11

324 15 0
                                    

Ik ren naar Jack, maar besef dan dat iedereen staat te kijken.
"Wat?!" Schreeuw ik woest en iedereen kijkt ongemakkelijk en bang een andere kant op.
Ik loop snel naar de barman en leg wat munten neer.
"Sorry voor het ongemak" mompel ik en dan loop ik naar Jack.
"Kom, we gaan naar boven" zeg ik en ik loop samen met hem naar zijn slaapkamer.
"Gaat het?" Vraag ik en ik maak met wat water zijn arm schoon.
Jack kijkt mij aan met een mengeling van trots en pijn.
"Ik heb wel eens erger gehad." Zegt hij.
Nu hij dat zegt vallen de andere littekens op zijn huid ook op.
Ik weet niet hoe ik het voor elkaar krijg, maar met een soort pincet haal ik de kogel uit zijn vlees en daarna verbind ik het met een stuk van mijn rode mantel.
"Ik koop morgen wel een nieuwe" zeg ik terwijl ik hem in een hoek gooi.
"Dankje" zegt Jack.
"Je was net echt boos op hem hè?" "Je wilt het niet weten" zeg ik.
"Ik hoop dat hij doodbloed op de straat" nadat ik dat heb gezegd loop ik naar het raam en kijk naar buiten.
De straat is leeg, op een zwerfhond na.
"Nee, hij ligt er niet meer" zeg ik en ik ga naast Jack zitten.
Hij slaat zijn goede arm om mij heen en ik leg mijn hoofd op zijn schouder.
"We moeten nu wel oppassen, die August kan aan de soldaten door brieven dat wij hier zijn." Zegt hij en ik knik.
Ik weet zeker dat hij dat gaat doen.

De volgende ochtend sta ik op en kijk gelijk naar buiten.
Buiten is alles nat, maar het regent niet meer en de wind is ook gaan liggen. Ik trek mijn kleding aan en loop met mijn hoed in de hand naar Jacks slaapkamer.
Ik klop en doe de deur open. Jack ligt nog te slapen.
Ik sluip de kamer in en doe de deur zachtjes dicht. Ik zak door mijn knieën en ga zitten bij Jacks hoofd.
Zachtjes veeg ik een pluk zwart haar achter zijn oor.
Hij ziet er zo vredig uit als hij slaapt en ook zo ongevaarlijk.
"Wakker worden, schone slaapster" fluister ik in zijn oor en Jack wrijft in zijn ogen.
"Nu al ochtend?" Zegt hij en ik moet lachen.
"Ja, en het is gestopt met stormen" nadat ik dat had gezegd, komt Jack overeind.
"Oké, ik kom er aan" zegt hij. Ik geef hem lachend een kus en loop naar beneden.
Op de trap kom ik Berend tegen en samen lopen we naar beneden.
Eenmaal beneden halen we wat te eten en ik maak honderd keer mijn excuses aan de barman, die nog niet helemaal bekomen is van de schrik van gisteren.
De deur gaat net als gisteren open en ik kijk op.
Het lijkt alsof mijn hele lichaam van ijs word. Voor mij, staan soldaten, wel 10 en ze zijn allemaal gewapend.
Voor ze mij in de gaten krijgen heb ik mijn zwaard al getrokken en spring ik op ze af.
Berend doet hetzelfde, maar we zijn geen schijn van kans en even later hebben ze mijn armen vast, net als die van Berend en sleuren ze mij mee naar buiten.
Alle mensen deinzen achteruit en op het plein worden we op onze knieën gedwongen, met achter ons een reusachtig plateau met een galg.
Met opgeheven kin kijk ik rond. Ik zie Berend hetzelfde doen.
Wij zijn niet bang.
Mensen drommen samen in een grote kring om ons heen.
"Beste burgers!" Begint een van de soldaten en waarschijnlijk de leider.
"Zie hier..." Hij stapt opzij en wijst naar ons "... Twee verachtelijke piraten, waaronder een vrouw."
Er klinkt ongerust gemompel. Een vrouwelijke piraat is niet echt normaal.
Ik kijk weer naar de menigte en zie Marianne staan. Ze kijkt mij aan met een blik vol medelijden en mijn hart breekt.

The  black falcon (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu