17

275 13 0
                                    

Ik voel een hand op mijn schouder, maar ik druk mijn zwaard juist dieper tegen de keel van Ted en er loopt een klein straaltje bloed over mijn zwaard.
Ik haal mijn vinger door het bloed en laat het voor zijn ogen over mijn hand glijden.
"Hier ga je zo spijt van krijgen!"
Dit keer voel ik een ruk aan mijn schouder en ik kijk kwaad om.
Jack staat achter mij.
"Wat!" Snauw ik, maar Jack pakt langzaam mijn zwaard en trekt mij zachtjes mee bij Ted vandaan.
"Rustig, Lotte" zegt hij kalm maar het maakt mij alleen maar kwader.
"Zie je dan niet wat hij gedaan heeft!" Zeg ik met stemverheffing.
"Waarom verdenk je hem? Ik denk eerder dat het onze gevangene is."
Ik besef hoeveel gelijk hij heeft, maar ik heb geen enkele spijt dat ik Ted bijna had vermoord.
Snel ruk ik mij los en been naar mijn oude kamer.
Het meisje ligt te slapen en ik ruk haar van haar bed af.
Ze rolt op de grond en kijkt pijnlijk op, maar schrikt en deinst achteruit als ze mij ziet.
"Meekomen" sis ik en ik pak haar arm hard beet en smijt haar het dek op waar iedereen staat te kijken.
Ze valt op de grond en kijkt mij angstig aan.
Ik richt mijn zwaard  op haar, maar bedenk mij dan iets.
Ik druk mijn zwaard in haar been en ze krijst het uit van de pijn. Ik voel geen medelijden en trek mijn zwaard er weer uit.
"Je zult spijt krijgen van je daden, meisje" zeg ik. "Welke daden?" Vraagt ze angstig.
Ik wijs naar de dode Berend en het meisje. Walgend keert het meisje haar hoofd naar de andere kant.
"Het zal zijn verdiende loon wel zijn geweest" zegt ze en ik duw mijn zwaard in haar andere been.
Weer krijst ze uit, maar niemand spreekt mij tegen en ik geniet er van.
"Nu ga je zien wat wij doen met mensen die niet luisteren en die de dood verdienen" sis ik.
Ik draai mijn zwaard om in haar been en ze krijst het weer uit van de pijn.
Dan ga ik met mijn zwaard naar haar borst en steek haar precies op de plek van haar hart, zoals Jack mij heeft geleerd.
Ze geeft al gelijk geen kik meer en ik zie het leven zo uit haar wegglijden.
Ik ruk mijn zwaard uit haar tengere lichaam en veeg hem schoon aan de reling van het schip.
Ik steek hem terug in mijn riem en draai mij om.
Iedereen is er nu en staart mij aan. "Wat?" Zeg ik en ik loop naar het vertrek waar we eten, zonder de anderen een blik waardig te keuren.
Ik wil gaan zitten, maar bedenk mij dan dat niemand er meer is om eten klaar te maken.
Veel zin om die taak op mij te nemen heb ik niet, dus ik pak alleen een glas bier en ga dan aan tafel zitten.
Jack komt achter mij aan lopen en we zitten een tijdje zwijgend naast elkaar.
"Hoe gaat het?" Vraagt hij.
Ik kijk hem aan in zijn donkere ogen. "Slecht" zeg ik en ik neem een grote slok bier, dat ik de laatste tijd alleen maar drink.
Jack pakt mijn hand. "Ik heb het gevoel dat dat meisje niet de dader was," zeg ik.
"Heb je spijt?" Vraagt Jack maar ik schud mijn hoofd.
"Nee... Maar ik denk dat iemand op dit schip niet een echte piraat is en je weet waarschijnlijk wie ik bedoel.
Hij bezorgt mij gewoon de kriebels."
Jack lijkt erover na te denken en spreekt mij dit keer niet tegen.
"De volgende keer als we aan land gaan, zullen wij hem per ongeluk  vergeten, als jij daar gelukkiger van wordt." Zegt hij en ik kijk hem opgelucht aan.

The  black falcon (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu