20

281 14 3
                                    

De vrouw neuriet weer en ze begint hardop te zingen.
"The king and his men stole the queen from her bed"
Alle soldaten richten hun wapens op haar, maar ik zing ook mee.
"...and bound her in her bones
The seas be ours and by the powers
Where we will, we'll roam"
Anderen beginnen nu ook mee te zingen en uiteindelijk zingt iedereen mee, terwijl we stampen met onze voeten op het ritme en schudden met onze boeien.
"Yo ho, haul together
Hoist the colors high
Heave ho, thieves and beggars
Never shall we die"
Ik schreeuw en ren naar de eerste de beste soldaat de ik zie.
Iedereen volgt mijn voorbeeld en we stormen op de soldaten af. Ik hoor schoten maar let er niet op. Ik pak een zwaard van een dode man op de grond af en hak mijn hadboeien door.
Ik draai mij om en val aan, net als de anderen.
We zijn sterk in de meerderheid, maar veel mensen worden toch vermoord.
"Hier heen!" Schreeuw ik en ik zwaai met mijn armen terwijl ik naar de deur ren die op de uitgang lijkt.
Iedereen rent achter mij aan en na veel vechten bereiken we de uitgang.
We rennen weg. Gelukkig is er naast dit gebouw, waarvan ik denk dat het een soort kasteel is, een bos.
Met zijn allen rennen we naar het bos en springen we in de bomen.
Ik zie Jack en ren achter hem aan. We klimmen in dezelfde boom en wachten af.
Er zijn nog maar erg weinig soldaten en ze geven het op.
Lafaards
Ik omhels Jack en hij mij.
We zijn allebei nog viezer dan normaal door die vochtige cellen maar dat boeit mij niet.
Hij houd mijn gezicht in zijn grote handen en kust mij snel.
"Nu nog eens zien of onze bemanning er nog is." Zegt hij en hij heeft gelijk.
De soldaten kunnen elk moment terugkomen met meer.
We springen behendig uit de boom en sommigen doen hetzelfde terwijl ze weer door het bos wegrennen.
In de chaos vinden we uiteindelijk wonder boven wonder 10 van de mannen terug.
Als we hen hebben gevonden is het bos alweer uitgestorven, op de oude vrouw na.
De andere mannen zijn dus dood.
Jack en de anderen willen weg lopen maar ik hou hen tegen.
Ik loop naar de vrouw toe en ondersteun haar.
Jack zucht en schud zijn hoofd, omdat hij weet wat ik wil.
We lopen zo snel als we kunnen naar de weg en kijken uit naar soldaten, die we gelukkig niet tegenkomen.
Het is maar goed dat mensen bang voor ons zijn, want niemand houd ons tegen.
Sneller dan verwacht zijn we terug bij de haven en ons schip.
Ik help de vrouw aan boord en snel varen we weg.
Iedereen zucht opgelucht als we de haven uit zijn en ze geven mij allemaal een schouderklopje of bedankje.
Ik help de vrouw naar mijn oude slaapkamer en help haar op bed.
Met water en een oude doek maak ik haar gezicht schoon.
"Hoe heet je, eigenlijk?" Vraagt de vrouw.
"Lotte" zeg ik. "Mijn naam is Johanna" zegt ze.
"Aangenaam" zeg ik glimlachend.
Johanna pakt mijn schouder vast, steviger dan je van zo'n vrouw zal verwachten.
"Dankjewel" zegt ze.
Ik kijk haar aan.
"Ik ben dan misschien wel een piraat" zeg ik. "Maar ik kon u daar echt niet acherlaten" zeg ik glimlachend.
De vrouw glimlacht ook.
"Kunt u eh... Koken?" Vraag ik. De vrouw knikt. "Vroeger was ik kokkin, voor ik in die cel belandde." Zegt ze en ze hoest weer.
Ik vraag niet verder naar haar verleden, maar vraag: "zou u dan misschien willen helpen met koken? Onze kok..." Het is even stil en ik knipper hevig met mijn ogen. "Is laatst vermoord"
Johanna vraagt ook niet verder maar knikt.
"Heel graag" zegt ze glimlachend.

The  black falcon (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu