De Ketting

49 5 1
                                    

POV Samuel
Ik werd wakker van een openslaande deur. Ik deed mijn ogen open en keek naar de kant waar het geluid vandaan kwam. 'Wakker worden bajes klant. Er is iemand die je wil spreken,' de agent tufte op de grond en keek me nijdig aan. Toen ik niet opschoot met me aankleden trok hij me overeind aan mijn arm. 'Opschieten bajesklant! Ik heb niet de hele dag de tijd, ik heb werk. ' Toen ik klaar was met aankleden sleurde de agent me de cel uit en stapte ik een enorm complex in. Het was een rechthoekig gebouw met vuile wanden die eigenlijk wit hadden moeten zijn. Aan iedere zijkant van het gebouw zaten acht deuren en allemaal stonden ze open. Ik keek naar boven en zag een soort stellage waar de bewakers over konden lopen. 'Doorlopen vriend, je bent net een schildpad,' de agent keek me weer boos aan en ik vroeg me af wat ik hem had aangedaan. Ik dacht terug aan de vorige avond. Mijn moeder en mijn zusje zouden op het moment thuis zitten aan een tafel gedekt voor maar twee mensen. Fien zou mijn moeder troosten en haar rugzak inpakken voor school. Over Fien maakte ik me het minste zorgen. Vooral mijn moeder zou instorten. Ik zuchtte en zette de gedachten van mijn familie van me af. Ik moest me concentreren op wat er nu gebeurde. Ik moest me concentreren op de feiten, die stonden nu achter me. Snel liep ik achter de agent aan. 'Ga hier maar door heen, bajesklant,' de agent wees naar een poortje, een metaaldetector. Ik liep er door heen en het ding begon te piepen. Meteen kwamen er een paar bewakers aangesneld en kreeg ik een trap in mijn knieholte zodat ik door mijn knieën zakte en op de grond viel. De agent die me had begeleid griste de ketting die ik van mijn vader had gekregen van mijn nek. 'He geef terug! Dat is van mij,' riep ik kwaad. Ik stond op het punt om op te staan toen de agent zijn voet tussen mijn schouders zette. 'Blijven liggen bajesklant, de baas komt eraan,' in zijn stem zat een gemeen ondertoontje. 'Pietersen, wat is hier aan de hand?' De agent trok zijn voet weg zodat ik kon opstaan. Toen ik eenmaal weer op twee benen stond grepen twee bewakers mij vast zodat ik recht naar Pietersen en de tweede man moest kijken . 'Chef, de moordenaar had dit bij zich,' en Pietersen liet de ketting zien. 'Laat is kijken,' zei de chef, 'ziet er uit als een onschuldig kettinkje, vertel is.' De chef draaide zich naar mij. 'Ik heb die ketting van mijn vader gekregen voor hij stierf,' zei ik met een trilling in mijn stem. De chef keek me diep in de ogen zonder een spoor van medelijden. 'Pietersen, geef die jongen zijn ketting terug,' en hij gebaarde naar mij. 'Maar... Maar Chief hij moet gestraft worden. De isoleer, what ever else!,' zei Pietersen wanhopig. 'Pietersen luister goed. Dit is een jongen van zestien niet van dertig. Geef hem zijn ketting terug. Ik begeleid hem verder wel. Ga liever iets nuttigs doen dan alleen maar onzin uitkramen,' zei de chef. Woedend keek Pietersen van de chef naar mij. Uiteindelijk drukte hij de ketting in mijn hand en gebaarde naar de bewakers dat ze mee moesten komen. Ik zuchtte diep en keek naar de chef. 'Ik ga je niet nog een keer helpen, hoor. Maar nu je bent al bijna te laat  voor je gesprek. Kom op, de pas erin,' en met die woorden liep de chef voor me uit.

LockedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu