uit te leggen. 'Ik breng je met de auto, maar je moet zelf terug lopen, als een soort fysiotherapie voor je been, okej?' Zei ze en ik knikte. Ik propte de laatste pannenkoek in mijn mond en stond toen op. We liepen samen naar de auto en reden in stilte naar het ziekenhuis. 'Vanaf hier moet je alleen,' zei Noor nadat ze de auto had geparkeerd. Ze keek bezorgt en ik gaf haar snel een omhelzing. 'Alles komt goed,' zei ik om haar gerust te stellen. Ze keek me bezorgt na terwijl ik rustig naar de ingang van het ziekenhuis liep met mijn neppe papieren in mijn hand. 'Ehmm, ik heb een afspraak. Mijn gips moet eraf?' Zei ik tegen de vrouw achter de bali. Ze glimlachte vriendelijk en klikte op een paar knopje van haar computer. 'Je naam,' zei ze. Heel even schoot ik in paniek, wat was mijn naam ook alweer?! De vrouw keek me vragend aan. 'Zeg het maar liefje,' zei ze gerustellend. Ik wierp even een blik op de papieren in mijn hand. 'Stuart Russel,' zei ik snel. Ze typte de naam in en ging verder met haar werk zonder ook maar één keer te vragen naar mijn kleine paniek aanvalletje. 'Eerste verdieping kamer 76, veel succes,' zei ze met een vriendelijke glimlach. Ik knikte en ging er snel als mogelijk is met krukken vandoor, naar kamer 76. Na twee minuten wachten op de lift en door de gangen struinen opzoek naar de kamer kwam ik eindelijk aan bij een witte deur. Ik ging op één van de bankjes tegenover de deur zitten en keek naar de deur. Oke, Sam, concentreer je, als je door de mand valt kun je niet nog een keer ontsnappen, zei ik tegen mijzelf. Ik haalde diep adem en herhaalde het verhaal van Noor in mijn hoofd. Na tien minuten wachten ging de deur open en er kwam een vriendelijk uitziende man naar buiten. Hij was rond de veertig, maar had rimpels en grijze haren van alle stress. Ik stond zenuwachtig op en liep naar de man toe. Hij glimlachte vermoeit en pakte mijn hand aan toen ik hem uit stak. 'Stuart Russel,' zei ik vriendelijk, hopend dat hij de trilling in mijn stem niet had gehoord. 'Dokter de Vries, aangenaam. Je hoeft niet bang te zijn hoor, ik bijt niet,' zei hij grinnikend en hij liet me de kamer in. Ik hinkte naar de patiënten stoel achter in de kamer en mijn ogen vonden gelijk de cirkelzaag op het metalen karretje naast de stoel. 'Ehhh,' stotterde ik zenuwachtig. 'Rustig maar. Ik zal zo even een demonstratie geven met dat ding voordat we het op je been zetten,' zei de dokter en hij duwde mij in de stoel. Ik zette mijn krukken tegen de muur en probeerde het me gemakkelijk te maken. 'Hier kijk, deze zaag is erg bijzonder. Hij kan alleen door ruwe oppervlakken heen, kijk maar,' zei hij en hij pakte de zaag in één hand en drukte het ding tegen de onderkant van zijn arm. Daarna keek hij mij grijnzend aan en zette het ding aan. Het zoemde alleen maar, maar er gebeurde niets met zijn arm. Een zucht ontsnapte uit mijn mond, maar mijn gespannen gevoel was nog steeds niet weg. De dokter nam de zaag nu in zijn andere hand en verplaatste zich naar mijn been die op de languit op de stoel lag. Hij zette het ding tegen het gips aan en begon het harde spul eraf te halen. 'Zo vertel eens, hoe had je je been gebroken Stuart?' Vroeg hij en hij ging door met zagen. 'Ik viel van de trap,' mompelde ik. 'Hoe dat zo?' Zei de man en hij lachte een beetje. 'Ik struikelde over mr. Pantoffel,' zei ik, snel een naam voor de denkbeeldige kat bedenkend. 'Over de kat, hmm? ja ik hou ook niet van katten, ik ben meer een honden mens, trouwens wil je je gips houden?' Vroeg hij en ik schudde mijn hoofd. De rest van de sessie waren we stil. Hij verwijderde het laatste stuk gips van mijn voet en wat op een bleek stuk hout leek kwam te voorschijn. Overal over mijn been zaten huidschilvers en het been was dun en bleek. Het was net een horror figuur. 'Niet krabben. Ik weet dat het jeukt, maar de huid is dun, als je nu gaat krabben krab je je hele huid open,' zei de dokter. 