Ik doe mijn handen voor mijn oren om het geluid buiten te sluiten, maar het lukt niet.
Geschreeuw en gebonk overal... Ik wordt met de seconden banger.
Ik schrik op van een geluid, dat heel anders is dan het geschreeuw en gebonk, gedraai aan de deurknop.
Nee!
De deur is dicht, maar de persoon aan de andere kant van de deur wilt er per se in en ik hoor hoe hij tegen de deur aan trapt.
De deur vliegt open en ik deins zo ver mogelijk terug.
In de deuropening staat een slanke man met een strakke, zwarte broek, een los zwart met wit shirt en woest zwart haar en een rode band om zijn hoofd.
Hij heeft hoge laarzen aan en houd een bebloed zwaard vast.
Zijn donkere ogen kijken mij aan vol razernij. "Hallo meisje, kom jij maar met mij mee" zegt hij en hij trekt mij hardhandig mee het dek op.
Overal liggen lijken en ik wil mijn hoofd weg draaien, maar de piraat dwingt mij naar mijn vechtende vader te kijken.
"Hey, papa!" Schreeuwt de piraat hysterisch en mijn vader kijkt verschrikt mijn kant op.
Die ene seconde van afleiding en ik zie het zwaard diep in mijn vaders borstkas dringen.
"Nee!" Schreeuw ik met een schorre stem. Alle piraten lachen, behalve de piraat achter mij.
"Kom!" Schreeuwt hij en de piraten trekken zich terug.
Was dit wat ze wouden? Wilden ze mijn vader dood?
Ik probeer mij los te rukken maar ze trekken mij via een loopplank terug naar hun zwarte schip met doodshoofd vlag.
Ik geef een gil als ik een stekende pijn in mijn arm voel en dan wordt het zwart.Ik weet niet hoelang ik buitenbewustzijn ben geweest, maar wanneer ik wakker wordt lig ik op een bed.
Ik kijk verdwaasd om mij heen. Ik kijk naar mijn arm, hij is al bijna genezen.
"Zo... Wakker schoonheid?" Er staat een slanke man voor mij die rustig tegen de muur aan leunt.
Ik schrik en de beelden van gisteren komen terug. Mijn vader, hij is dood.
"Wat wil je van mij?" Zeg ik met schorre en trillende stem.
De piraat haalt argeloos zijn schouders op en blijft mij aankijken.
Ik moet toegeven, hij is best knap. "Niet veel" zegt hij.
"Je moet hier alleen een poosje blijven, tot je verloofde betaald" zegt hij.
Ik kijk hem verward aan.
"Je bent onze gevangene maar eh, je mag gewoon over het schip lopen hoor.
Je kan toch niet ontsnappen" zegt hij en hij grijnst zijn gele tanden bloot.
"Daar liggen wat kleren voor je, ik stel voor dat je je een beetje nuttig maakt hier, tot straks" zegt hij. Hij wil de kamer uit lopen maar ik roep "wacht!"
"Wat?" Zegt hij. "Hoe... Hoelang moet ik hier blijven?" "Zo lang als nodig is." Zegt hij weer met een grijns en hij loopt met een zwierig handgebaar de kamer uit.
Hier zit ik dan. Waarom hebben ze mij überhaupt nog laten leven?
Mijn verloofde? Dan dringt het tot mij door. Ze vragen geld, in ruil voor mijn vrijlating.
Maar wie heb ik nu nog? Ik had thuis geen vrienden, mijn vader is vermoord en mijn moeder heb ik nooit gekend, want zij was overleden bij mijn geboorte.
Ik heb gewoon niemand.
Ik sta op en check of de deur dicht is. Ik kijk om mij heen en zie op een kist wat kleding liggen.
Het is ook een strakke broek met een wit, los shirt en een hoed.
Ik trek het aan en zet de hoed op, daarna loop ik naar buiten.
Het is bijna windstil, maar ondanks dat varen we onwijs snel.
Ik zie overal mannen lopen met dezelfde soort kleding als de piraat van net, maar ze hebben niet zo'n hoed als mij.
Ik kijk om mij heen en zie de piraat van net bij het roer staan.
Onzeker loop ik naar hem toe.
JE LEEST
The black falcon (Dutch)
Historical Fiction(Voltooid) Charlotte is dochter van een rijke koopman. Zoals alle kinderen van rijke ouders, wordt er van haar verwacht dat ze met een zoon van een andere rijke familie trouwt. Ze voelt echter niks voor August, een verwende en irritante jongen van d...