Het jongetje roept weer "die!" En dit keer heeft de oudere vrouw het door.
Ze schrikt als ze mij ziet en trekt het jongetje snel bij mij weg.
"Niet doen, Henry!" Zegt ze en ze geeft de jongen een zachte tik op zijn handjes.
"Dat is een piraat! Die zijn niet aardig!" Zegt ze zonder moeite te doen om zacht te praten.
"Wel aardig!" Schreeuwt Henry en de vrouw kijkt mij chagrijnig aan.
Samen met het jongetje schuift ze een paar tafeltjes op, verder bij mij weg en ik pik chagrijnig in mijn eten.
Ik doe toch niks verkeerd?
Jack komt naar beneden en gaat tegenover mij zitten.
Hij probeert een gesprek met mij aan te knopen, maar ik ben er met mijn gedachten niet bij.
"Wat is er?" Vraagt hij uiteindelijk en hij volgt mijn blik naar de vrouw met het jongetje Henry.
"Ik moet er nog even aan wennen dat de meeste mensen bang voor ons zijn" zeg ik zacht en Jack pakt mijn hand.
"Geloof mij, ik weet hoe dat in het begin is, maar je went er wel aan" zegt hij.
Ik weet dat hij het geruststellend bedoeld, maar het werkt bij mij het tegenovergestelde.
Die dag doen we inkopen en aan het einde van de dag hebben we weer genoeg gekocht voor de komende weken..
We overnachten nog een nacht in de herberg en ik ben blij als we weer veilig wegvaren.
De posters met onze hoofden er op zitten mij nog steeds niet lekker.Ik ga weer op mijn vaste plekje bij Jack staan, samen met Theodorus, ook wel Ted.
Hij is nieuw op dit schip. We kwamen hem tegen in de smederij.
Ik vertrouw hem niet helemaal.
Hij heeft veel te nette kleren voor een piraat, heeft een stadsaccent en zijn naam is ook een typische stadsnaam.
"Hoe lang zit jij al op dit schip?" Vraagt hij aan mij.
Nog zo'n dingetje, het is alsof hij ons de hele tijd ondervraagt, ik snap niet hoe Jack hem heeft kunnen toe laten op zijn schip... Op óns schip.
"Half jaar ongeveer" mompel ik en ik ga aan de andere kant van Jack staan met mijn rug naar Ted toe.
Ik hoor Ted een verbaasd geluidje maken en hij komt naast mij staan.
Wat moet die vent toch van mij?
"Je lijkt je al erg thuis te voelen hier, waar leefde je hiervoor?"
Ik kijk hem met mijn meest boze blik aan.
"Gaat je niks aan" zeg ik hard en ik hoor Jack lachen.
Ted mompelt wat van: "ik ga maar even ..." En hij loopt weg.
"Wat heb je toch tegen hem?" Vraagt Jack.
"Ik vertrouw hem niet" zeg ik. "Hij is te beschaafd en hij ondervraagt ons de hele tijd"
"Klopt, dat had ik ook, maar volgens de geruchten is hij zoon van een goede piraat en ik heb hem gezworen hem persoonlijk van kant te maken als hij liegt."
Ik kijk naar Ted die probeert mee te helpen met de zeilen, maar die juist vreselijk in de weg loopt.
"Dan zullen de geruchten wel niet kloppen." Zeg ik.Jack brengt mij nog meer slecht nieuws in de avond.
"Ted kan ook nog niet echt goed zwaardvechten, dus hij oefent vanavond mee."
Hij ziet mijn blik en moet weer lachen. "Je moet het zien vanuit mijn standpunt" zegt hij. "Ted is precies hetzelfde als jij voor ons was"
"Maar jij voelt wat voor mij en Ted is een onbekende" zeg ik bot en daar weet Jack niks op te zeggen.
Die avond oefenen we. Ik ben onderhand net zo goed als Jack en misschien nog wel iets beter, denk ik voldaan.
Ted bakt er echt niks van.
Het lukt hem niet één keer om Jack te raken, maar toch blijft hij vrolijk, wat mij mateloos irriteert.
Als Ted eenmaal wegloopt sleep ik Jack mee naar de reling.
"Zag je hoe hij vocht? Hij hield het zwaard vast zoals iemand van adel dat doet en niet zoals een van ons!" Zeg ik en Jack denkt daar even over na.
JE LEEST
The black falcon (Dutch)
Ficção Histórica(Voltooid) Charlotte is dochter van een rijke koopman. Zoals alle kinderen van rijke ouders, wordt er van haar verwacht dat ze met een zoon van een andere rijke familie trouwt. Ze voelt echter niks voor August, een verwende en irritante jongen van d...