The black falcon (Dutch)

8

Ik ren naar Jack toe. Vragend kijk ik hem aan.
"Je mag mee," zegt hij. "Maar blijf dicht bij mij."
We varen richting het schip en twee mannen heisen de doodshoofd vlag omhoog.
"Wat eigenlijk als het schip kanonnen heeft?" Vraag ik. "Als ze schieten, schieten wij terug."
Antwoordt hij kortaf en hij geeft mij een riem waar ik mijn zwaard aan kan hangen.
Ik doe hem om en loop achter hem aan terwijl hij iedereen bij elkaar verzamelt.
"Doe maar gewoon wat de anderen doen" zegt hij.
"Probeer ze in een hoek te drijven en vraag naar het geld. Zeggen ze waar het is, pak dan samen met een paar van mijn mannen het geld.
Zeggen ze het niet, dan vermoord je ze allemaal en zoeken we het geld zelf, duidelijk?"
Ik knik en loop met de 6 mannen waarmee ik het geld ga halen naar het achterste deel van de groep.
De man die mijn vader vermoordde zit er ook bij, maar ik ken hem onderhand en hij is wel oké.
We varen recht op het schip af.
Adrenaline giert door mijn lichaam als we bijna naast de andere boot tot stilstand komen.
De mannen brullen en springen het schip op waar mensen in keurige pakken onhandig met het zwaard vechten.
Ik ren achter ze aan en kijk om mij heen. Het gaat bijna als vanzelf.
Ik zie een man wegrennen en ren achter hem aan.
De man verweert zich hevig en zwaait oncontroleerbaar met zijn zwaard.
Ik steek toe en raak hem in zijn borstkas. Hij zakt voor mij op de grond en ik neem het verder op tegen een andere man die zich woedend op mij stort.
Ik kan hem makkelijk aan en dring hem naar het midden van de boot, net als de anderen.
Hier en daar liggen lijken op de grond, maar ondanks dat ben ik in opperste concentratie.
Alle mannen zijn naar het midden gedreven met de piraten er om heen.
"Waar is jullie geld!" Schreeuwt een van ons, maar niemand geeft een kik.
"Zeg het, nu, of jullie zullen er spijt van krijgen" zegt Jack grijnzend en hij grijpt zijn zwaard stevig vast, maar ik zie iets anders.
Een van de mannen die we waarschijnlijk over het hoofd hebben gezien rent met een dolk in zijn hand op Jack af.
Alles lijkt te gebeuren in slowmotion. Ik pak mijn dolk en smijt hem richting de rennende man terwijl ik roep "Jack!"
Jack draait zich nog net op tijd om om te zien hoe mijn dolk precies in de keel van zijn aanvaller glijd.
Jack kijkt mij dankbaar aan maar richt zich snel weer op de anderen.
"Nee?!" Roept hij vragend maar de mannen zeggen nog steeds niets.
Alsof het is afgesproken rennen we met zijn allen naar voren en ja, hoe gruwelijk het ook klinkt, we vermoorden iedereen.
Alle mannen liggen afgeslacht op de grond en ik wil samen met de andere 6 mannen naar het geld zoeken, maar Jack houd mij tegen.
"Goed gedaan, schoonheid" zegt hij en hij slaat zijn arm om mij heen.
Ik bloos hevig maar weet het verborgen te houden door mijn zwaard schoon te maken.
Als we de buit eenmaal binnen hebben steken we het schip in brand en varen we verder.
De bemanning lijkt mij nu echt geaccepteerd te hebben, nu ik Jacks leven heb gered.
Ze brengen een toost uit op mij, maar ondanks alles sta ik als eerste op en loop maar buiten.
De zon gaat onder en de lucht kleurt donkerrood.
Ik hoor iemand achter mij aan komen en aan de zekere passen hoor ik dat het Jack is.