12

303 14 0
                                    

De soldaat gaat verder:" deze twee en een paar van hun collega's hebben gisteren deze onschuldige heer aangevallen."
August stapt naar voren. Waar zijn arm eerst zat zit nu een bloederig stompje.
"Hebt u wat te zeggen heer, voordat deze schavuiten terecht worden gesteld?"
August keurt Berend geen blik waardig maar loopt naar mij en kijkt mij aan.
"Als je toegeeft dat je door hen gevangen bent genomen en dat je mijn verloofde bent, zullen ze je sparen." Zegt hij zacht zodat de anderen het niet horen.
"Waarom praat je zo zacht, heer?" Zeg ik en de sarcasme druipt van mijn woorden af.
Ik verhef mijn stem nog meer "jij, hebt mij verkracht.
Het is geen geheim meer nu hè? August?
Ik sterf zoals ik ben, een piraat en ik ga nog liever dood dan dat ik jouw verloofde moet zijn!" Zeg ik en ik spuug ik zijn gezicht.
Ik zie nog net Mariannes geschokte blik, maar dan wordt ik omhoog getild en wordt mijn luchtpijp dichtgeknepen.
Ik sluit mijn ogen en wacht op de dood... Maar die komt niet.
De greep om mijn keel verslapt.
Ik doe mijn ogen open en ik zie August voor mij dood op de grond zakken.
"Dat had je al veel eerder moeten doen" zegt een bekende stem.
Jack staat naast mij en zijn mannen zijn druk in gevecht met de soldaten, terwijl de mensen in verschillende richtingen gillend wegrennen.
"Jack!" Roep ik en ik omhels hem.
Jack glimlacht, trekt zijn zwaard en samen trekken we ook ten strijde.
Het lukt ons makkelijk om te winnen en plotseling is het plein leeg en stil.
"Kom, we moeten maken dat we hier wegkomen," zeg ik en ik trek Jack mee met de anderen achter mij aan.
Ik zie Marianne staan en stop met rennen. "Ga maar alvast" zeg ik en ik geef snel Jack een kus voordat ik naar Marianne ren.
Ze lijkt in een soort shocktoestand te verkeren.
"Marianne, het spijt mij" zeg ik uit de grond van mijn hart en ze kijkt mij aan.
"Heeft hij... Heeft hij..." Ik weet wat ze probeert te zeggen en ik knik.
Huilend stort ze zich in mijn armen en ik probeer haar een beetje te troosten.
Ik hoor naderende paardenhoeven en ik ruk me snel los uit Mariannes greep.
"Het spijt mij, maar ik moet gaan" zeg ik en ik geef haar nog een snelle knuffel.
"Veel geluk" zegt Marianne en dan rent ze naar haar zoon en ren ik terug naar de haven.
De boot staat al klaar. Ik spring op de boot en al snel varen we weer, terwijl we paarden de haven op zien galopperen.
Hijgend van het rennen leun ik tegen de reling.
"Het spijt mij, Berend" zeg ik maar Berend schud zijn hoofd.
"Het is toch niet jouw schuld" zegt hij en glimlachend klopt hij haar op de schouder en loopt weg.
Ik loop weer naar Jack.
Met zijn goede arm  draait hij aan het roer en zijn gewonde arm hangt naast hem.
"Bedankt voor het redden van mijn leven" zeg ik met een grijns en Jack moet lachen.
"Nu is het jouw beurt om mijn leven weer te redden" zegt hij en dit keer moet ik ook lachen.
"Laten we er maar voor zorgen dat wij hier in de buurt maar een tijdje niet meer komen." Zegt hij peinzend.
Ik knik en denk terug aan August. Wat een irritante zak.
Zuchtend leun in met mijn rug tegen de reling en kijk naar de mannen die druk in de weer zijn met de touwen.
We hebben niet echt veel tijd gehad om inkopen te kunnen doen en de voorraden raken alweer een beetje op.
Ik zeg het tegen Jack en hij zegt dat we dan toch maar weer aan land moeten gaan.

The  black falcon (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu