Ik kijk heel erg uit naar de volgende keer dat we aan land zullen gaan.
Jack heeft de anderen ook al ingelicht, want op een nogal verklaarbare reden wil Ted niet met mij in dezelfde ruimte zijn en kunnen we er tijdens het eten uitgebreid over praten.
Het blijkt dat Ted niet bevriend is met een van ons en dat we hem allemaal liever kwijt dan rijk zijn.De week erna komen we weer aan land.
Jack en ik zoeken alvast een herberg uit waar we zullen overnachten en we maken het ons gemakkelijk aan de bar van het cafétje.
In de middag komt er een andere piraat binnen, wat je al snel kan zien aan zijn hoed en kleding.
Jack lijkt hem te herkennen en stelt hem aan mij voor als een vroegere vriend.
We kletsen wat en drinken wat en aan het einde van de middag gaat de vriend van Jack weer weg, omdat hij naar zijn eigen bemanning terug moet en eten we met zijn allen aan een lange tafel.
We zitten bij het raam en ik kijk naar buiten, waar het regent.
Maar dat had ik nooit moeten doen...
De deur wordt opengetrapt en het lijkt wel of er een ontelbaar soldaten het veel te kleine cafétje in komen.
Ik schrik op en pak mijn zwaard, maar ik zie gelijk al dat het nutteloos is.
De andere piraten pakken hun zwaarden en trekken ten strijde, net als ik natuurlijk, maar zoals ik al verwacht had lukt het ons niet om zonder gepakt te worden.
We worden hardhandig vastgebonden en meegetrokken naar het hoofdplein waar een markt aan de gang is.
Er wordt een toespraak gehouden, maar ik hoor het niet en kijk naar Jack en hij kijkt naar mij.
Dit was het dan.
Mijn aandacht wordt alleen getrokken door een man die naar voren loopt, net als August deed.
Theodorus.
Ik grom van woede. Ik wist wel dat hij niet te vertrouwen was.
"...besloot hen aan te geven nadat ik mij had gemengd onder hen en hun had bespioneerd..."
Hoor ik hem zeggen en ik knars met mijn tanden.
"...ik gaf hen aan nadat ik iets verschrikkelijks had gezien." Alle toeschouwers van de markt houden hen adem in.
"Ik zag hoe deze piraat, deze vrouw, een weerloos meisje vermoorde, alleen voor haar plezier..."
Dat is helemaal niet waar!
Ik zou het naar hem toe willen schreeuwen maar dat kan mijn straf alleen nog maar pijnlijker maken.
Ik hoor hoe de mensen woedend naar mij schreeuwen en dingen roepen zoals:"gooi haar op de brandstapel!" En "vermoord haar, net zoals zij bij dat meisje deed!"
Ik kijk ze koppig aan. Ik ben niet van plan voor hen bang te worden.
"... Zullen aan de galg worden overgelaten..." Versta ik nog net door het woedende menigte heen en dan worden we meegevoerd een kar in, die ons naar onze ondergang zal brengen.We rijden stil over de hobbelige paadjes.
Ik weet niet waar we heen gaan, want de kar is afgedekt met een zwart zeil, dus we zien alleen maar elkaar.
Ik leun tegen Jack aan en iedereen is diep in gedachten.
Na wat wel een eeuwigheid lijkt stopt de kar. We worden nog ruwer dan eerst de kar uit gegooid en zijn verplicht in een rij achterelkaar aan naar een goed beveiligt gebouw te lopen.
We worden door gangen geleid en ik vergeet al snel alweer de weg. Uiteindelijk stoppen we bij een lange gang die eindeloos lijkt en waar het stinkt naar dood en rattenkeutels.
Ik wordt, weer, gegooid in een cel met een oude vrouw zonder tanden.
"Jullie verdiende loon, piraten" zegt een van de soldaten kwaadaardig en ze lopen weg.
Ik kijk naar de vrouw en zij naar mij, maar ik zeg niks en denk na.
"Zijn jullie echt... Piraten?" Vraagt de vrouw met een rasperige stem.
JE LEEST
The black falcon (Dutch)
Historical Fiction(Voltooid) Charlotte is dochter van een rijke koopman. Zoals alle kinderen van rijke ouders, wordt er van haar verwacht dat ze met een zoon van een andere rijke familie trouwt. Ze voelt echter niks voor August, een verwende en irritante jongen van d...