'Verder moet je nog rustig aan doen. Niet te veel rennen, wel een klein beetje lopen om de spieren weer sterk te maken, dan moet alles goed komen.' Ik knikte en ging voorzichtig op mijn spillebeentje staan. Het been voelde zwak, maar het was beter dan voordurend met de krukken lopen. Ik gaf de dokter een hand en zocht zo snel mogelijk naar de uitgang van het ziekenhuis. Ik zwaaide nog even naar de vriendelijke mevrouw achter de bali en liep toen het ziekenhuis uit. Ik zuchtte opgelucht en begon ontspannen te lopen. Al snel was ik niet meer met de omgeving bezig maar diep in gedachten verzonken. Wat de hel was er de laatste maanden gebeurd? Ik was opgepakt, ontsnapt, uit een gebouw gesprongen, weer opgepakt en weer ontsnapt. Ik had veel goede vrienden gemaakt, maar ook vijanden, met name Pietersen vond mij niet leuk en ik wist niet eens waarom. Pietersen was gestoord dat was mij ookal opgevallen, maar waarom zou dat een rede zijn om mij te proberen te vermoorden. Dat sloeg nergens op. Sven was gewoon een verrader, daar viel niets tegen in te brengen. Maar toch, de weinige tijd die ik met hem had rondgehangen, hij leek niet op iemand die zijn vrienden zou verraden. En nu was hij ook nog eens van de aardbodem verdwenen, het enige teken van leven een geheimzinnig telefoontje. Het was maar een mysterieus gedoe. En dan had je nog een raarste ontdekking, ik was geadopteerd en had een dubbelganger, waar ik tot voorkort nog niet iets van gehoord en gezien had. Maar die dubbelganger was wel de oorzaak van al mijn problemen. Alleen bij de gedachte al werd ik boos. Ik balde mijn vuisten en voelde de woede op komen. Ik werd ruw uit mijn gedachten gerukt doordat ik tegen iemand op knalde. Ik keek verward om me heen en zag dat ik in een winkelstraat liep. 'Rustig aan man. Waarvoor die haast en die woede, ik liep alleen tegen je aan,' zei een bekende stem naast me. Ik ontspande mijn vuisten, waar kende ik die stem toch van. Ik keek naar links en schrok me het apenzuur. Daar stond hij, de oorzaak van al mijn problemen. De idioot die een jochie van negen had neer geschoten voor geen enkele reden. Degene die mij mijn normale leven had afgenomen. Die ervoor had gezorgt dat mijn moeder zich bijna had vermoord. Met opborrelende woede en verbazing keek ik in de smaragd groene ogen die ik zomaar had ingekeken op de foto. Ik keek recht in de ogen van mijn dubbelganger. Voor een paar seconden staarden we elkaar aan. Hij scheen zich plots te realiseren wie ik was en rende heel hard weg. Na twee seconden aarzelen, zette ik de achtervolging in, vastberaden om hem te pakken te krijgen en alles uit te horen wat hij te zeggen had. Ik moest en zou mijn dubbelganger te pakken krijgen.
OEhhehhhhhhh dit was m'! Ik ben zo blij! En verdrietig dat het afgelopen is maar men, dat was me het avontuurtje wel! Vierentwintig hoofdstukken! Dat is meer dan ik had verwacht had! En de reads, even serieus ik had gehoopt op al tien reads, maar het zijn er serieus vierhonderd! Ik wil al mijn lieve lezertjes bedanken voor het lezen van Locked. Maar don't wurries! Er komt een tweede boek, want ik bedoel, zo kan ik jullie niet achter laten right? Oke genoeg over het boek. Even vraagje aan jullie, wat vonden jullie van het boek! Laat maar in de rea weten! En nu een liedje......mmmmmmmmm. Weetje wat ik ga jullie gewoon mijn afspeellijst op spotifi geven. Hij heet: Leuke liedjes hola (vraag me niet waarom). Veel plezier met het luisteren van de door mij uitgekozen liedjes. Heel erg bedankt voor het lezen van Locked en ik zet nog één hoofdstukje in dit boek. Dat gaat het hoofdstuk zijn waarin ik het tweede deel uitbreng zeg maar. Nogmaals heel erg bedankt voor het lezen van Locked en ik zie jullie in het tweede deel.
Heel erg veel groetjes van de schrijfster!
JE LEEST
Locked
AdventureSamuel wordt opgepakt zonder dat hij weet waarom. Eenmaal in de gevangenis blijkt dat er meer achter zijn arrestatie zit dan hij dacht. En wat heeft die agressieve bewaker er mee te maken? En bovenal, zal hij hier ooit wegkomen?